Deel 25: Mooi Mui Né
Deel 25: Mooi Mui Né
Dag 25: De bekoring van Mui Né
Het wordt weer een loeihete dag. We gaan met de lokale bus naar Mui né, zo'n 25 kilometer bij ons vandaan.
De mensen van het hotel verklaren ons voor gek; met de bus!!! Ook de mensen in de bus kijken vreemd op. Wat moeten die witte snoeshanen in onze bus. Maar ze vinden het wel leuk, en wij ook. Waar zit je nou meer tussen de mensen van het land dan in de lokale bus?!
Ook in de bus zitten mensen soms met een helm op. Statussymbool? Ik zit nou wel in de bus, maar ik heb wel een brommer! De stemmen van de Vietnamezen, zo typerend door het grote verschil in toonhoogte in de zinnen klinken als een vrolijk gezang. De luchtjes van buiten en van binnen zijn de typische geuren van Vietnam, of eigenlijk van alle Indochinese landen.
We zien nu pas goed wat een eind we gisteren gefietst hebben, en hoe we hebben moeten klimmen.
We lopen door achterafstraatjes in Mui né. Oude mannetjes kijken ons grijnzend aan, oude vrouwtjes zwaaien en schoolkinderen komen naar ons toe; de jongetjes stoer, de meisjes verlegen. We drinken wat bij een winkeltje. We zitten op de plastic (kinder)stoeltjes en zien hoe de vrouw haar winkeltje runt. Zij doet goede zaken met de verkoop van lootjes aan schoolkinderen. Hoe het werkt is ons niet helemaal duidelijk, maar soms hebben de kinderen geluk en krijgen ze een cadeautje.
We lopen door naar het strand. Het is er erg smerig, het riool van het stadje komt uit op het strand. We zien dode ratten, veel kwallen en miljoenen schelpen. Krabbetjes van maar een centimeter groot schieten over het strand, zo snel dat ze door de wind lijken te worden voort geblazen. Er is zo veel te zien!
De vissers hebben niet alleen hun kleurige houten boten, maar peddelen ook rond in grote rieten manden die ze met een of ander spul geïmpregneerd hebben. Het is prachtig. De bootjes en de manden liggen op de zonovergoten zee alsof ze er speciaal voor ons voor het maken van de foto's neergelegd zijn. Ergens onder een afdakje zit een grote groep vrouwen met de traditionele Vietnamese hoeden schelpen open te wrikken om de kleine zeevruchten die daar inzitten te verzamelen voor de verkoop. Andere vrouwen gooien kleine aaltjes of garnaaltjes uit grote manden tegen de schuine muur van de kade om ze daar te laten drogen. Schelpenvissers halen hun buit binnen aan lange touwen. Vissers halen hun netten op het droge en verzamelen de vis die vast zit in de netten. We zien hoe heremietkreeften grote schelpen tot hun huisje gemaakt hebben. Het lijkt of ze ons recht aankijken, met oogjes als grote kleurige speldenknoppen. We verzamelen bont gekleurde schelpen voor de kinderen van Jeanne haar klas. Geel, paars, rood en oranje. Zo kennen wij ze niet! Zo lopen we uren rond, tot we zelf rood als kreeften zijn. De zeewind zorgt ervoor dat je je vergist in de temperatuur en de enorme kracht van de zon. We lunchen met een visje of wat vlees met rijst en noedels bij een eethuisje langs de weg. Rond half drie zijn we weer bij ons hotel. Het contrast tussen de uitgestrekte luxe golfbaan waar veel van onze medegasten in golfkarretjes rond rijden en de golfballetjes laten oprapen door een gedienstige Vietnamees, en de plek waar we net geweest zijn is groot. Hotelgasten eten van het uitgebreide lunchbuffet, waar minstens de helt van weg gaat. We hopen dat het personeel van het hotel daar vanavond de familie mee mag verrassen.
De rest van de middag gaan we echt genieten van het zwembad, de lekkere ligbedden en de mooie omgeving.
We doen niet mee aan het kerstdiner in het hotel, maar eten nog weer een avondje 'local' bij een restaurantje in de buurt.