In een boeddhistisch land als Vietnam is het niet vreemd dat je vegetarisch eet, want volgens de boeddhistische leer mag je geen levende wezens doden.
Toch houdt niet iedereen zich eraan, er wordt vooral veel vis en kip gegeten. En, als je al een vegetarisch gerecht krijgt, gebruiken de Vietnamezen vissaus of vleesbouillon om het eten op smaak te brengen.
Leer daarom deze zin uit je hoofd: ‘toy an chay’. Dat betekent ‘ik ben vegetariër’. En :
‘Tôi không ăn nước mắm và thịt kho’: Ik eet geen vissaus en vleesbouillon.
Zo kom je echt wel aan lekker eten toe.
Neem bijvoorbeeld eens Banh xeo: dit is een knapperige pannenkoek gemaakt van rijstbloem, kurkuma en kokosmelk. Hij wordt gevuld met groente en verse kruiden en daarna opgerold.
En neem eens verse loempia’s, dus niet gefrituurd. Ze worden gemaakt van rijstpapier en gevuld met verse, knapperige groenten, kruiden, tofu en/of ei en sjosaus om te dippen.
Heerlijk!
Het varkentje bij dit restaurantje heeft het prima naar zijn zin. Ik hoop dat dit zo blijft..