Helgoland, verdwaalde rots (deel 1)
Helgoland, verdwaalde rots (deel 1)
Er zit een gat in de lucht. Moeilijk te zien maar toch echt een blauw gat dat als een aureool tussen de donkergrijze wolken oplicht. De catamaran heeft nog zoveel vaart dat het moeilijk is om er naar te kijken. De regendruppels slaan hard tegen mijn bril en de wind doet mijn nekspieren spannen. Daar onder het blauwe gat zal Helgoland zijn maar de woeste Noordzee en lage wolken verstoppen haar.
Niets ontwaart zich, niet eens een silhouet laat staan de granieten rotswanden van dit mini-eiland. Doch het zal niet lang meer duren.
De trip begon in Hamburg via de verrassend mooie Elbe de Noordzee op en nu bijna 3,5 uur later bijna op bestemming. Hochsee-insel met eigen mini-klimaat roept de Duitse VVV bij herhaling. Het blauwe gat geeft hoop, beloofd is beloofd. De eerste de beste zonnestraal die vanuit het wolkendek zichtbaar wordt weet direct de rotsen te vinden. Al snel laat Helgoland haar contouren zien. Een vreemde platte legosteen rijst op uit zee en nog geen 20 minuten later meren we aan. Het is droog, voor het eerst deze dag, ik fluister een zacht ‘danke schon’ naar het blauwe gat boven me.
De ‘go with the flow’ vanaf de boot naar de souvenirswinkeltjes wordt aldaar een ‘laufen und kaufen’. Ik doe niet mee en wandel met select gezelschap door naar het dorpscentrum. Sloepen brengen de passagiers van de grote veerboten aan wal, het is te ondiep voor hen om aan te meren. Ik hoor winkeldeuren open gaan, terrassen worden rechtgezet en kinderen stallen hun kleedje met schelpen en stenen uit. De boten zijn gearriveerd, het geld dus ook, Helgoland is als tax-free zone een koopgoot over water. Mijn pas versneld, wegwezen hier, het dorp bekijk ik later wel. Ik kan kiezen tussen een trap en een lift om het hoger gelegen deel van het dorp te bereiken. Ik voel me jong en sta even later van het prachtige uitzicht bovenaan de trap te genieten. De haven in vol ornaat en links ligt zustereiland Dune er prachtig bij. Haar zand glinstert door de zonnestralen, het blauwe gat wordt snel groter. Ik ben er, nog een paar straatjes naar mij B&B en dan op ontdekkingstocht over dit bijzondere eiland.
Het is onrustig. De rondwandeling bovenop de rotsen biedt een geweldig uitzicht op alles dat het eiland te bieden heeft. Maar de middag is niet het beste moment daar het veerbootvulsel de inkopen heeft gedaan en voor het geweten nog een rondje maakt. Een mierennest kent meer orde. Ik besluit een terrasje te pakken en wacht tot de horizon leeg is. Rond 16.30u zullen de veerboten weer afvaren en in de verte verdwijnen. De echte liefhebbers blijven over.
Het is rustig. Via de trap en de haven loop ik richting het Nordstrand. De zon is al iets gedaald en geeft de rotswanden een rode gloed. Het hoge gras danst op het ritme van de zachte wind. Kinderen steppen voorbij want fietsen mag hier niet. Het veteranenteam traint op het gloednieuwe voetbalveld. De paar mensen die ik tegen kom groeten of fluiten en ik doe mee. Het landschap glooit iets, je zou het duinen kunnen noemen, en daarachter ligt het uitgestorven Nordstrand. Weliswaar zand maar door de stenen, vele zeewier en sterke stroming geen zwemparadijs. Naast haar de loodrechte rotswanden waarop een haarspeldtrap de 60 meter omhoog slingert. Ik weet waar mijn route straks verder zal gaan. Ik tuur over het water en droom even weg maar wordt gewekt door een flinke steen in de door eb geluwde zee. De steen beweegt en er bewegen er meer. Op de drooggevallen verhogingen liggen zeehonden. Ik tel er 4 op ca 30 meter van het strand. Een stinkende laag zeewier in het kniediepe water maakt dat ik niet van plan ben dichterbij te komen. Ik wil snel naar boven want bij eb is Helgoland nog mooier heb ik ontdekt.
Dat Helgoland een verdwaalde granietplaat is wordt boven wel duidelijk. Het lage water maakt de rotsplaat in zee goed zichtbaar. Als een donkere schim iets onder het wateroppervlak en na zo’n 100 abrupt de diepte in, net zo steil aflopend als de rotswanden waar ik nu op sta. Er ligt een weiland aan zeewier op waar je blijkbaar kunt lopen. Er liggen bootjes en ik zie mannen met netten en laarzen op zoek naar iets eetbaars.
Wat een heerlijkheid hier boven. Dune ligt er nog verleidelijker bij dan heden ochtend maar zij is morgen pas aan de beurt. De mensen die zich nu op het wandelpad begeven hebben een camera mee. De bankjes gebruiken ze om de zon gericht op hun wangen te doen branden. Ik weet waar de jonge meeuwen en vooral de Jan van Genten zitten. Ik ga mijn tijd er voor nemen, me overgeven aan de rust, het mooie licht en vooral de dieren op dit eiland. Ik wil ze beter leren kennen. Daarom kwam ik hier, om kennis te maken met de Jan van Genten en de zeehonden op Dune.
Ich bin da!
Einde deel 1…