Centraal Vietnam
Tja, wat doe je dan??!
Tijdens mijn reis door Vietnam (in 1996) kwam ik onderweg bij een fraai tempelcomplex.
Op de trap er naar toe zaten bedelaars te wachten op rijke westerse toeristen.
Veel van deze mensen waren slachtoffer geworden van landmijnen. Dat was duidelijk te zien aan hun amputatie van een arm of een been.
Het raakte me om deze stakkers hier bij elkaar te zien zitten. Maar ja, het waren er echt te veel. Ik ben geen wandelende portemonnee. Dankzij het feit dat ik met een groep reisde konden we de aandacht verdelen. Zo kreeg iedereen wat. Maar toch ging het fout….
Halverwege de trap zat een jonge man. Zijn arm was geamputeerd en dat liet hij ons duidelijk zien. Een trieste aanblik; aan goed werk komen zou vast lastig voor hem zijn. Ik trok mijn portemonnee en zocht naar een bankbiljet. (Vietnam kent geen muntgeld.) Ik gaf het hem en hij knikte vriendelijk.
Enkele treden hoger zat een andere jonge man. Deze stakker was beide armen kwijt.
Hem wilde ik ook graag wat geven. Maar, o jee……..ik had nog wel papiergeld maar niet meer van dezelfde waarde als wat ik daarnet gegeven had. Wat te doen? Minder geven was geen optie. Meer wel, maar dat zou dan het dubbele bedrag worden van mijn vorige donatie. Ik stond daar al met een open portemonnee en dan is er natuurlijk geen weg meer terug. Ik gaf de man het biljet tussen zijn stompen in.
Ja, en dat zag “nummer één”. Die veerde op van zijn traptree en kwam mij achterna. Op dat moment bleek dat hij nog een andere handicap had. Hij was namelijk doofstom en stootte voor mij onherkenbare klanken uit. Maar zijn boodschap was pijnlijk duidelijk: “Waarom krijgt die ander twee keer zoveel als ik?”
Tja, wat doe je dan??? Uitleg geven zou niet lukken. Meer geven zou vast weer tot problemen leiden ten opzichte van "nummer twee"....... Ik ben doorgelopen, maar met een naar gevoel. Zo had ik het niet bedoeld.