"Nee, niet z'n kop !"
"Nee, niet z'n kop !"
“Nee, niet z'n kop !!”, flits gedachte.
Stuurloos brullend, seconde fractie.
Klap, stand stil, zwart.
…..
Bewustzijn, licht fel, blik rondom, verward.
“Wat is er gebeurd ?”.
Bos, besneeuwd, windscherm scherven, sneeuwscooter, boompje.
Ongeluk.
“Waar is Hil ?”, zoeken.
Over schouder, rechts, lichaam op de grond, doodstil.
“Niet zijn kop !!”, angst.
“Moet naar hem toe.”, lichaam vast, sneeuw diep.
Val terug op routine, koprol achterover, situatie bekend, glimlach.
“Shit, gaat niet !”, been links klem, draai weg, los.
Rol 1, 2, ..rol, pijn snijdt, 3, rol door, achterover.
Bodem vast, pad, staan , stabiel.
Loop terug, drie man, zachte stemmen, twee staan, een ligt.
Drie stemmen, drie man, drie stemmen is leven, opluchting.
“Karel, hoe gaat het met jou ?”
“Pijn in mijn donder, gaat wel, hoe is het met Hillebrand ?”
“Hij kan moeilijk ademhalen en zijn ribben doen pijn, ik denk dat hij er een paar gebroken heeft.”
“Lijkt me mee te vallen, ik was bang dat hij met zijn hoofd tegen die boom was geklapt.”
“Nee, zijn hoofd is ongedeerd en hij is bij kennis, wat is er precies gebeurd ?”
“Vanuit het niets, opeens bam, wordt ie voor me weg gerukt, tegen mij aan, rechts van de scooter af.”
“En jij ?”
“Ik ben daar tegen dat boompje tot stilstand gekomen, mijn hele linkerkant zal wel lekker blauw zijn.”
“Misschien een paar gekneusde ribben, je hand bloedt ook zie ik.”
“Waarschijnlijk heb ik daarmee de klap opgevangen, straks maar even laten verbinden. Ik wil eerst dat die jongen daar geholpen wordt.”
“Er is al gebeld voor hulp, alleen kan dat wel even duren.”
Wachten duurt lang, wachten duurt lang bij de meest triviale activiteiten.
Maar wachten duurt verschrikkelijk lang als er iemand ligt te creperen op zijn zij in de sneeuw, iemand die je gedurende een paar dagen bijzonder bent gaan waarderen.
Wachten terwijl je je gedachten pijnigt met de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren.
Wachten in machteloosheid omdat je zelf helemaal niks kunt doen om te helpen.
Wachten doet pijn als de eerste opluchting wegzakt, als er bloed wordt opgehoest.
Wachten is een marteling in de wurggreep van angst die zijn klauwen gretig in je ziel vastgrijpt.
Wachten....
Wachten.....
Hillebrand ligt in de sneeuw terwijl om hem heen steeds meer mensen verschijnen.
Verschrikte groepsleden parkeren hun sneeuwscooters op veilige afstand.
Een patrouille van de grenspolitie arriveert, zij laten de moeizaam ademende man een blaastest doen.
Procedure, begrijpelijk, pijnlijk begrijpelijk.
Hillebrand ligt in de sneeuw in het steeds drukker wordende bos.
Een mevrouw met een hondenslee achter haar snowmobile brengt een isolerende zak om bescherming te brengen tegen de kou.
Er wordt besloten dat haar slee niet geschikt is om een zwaargewonde te transporteren.
Hillebrand ligt in de sneeuw, we wisselen wat woorden.
“Hoe gaat het ?”
“Goed Kut !”
Een wrange glimlach.
“Hoe lang lig ik hier al ?”
“Ik heb geen benul van de tijd, ik maak even een foto, kunnen we zien hoe lang het is vanaf de vorige.”
DSCN3198.JPG 17-03-2011 12:45 Duim omhoog op het bospad.
DSCN3205.JPG 17-03-2011 12:52 Laatste stuk op het meer.
DSCN3206.JPG 17-03-2011 13:27 Geknield in het bos.
Hillebrand ligt in de sneeuw, al zeker een half uur.
Ik loop het bospad terug, probeer de film in mijn hoofd op volgorde te zetten.
Ik volg het kaarsrechte spoor, ons kaarsrechte spoor langs de bomen dicht op het pad.
Het rechte spoor wat abrupt stopt bij die ene boom die een eindje van het pad staat.
De boom met daarop een afdruk in de lichtbeschadigde bast.
DSCN3207.JPG 17-03-2011 13:32 Actie.
Hillebrand ligt in een behuifde brancardslee, zijn zachte kreunen galmt keihard door de stille groep mensen om hem heen. Hun zwijgende strakke gezichten weerspiegelen hun angstige gedachten.
Stapvoets gaat het door het betoverend witte landschap, ik probeer mijn zwarte gedachten af te wenden door me te concentreren op het stralend blauw van de hemel en het felle groen van de naaldbomen. Positief denken, de spoken in mijn hoofd wijken een beetje, maar wegjagen lukt me niet. Ik wissel wat moeizame woorden met de grenswacht waar ik bij achterop zit, onbenulligheden, afleiding.
Het signaalgeel van de klaar staande ambulance is van veraf te zien.
We maken een korte stop, Hillebrand wordt overgezet, wij rijden verder.
Bij een asfaltweg moet ik wachten om ook mee te kunnen in de ziekenwagen.
Ik tuur het pad af op zoek naar een glimp geel, signaalgeel.
Ik tuur en wacht en wacht.....
Volkomen bewegingloos omlijst de rij bomen de eindeloosheid van dit wachten.
Geen beweging, terwijl slechtnieuwsgesprekken mijn denken beheersen.
In de verte verschijnt een langzaam bewegend stipje.
Zeer traag komt deze dichterbij, de snelheid van de ambulance geeft me nieuwe hoop, langzaam rijden betekent op dit moment iets heel belangrijks voor mij: Leven.
De artsen in het kleine ziekenhuis kunnen mij enigzins geruststellen, Hillebrand heeft weliswaar inwendig letsel maar zij achten de situatie niet levensbedreigend. Op de röntgenfoto's is vocht te zien rondom de vitale organen wat wijst op bloedingen, daarom zal hij verder getransporteerd worden naar een beter uitgerust ziekenhuis 200 kilometer verderop.
Ik weet dat ik snel ter zake moet komen als ik het thuisfront in ga lichten.
Ik weet welke boodschap ik moet brengen, dat Hillebrand zware kwetsuren heeft maar dat het goed gaat komen. Het lukt me niet, waar ik vaak zo makkelijk mijn woorden kan vinden zit ik nu vast in een labyrint van tegengestelde emoties. Ik wil zo graag zeggen dat het wel meevalt maar ik kan niet vertellen wat ik zelf maar half geloof. Ik heb teveel slechtnieuwsgesprekken gevoerd op dat eenzame bospad.
Met een paar stevige pijnstillers en een verbonden hand verlaat ik even later ook de kleine medische post.
“May I drink one beer ?” vraag ik aan de verpleegkundige.
“No....!” antwoordt ze ernstig.
“You must drink two, for the health of your friend.”
Doktersrecept, gezondheid !!