Klapperende oren en knikkende knieën
Peloponnesos,
Griekenland
Lang leve het internet. Dit mooie beestje kwamen we tegen in Griekenland tijdens onze roadtrip. Om er achter te komen welk beestje het nu precies was, ging ik zoeken op internet. Het heeft wel een uur geduurd voordat ik de informatie bij elkaar had gesprokkeld, maar zonder internet zou ik nooit geweten hebben wat voor een insect het nu precies was.
De eerste vraag die ik mijzelf stelde; is het een krekel of een sprinkhaan? Dat is blijkbaar al een moeilijke vraag want krekels en sprinkhanen zijn familie van elkaar. In het kort gezegd: krekels hebben twee lange staartdraden (cerci) en bij de sprinkhanen zijn deze (zeer) kort. Er is ook een verschil in het geluid dat ze maken. Krekels zijn muzikaler, melodieuzer en hoor je voornamelijk ´s avonds en ´s nachts. Sprinkhanen maken een laag rasperig geluid en hoor je overdag.
De categorie ‘Sprinkhaan’ is ook weer onder te verdelen in twee grote groepen. De veldsprinkhanen hebben korte sprieten (korter dan het lichaam) en de sabelsprinkhanen hebben sprieten die langer zijn dan het lichaam. Bij het maken van de foto moest ik de keuze maken om óf de sprieten niet geheel op de foto te zetten óf het beestje verder af fotograferen zodat haar sprieten er wel op kwamen, maar de details minder zichtbaar zouden zijn. Uiteindelijk heb ik gekozen voor het eerste. De vorm van haar achterste lijkt ook erg op een sabel dus het is duidelijk een sabelsprinkhaan. Oh, en het blijkt dat de sabel de legbuis is van het vrouwtje (met dank aan RR Geervannesmeed).
De sabelsprinkhaan heeft meestal een groene tot bruine kleur. Opvallend zijn de lange achterpoten waarmee grote sprongen gemaakt kunnen worden. Tropische soorten hebben soms felle kleuren en worden groter. Trouwens, de bidsprinkhaan is ondanks zijn naam geen echte sprinkhaan, maar behoort tot een andere groep van insecten.
Sprinkhanen zijn als vooral planteneters te vinden op planten, meestal grassen. Een aantal soorten leeft in struiken en bomen. Ze leven vaak op zonnige gebieden, zoals graslanden. Griekenland is qua klimaat dus ook uitermate geschikt. Sprinkhanen hebben zich perfect aangepast aan hun omgeving en door hun kleur. Omdat ze tussen de planten leven, zijn ze daar ook goed beschermd.
Nog een erg leuk weetje: de oren van een sprinkhaan zitten niet op hun kop maar op de voorpoten, net onder de knik van de knie. Dan krijg ik meteen een fantasiebeeld voor ogen van een sprinkhaan met een combinatie van klapperende oren en knikkende knieën, maar dat is weer een ander verhaal…