Speelse girelles
Cote d'Azur,
Frankrijk
De girelle is waarschijnlijk één van de meest speelse visjes van de Middellandse Zee. Hij is een nieuwsgierig aagje, erg snel en beweeglijk. ’s Nachts en in de wintermaanden verbergt hij zich onder het zand of een andere ondergrond om pas weer tevoorschijn te komen als het water zo’n 16 graden warm is.
De girelle wordt geboren als vrouwtje en is in deze levensfase wat donkerder gekleurd: een bruine rug met een gele band langs de flanken. De girelle leeft in groepen met slechts één dominant mannetje. Wanneer het mannetje sterft of verdwijnt wordt één van de vrouwtjes op haar beurt mannetje en mag zich vanaf dat moment “koningsgirelle” noemen. Na de geslachtsverandering is hij kleurrijker geworden, met een groene rug en een prachtige rode of oranje streep op de flanken. Het mannetje wordt beduidend groter dan het vrouwtje.
Veel kleurrijker nog is de pauwgirelle (thalassoma pavo), welke tot in de jaren ‘90 van de vorige eeuw weinig voorkwam in het noordelijke deel van de Middellandse Zee. De opwarming van het water heeft ervoor gezorgd dat dit dier met tropische kleuren tegenwoordig ook daar tussen de gewone girelles zwemt, vaak als eenling.
Omdat de girelle in de warme maanden veel in ondiep water voorkomt, kom je hem vaak tegen met snorkelen en duiken. Hij is weliswaar wat voorzichtig, maar als je zijn aandacht hebt getrokken vergeet hij afstand te houden. Dit kan simpelweg al door met je blote vingers te bewegen. Het op en neer gaan van deze witte extremiteiten maakt dat hij altijd een kijkje komt nemen. Je moet er dus geen handschoenen bij aan hebben. Als je daarbij ook iets over de bodem krabt waardoor er wat sediment los komt, gaat hij beslist kijken of er iets te eten tussen zit en heb je binnen afzienbare tijd een zwerm van girelles voor je zwemmen.
In de wintermaanden zie je de girelle niet. Hij duikt dan onder naar dieptes tot wel 120 meter om zich in te graven, in afwachting van warmere tijden.
De girelle voedt zich voornamelijk met kleine diertjes. Iets grotere dieren als zee-egels vormen een ware lekkernij voor deze vis. Ze moeten uiteraard wel open zijn. Veel duikers sneden in het verleden dan ook zee-egels open om girelles te voeren en van het spektakel van die beweeglijke ineens handtamme visjes te genieten. Dit gebruik werd al snel een bedreiging voor deze zee-egels. In populaire duikgebieden stierven deze stekelhuidigen vrijwel uit. Beschermingsmaatregelen werden hierdoor noodzakelijk. Jonge girelles vinden hun eten vooral in het neptunusgras op de zandbodem, waar ze dan ook bij voorkeur verblijven.
Op zijn beurt wordt de girelle ook gegeten. Hij vormt een dankbaar ingrediënt voor de bouillabaisse, een van oorsprong Zuidfrans gerecht van gekookte vis.
De girelle is geslachtsrijp op de leeftijd van één jaar. Om het nageslacht zeker te stellen, worden in de zomermaanden eieren gelegd. Deze worden meegevoerd door de stroming en zweven dus in open zee alvorens ze uitkomen.