Lapland
Op queeste naar de kerstman
Ik trek samen met enkele collega's naar het hoge noorden op zoek naar de kerstman. Onderweg worden we in het ijzige water van de Botnische Golf gegooid, rennen we naakt, op sokken na, door de bossen en overnachten we in een sneeuwkasteel. Maar uiteindelijk treffen we Santa Claus, pal op de Noordpoolcirkel.
Bij de tussenlanding in de Finse hoofdstad Helsinki lijkt die kerstman nog een makkelijke prooi. Een helder blauwe hemel en een comfortabele vier graden onder het vriespunt lachen ons toe. Bij de landing in Oulu, in Lapland, staan de zaken er al anders voor. Het is min 17 en een snijdende sneeuwvlaag (volgens ons is het een moorddadige hagel, op zijn minst) slaat ons in het gezicht. We hollen de luchthaven in. 1-0 voor Santa.
Maar wanneer ’s anderendaags de lucht weer helder is, zijn de koude temperaturen verrassend draaglijk en ontvouwt zich een feëriek wit landschap. Alle bomen en struiken zitten onder een meter sneeuw en vormen bizarre, grillige kunstwerken. We trekken eerst naar Iso-Suöte. De serene, heuvelachtige streek leent zich perfect voor allerlei wintersport, zoals sneeuwschoenwandelen. Door het brede steunvlak zak je niet door de dikke laag sneeuw en door de ijzeren punten aan de onderkant kun je ook een steviger helling de baas. Even de wijdpootse pas onder de knie krijgen, en zo kan je naar plaatsen wandelen waar je in de winter anders niet meer kan komen. Die kerstman kan zich nergens meer verstoppen nu.
Dan beslissen we om Santa met zijn eigen wapens te bestrijden: een rendierslee. Niet ver van Iso-Suöte worden we op een rendierfarm ontvangen door een aardige maar onverstaanbare Lap met traditionele muts. Ieder van de deelnemers mag een rendier kiezen dat voor een lage, lichte slee wordt gespannen. Diep weggedoken onder een warme rendierhuid hoor je niets dan het geschuif van de slee, het ritmische geklak van de beweeglijke rendierhoeven die het bij elke stap open en dichtplooit en een occasionele gil wanneer een van de deelnemers zijn rendier te dicht door de bocht stuurt, waardoor de slee omslaat op de opgehoopte sneeuw.
Dan is de tijd gekomen voor een traditionele Finse sauna in een afgelegen, robuuste houten blokhut. Het hout geeft een aangenaam aroma af, dat goed zou zijn voor de luchtwegen. Maar de echte fun begint bij het afkoelen. Geen veilige douche hier in Lapland, neen, een pad afgezoomd met kaarsjes leidt je naar een meer waar een gat in het ijs is geboord. De afkoeling na de sauna moet plots en intens zijn. Dus trippel je in niets dan een handdoek en op sokken om je voeten te beschermen tegen de koude sneeuw, door het Finse woud naar het meer. Je moet er enige schroom voor overwinnen, maar een brave spa zal na die ervaring nooit meer hetzelfde zijn.
De dag nadien zetten we onze tocht westwaarts voort, naar de Botnische golf. We overnachten in het vissersdorpje Wanha Pappila. De rode houten huisjes staat netjes in de pas en kijken uit over de Botnische golf. We integreren ons na een paar glaasjes warme wijn naadloos in de plaatselijke bevolking en trekken erop uit voor een rondje ijsvissen.
Nog een ijkpunt op een programma in Lapland is een sneeuwscootertocht. Op hobbelige terrein kost dat enige behendigheid. De scooters braken een hels lawaai uit, dat als heiligschennis aanvoelt in het poëtische, witte landschap, maar voor de gevoelige zielen is sneeuwscooteren gewoon bereleuk.
We bereiken de Botnische golf, de zeearm tussen Finland en Zweden, en zetten onze tocht voort op de bevroren zee. Op dit vlakke terrein blijkt dat de scooters vlotjes tachtig kilometer per uur halen. We stuiven over de schijnbaar onmetelijke ijsvlakte. Niemand die onbewogen blijft bij zo’n uitzicht.
Wat hebben we toen gedaan? Dat ijs kapot gemaakt, wat anders? Daarvoor hebben we een gigantische massa staal voorzien, in de vorm van de ijsbreker Sampo. Santa zal ons alleszins zien aankomen.
Halverwege stopt de ijsbreker en mag je het ijs op. Must-do’s zijn eerst en vooral een foto gaan nemen van jezelf terwijl je tegen de machtige boeg van de ijsbreker duwt. Ten tweede moet je je in een hilarisch feloranje, waterdicht pak laten heisen en daarmee in het spoor van de Sampo zwemmen. Door de lucht in het pak blijf je dobberen. Een fijne ervaring voor wie enig gevoel voor humor heeft, vooral wanneer je opnieuw op het ijs wil klimmen. Het pak beperkt je bewegingsvrijheid, waardoor er weinig anders opzit dan te stranden als een knullige walrus.
Na de vier uur durende tocht met de ijsbreker rijden we per sneeuwscooter terug naar de kust, naar Kemi. Dat is een slaperig kuststadje, dat in de wintermaanden wordt wakkergeschud door de bouw van het grootste sneeuwkasteel ter wereld. Dat bevat een groot aantal ijssculpturen met kleurige verlichting erin, een kapel, een bar en een restaurant.
Slapen doen we op een bed van sneeuw en rendierhuiden, bij een temperatuur van min vijf. Een gouden raad: doe het licht dan uit vóór je je helemaal inpakt in de zalig warme slaapzakken. Eenmaal je als een stevig ingesnoerde, armloze rups op je rendiervel ligt, wordt dat immers minder praktisch.
Maar dan is de grote dag aangebroken: onze ontmoeting met de kerstman. We reizen door naar Rovaniemi, pal op de noordpoolcirkel. Daar ligt Santa Claus Village. Een rij monumentale kolommen geeft aan waar exact de noordpoolcirkel loopt en vormen meteen het decor voor must-do-foto nummer twee: een foto van jezelf tussen de kolommen, één voet boven en één voet onder de noordpoolcirkel. De woning van de kerstman staat centraal in een woekering van shops, maar is zelf wel knap ingericht. Je moet een hele tijd aanschuiven, onder de alziende blik van elfen. Maar het hele gebouw, met allerlei bizarre machinerie en fantasierijke details, maakt dat je je niet verveelt. Santa zelf is een ervaren en hypergezellige man die zowaar een paar woorden Nederlands spreekt, net als bijna alle andere Europese talen overigens. Must-do-foto nummer drie: een foto van jezelf, breed glimlachend naast de kerstman.