Kerst in Tirana deel 2
Kerst in Tirana deel 2
Achter de ramen van vervallen of niet afgewerkte flatgebouwen, pakhuizen vol mensen, zie je af en toe een kaars branden. Une lumière dans les ténèbres, een licht in de duisternis, schiet door me heen. Het is een welbekende slogan van de Rode Kruis Federatie waar ik voor werk. Achter diezelfde ramen maken de mensen dankbaar gebruik van hun onlangs verworven recht om voor het eerst in hun leven echt kerst te vieren, ook al zijn de achtergrond en de strekking van het christelijke feest nog niet voor iedereen even duidelijk.
De katholieke kerk in Tirana werd na de tweede wereldoorlog onder het regime van dictator Enver Hoxha gesloten en verboden, maar is na de omwenteling eerder dit jaar weer in ere hersteld. Deze avond is historisch: de eerste openbare nachtmis in Albanië sinds de oorlog gaat plaats vinden. En ik ben daar als enige buitenlander in de menigte getuige van. Ik ben getuige van nog veel meer: van het ontstaan van wereldgeschiedenis, van het ontwaken van een volk, van de groei van een democratie en het openbarsten van een beerput aan ellende. Uiteindelijk hadden de mensen hier het niet zo naar de zin als beweerd werd.
De kerk Zemri i khristus (Hart van Christus) waarvan een aantal delen recentelijk nog waren dichtgemetseld, is stampvol. De mis wordt geleid door een Italiaanse priester die vloeiend Albanees spreekt. De aanwezigen zijn voor het merendeel geen echte gelovigen. Hoe moet je weten wat geloof is als dat geloof bijna 50 jaar lang een doodzonde was en de enige heer de dictator was? Toch werd er ook in dit land heimelijk godsdienst bedreven, alleen waren er veel verraders. De leden van de Sigurimi, de veiligheidsdienst, zaten overal. En in alle gevallen leidde het betrapt worden onherroepelijk tot een gevangenisstraf of zelfs tot verdwijning.
In de kerk is een hoop geroezemoes. Ouderen bidden, jongeren zijn nieuwsgierig naar deze godsdienst, naar deze opening naar de wereld. Ze zijn trots om in de kerk te zijn, omdat het nu kan, omdat het nu mag. De boodschap gaat langs hen heen maar ze geloven wel in de strijd voor een betere wereld, een beter Albanië. Ze dromen ervan om naar West-Europa te vertrekken, of naar Kosovo, om daar een beter bestaan op te bouwen.
Ik begrijp ook niet zo veel van de dienst. Ik ben met mijn gedachten ergens anders. De priester spreekt duidelijk genoeg maar ik kijk naar de mensen. Ik zie ze stralen. Doordat we met z’n allen tegen elkaar staan krijgen we het vanzelf warm. Enkelen zingen, maar de meesten neuriën melodieën die ik wel herken maar die hier nieuw zijn. Kerst mag! Eindelijk! Eventjes vergeet iedereen zijn eigen ellende. Kinderen lopen op blote voeten, buiten begint het te vriezen en morgen zal er weer niet genoeg te koop zijn op de markt. Morgen is ook geen feestdag, in geen enkel opzicht. Zo ver zijn we hier nog niet. Met kerst wordt er gewoon doorgewerkt. En er is nog steeds geen elektriciteit, ook vannacht niet.
Na afloop van de ontroerende dienst volgt een ieder zijn eigen weg, de duisternis tegemoet. Vrouwen vegen zoals iedere nacht de straten schoon. Mensen slenteren eerst wat rond maar verdwijnen al gauw in hun koude, kille woningen. Er is geen stromend water, soms is er geen glas meer in de ramen, er zijn te weinig bedden. De paar rijken hebben weliswaar een aggregaatje maar vaak geen diesel om hem te laten draaien. Zelfs de democratische president Sali Berisha woont vlak achter mijn huis in een klein flatje.
En ondanks alles is deze kerst één groot familiefeest, waarbij de verschillende generaties samenkomen rond een eenvoudige maaltijd en een kleine kale dennenboom die op de Dajti-berg is gekapt. Er worden in huiselijke kring geen kerstliedjes gezongen, maar uit de kelen van de ouderen klinkt weemoedig traditionele Albanese volksmuziek, met Turkse en Arabische klanken. De mensen dansen, al zwaaiend met hun zakdoek. Kerstmis is hier nog een feest zonder kerst. Er worden geen cadeaus gegeven, er wordt geen geboorte herdacht maar wel wordt er, ondanks de moeilijke tijden, een ware kerstgedachte uitgedragen: een familiefeest waarbij de mensen nog durven tonen dat ze om elkaar geven, dat ze er zijn voor elkaar. Het is iets wat in veel andere landen vaak vergeten wordt. En dat maakt het kerstsfeer anno 1992 in Albanië zo bijzonder. Het is misschien niet echt, maar wel puur en gemeend.