5 trektochten in Azië die je eens in je leven moet maken
Trek je wandelschoenen aan en treed buiten de gebaande paden in Azië. Columbus-hoofdredacteur Louise ten Have deelt vijf prachtwandelingen, van een pelgrimstocht langs 88 tempels in Japan tot de beklimming van de actieve vulkaan Gunung Agung op Bali.
Wandelen in de Mekongdelta
De top van Nui Sam bij het plaatsje Chao Doc in Vietnam verrijst zo’n duizend meter boven het landschap en is de eindbestemming van een van de leukste wandelroutes van de Mekongdelta. Aan de voet van het bergje ligt nog een drukke wijk met tientallen tempels en pagodes, een markt waar je offerandes kunt kopen en met de nodige slaap- en eetplekken. Hogerop wordt het rustiger, met her en der een heiligdom(metje). Volg het brommervrije voetpad aan de noordzijde (op de weg aan de oostzijde word je continu van je sokken gereden).
Op zoek naar de sneeuwman in Bhutan
Volgens de legende moet hij ergens in de Himalaya rondwaren, de Yeti of Verschrikkelijke Sneeuwman. Deelnemers aan de Snowman Trek zijn hem nog niet tegen het lijf gelopen, maar moeten wel allerlei andere ontberingen doorstaan – de achttiendaagse tocht door de Lunano-regio in Noord-Bhutan, tegen de grens met Tibet, staat bekend als een van de zwaarste trekkings ter wereld. Debet daaraan is de hoogte (tot wel 5140 meter), het barre klimaat (je kunt alleen in september en oktober reizen) en de geïsoleerde ligging (het gebied is aangewezen op de oude, smalle handelsroutes van Tibet naar Bhutan). Daar staat tegenover dat je een van de meest imponerende delen van de Himalaya verkent, met fenomenale watervallen, bergmeren en passen.
De mooiste klim van Bali
De mooiste en tegelijk zwaarste klim op Bali is die van de actieve vulkaan Gunung Agung. De eilandbewoners beschouwen Anung als ‘de navel van de wereld’, een heilige plek. Ze slapen met hun hoofden in de richting van de vulkaan. Om de zonsopgang te zien vanaf de top – het hoogste punt van Bali – zal je rond 2 uur ’s nachts moeten vertrekken, idealiter tussen juli en oktober. Onderweg dien je offers te brengen bij de tempels. Let wel dat de routes vaak zijn afgesloten vanwege religieuze ceremonies en een gids verplicht is. Een goed alternatief is de veel makkelijkere beklimming van de noordelijker gelegen Gunung Batur.
Pelgrimstocht langs 88 tempels in Japan
Ruim duizend jaar geleden begaven de eerste Japanse boeddhisten zich naar het zuidelijke Japanse eiland Shikoku om 1200 kilometer en circa zestig dagen in de voetsporen van de grote leermeester Kukai (Kōbō Daishi) te treden. Kukai zou zijn door zijn geboorte verlichting aan het eiland hebben gegeven en een tocht langs de maar liefst 88 tempels is dan ook een queeste naar zingeving en zelfrealisatie. Het startpunt is doorgaans de stad Tokushima, waarna de meeste o-henrō (pelgrims) met de klok mee het eiland rondreizen. Is zestig dagen jou veel te lang? Er zijn ook kortere circuits, waaronder de Henro-for-a-day route waarop je vijf tempels aan doet.
In het spoor van rendieren in Mongolië
In Khövsgöl Aima, het bergachtige noorden van Mongolië, dwalen ze nog rond: de naar schatting twee- tot vierhonderd Dukha. De nomadische rendierherders zijn een highlight van een week lange wandeltocht door dichte lariksbossen en verlaten dorpjes. Zet je tentje op naast de tipi’s waar de hartelijke herders in wonen.
Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)