Parijs

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

De onderaardse stad

Parijs,
Frankrijk


Parijs is een enorme wereldstad. Maar daar beneden, onder al die monumenten, ligt nog een stad met maar liefst zes miljoen inwoners: het domein van de doden. De in steen gegraveerde tekst bij de ingang liegt er niet om: ‘Stop, hier is het rijk van de dood’.

Aan het eind van de 18e eeuw raakten de begraafplaatsen in de Franse hoofdstad overvol en vormden ze een bedreiging voor de volksgezondheid. De overheid besloot om de daar begraven doden elders onder te brengen en wel in oude gangenstelsels op 20 meter onder de stad. Deze werden voorheen gebruikt om bouwstoffen uit te winnen en stonden leeg. Schedels en beenderen van maar liefst zes miljoen mensen werden verplaatst en over 1,7 kilometer aan gangen opgestapeld. Ze vormen nu een macabere en menselijke verzameling in wat het ossuarium van de Catacomben wordt genoemd.

De Catacomben zijn als ondergronds museum opengesteld voor het publiek. Met een gemiddelde temperatuur van 14 graden en weinig licht is de overstap naar het hiernamaals kil en donker. 130 traptreden naar beneden zorgen voor een geleidelijke overgang van zonlicht naar het duistere dodenrijk. Eerst verklaart een expositie het ontstaan van deze tunnels en wat verder, in de galerie Port-Mahon, staan sculpturen uit die tijd. Ze stellen de gelijknamige grootste stad van Minorca voor, waar de kunstenaar ooit gevangene was van de Britten. Dan wordt de ingang naar het ossuarium zichtbaar, met de dreigende en waarschuwende tekst.

Miljoenen mensen rusten hier, bijna kunstig tentoongesteld in lage onderaardse gangen, binnen handbereik en overal om je heen. Tussen deze miljoenen inwoners liggen veel beroemdheden die anoniem geworden zijn in de massa. Onder hen zijn de schrijver Rabelais, de enigmatische man met het ijzeren masker, de toneelschrijver Racine, de filosoof en wiskundige Pascal en Robespierre, de grootheid uit de Franse revolutie. Geen van allen is ooit nog geïdentificeerd. De dood en de Catacomben hebben ze opgeslokt.

De lampe sépulcrale is het eerste monument dat werd opgericht in dit verborgen rijk. Hierin werd stroperige pek verbrand, enerzijds om de lucht te zuiveren, en anderzijds om met zijn flikkerende schijnsel over de doden te waken. Het donker verhult veel van de beenderen maar de beklemmende aanwezigheid van al deze bewoners van weleer voel je alom wanneer je stappen weerklinken in de holtes van de aarde. Het is geen klassiek museum maar een indrukwekkend graf en je weet niet wie je voor je hebt.

Aan het einde en na de trappen omhoog lacht het daglicht je weer toe. Bij de uitgangscontrole worden alle tassen geïnspecteerd. Helaas is dit niet onterecht want dagelijks nemen respectloze bezoekers schedels en beenderen mee, verhuld in hun kleding of in rugzakken. Vanaf iedere ochtend al ligt er bij de uitgang een indrukwekkende stapel menselijke resten die later weer terug gaan naar het ossuarium, daar waar ze al eeuwenlang thuis horen, bruut en onnodig verstoord na een tijdloze rust. Sommige levenden zien de dood blijkbaar als een souvenir. Maar de Catacomben zelf zijn het die een indrukwekkend en monumentaal souvenir vormen.