Van 3 °C naar -27 °C - een bijzondere reis door het ijs
Van 3 °C naar -27 °C - een bijzondere reis door het ijs
3 °C – Een koude dag in februari. Ik sta aan het begin van een groots avontuur. Over een uurtje stap in aan boord van een vrachtschip en zal ik van Gent naar Oulu, bovenin Finland varen. En ook weer terug, naar Rotterdam. Ik heb geen idee wat me te wachten staat en laat het dan ook, met wat lichte zenuwen, maar allemaal over me heenkomen.
Ik stap aan boord, stel me voor aan Kapitein Guus en zijn bemanning. De mannen reageren gemixt. De Indonesiërs lachen zenuwachtig, de Rus en de Oekraïner kijken me zonder enige emotie aan en de 2 Nederlanders zijn nieuwsgierig. Wat komt dat meisje hier in godsnaam doen? Op dat moment weet ik zelf ook niet zo goed wat ik kom doen. Oh ja. Ik moest en zou een spectaculair eindexamenproject maken. En nu zit ik de komende tijd met deze, zachtgezegd ‘bijzondere’ mannen op een boot. Midden op zee. Geen weg meer terug.
-2 °C - Iedereen is inmiddels enigszins gewend aan mijn aanwezigheid. En ik aan die van de mannen. Kok Simon bakt iedere morgen een lachend een eitje voor me: “sunny side up!” Mijn hut is op het beneden dek naast de keuken. Omdat ik op de verdieping slaap met de Indo’s is het er een ware sauna. “too cold outside, we don’t like!” Aha. Buiten wordt het ondertussen kouder en kouder. De dagen kabbelen langzaam voort. Mijn zeebenen zijn gewend aan het deinen van het schip. De eerste dagen werd ik nog misselijk in bed, nu voelt het als een heerlijk in slaap wiegen. Er is weinig te doen. Eten. Om 9 uur, 12.15 uur en 5.30. Slapen. Films kijken. Lezen. Naar buiten kijken. En: natuurlijk foto’s maken.
-7 °C –Alle films die ik mee had heb ik al gekeken. Nu rest me alleen nog de uitgebreide collectie actiefilms van het niveau B en C die ze aan boord hebben. De dagen zijn lang. Langer dan ik dacht. Aan boord is alles voorspelbaar geworden. Ik wacht, steeds ongeduldiger op hetgene waarom ik deze route graag wou maken. IJS. Dik ijs, witte vlakken waar we hopelijk binnenkort doorheen varen. We varen en varen. Alleen maar blauwe zee om ons heen. We zijn ter hoogte van Zweden. We luisteren naar de wereldomroep maar de hele wereld lijkt mijlenver van mij vandaan. Soms word ik overvallen door een gevoel van eenzaamheid. Ik wacht met smart op mijn dagelijkse mailtje van mijn vriend en ouders., mijn enige contact met de buitenwereld. Tegen elven vallen mijn ogen langzaam dicht. Ik zit hier iedere avond op de brug omdat de kapitein het wel zo leuk vindt dat hij nu gezelschap krijgt. Hij verzekerd me dat het niet meer lang duurt voor we het ijs bereiken. Ik vraag hem of degene die wacht heeft mij wakker kan maken als het zover is. Mocht ik slapen.
-12 °C – Om 5 uur in de ochtend word ik wakker gebeld, ijs in aantocht! Boven op de brug kijk in vol fascinatie naar de dikke witte plak waar we op af varen. De schijnwerper speciaal voor mij aangezet. Wauw! Het geluid van brekend en krakend ijs is ongelofelijk. Het schip deint niet meer en gaat met een luid geschuur door de oneindig witte vlakte. Het wordt al licht. Ik geniet. Blijf uren kijken. Buiten proberen de matrozen het dek vrij te houden van dikke ijspegels. Ik zet zo nu en dan, in mijn michelinmannetjespak een voet buiten de deur. Een gure wind op mijn gezicht. Dit is nog maar het begin.
-20 °C – Ik zit al zo’n 15 dagen op zee. Heb er geen idee meer van wat zich afspeelt in de ‘echte’ wereld. Bijzonder, dat ik dit mag beleven: het leven op zee. Je leeft echt van dag tot dag. Af en toe een bericht van het thuisfront. Het ijs wordt dikker en dikker. Op zijn dikste punt is het 1 meter dik. We hebben bijna een aanvaring met een Russische boot die gevaarlijk dichtbij komt. De Russische olietanker zit op een verkeerde vaarroute en wordt via de radio dringend verzocht om een andere koers in te zetten. Op een haar na gaat het goed.
-23 °C – We liggen vast. Muurvast. Kunnen geen kant op. Het is midden in de nacht, 2 uur. Ik word wakker en ga maar eens polshoogte nemen op de brug. Het ijs is te dik en de motor kan het niet meer aan. Wachten dus. Na n uur of 3 komt de ijsbreker. Naast ons liggen 3 andere schepen vast. De ijsbreker vaart rondjes om ons heen en baant zo een weg vrij voor ons. Het is zo koud dat het ijs meteen weer dichtgaat achter ons. En zo varen we langzaam naar Oulu, onze bestemming. Kapitein Guus probeert me wijs te maken dat ik uit moet kijken naar IJsberen. Misschien omdat ik toch al de hele dag gefascineerd naar het ijs zit te kijken?
-27 °C – Na een lange, maar prachtige reis door het ijs zijn we in de haven aangekomen. Er staat de eerste dag zo’n straffe wind dat ik maar een paar minuten naar buiten kan. Gevoelstemperatuur van -40. Een verkenner als ik ben besluit ik de tweede dag toch het stadje in te gaan. Dan ben ik eindelijk eens in Finland, wil ik het natuurlijk ook zien! Een heel stuk fietsen op een te kleine fiets die op t schip stond door dikke lagen sneeuw. Ach ben ik zo tenminste weer een beetje in de bewoonde wereld. En kan ik bellen met mijn lief. Hoofdprijs! Want ik heb nog een lange lange reis terug te gaan…
5 °C – Na 4 lange weken zet ik weer voet aan wal. Een rit van Rotterdam naar Maastricht, waar ik mij meteen in het feestgedruis stort dat carnaval heet. Heerlijk wat een drukte! Ik stort me in de armen van mijn lief. Ik ben er weer! Nog 2 (prachtige en lange) bootreizen te gaan…