Abidin
Abidin
“Jongens, als jullie de komende dagen het pad achter dit pension aflopen, kan het zijn dat je een man tegenkomt die eruit ziet als Catweazle, maar je hoeft niet bang te zijn, dat is Abidin, en hij doet geen vlieg kwaad!”
De eigenaresse van het pension in Sögütköy vertelde dat deze man zijn eigen ‘Hof van Eden’ had gecreëerd dat zich enkele honderden meters boven de Saranda baai bevond. Abidin had deze plek de mystieke naam “Secret Garden” gegeven, en daarmee was mijn nieuwsgierigheid definitief gewekt.
De dagen erna liep ik verschillende malen het pad af, in de hoop een ‘toevallige’ ontmoeting te bespoedigen, maar Abidin vertoonde zich niet en ik begon me af te vragen of hij niet ontsproten was aan de levendige fantasie van onze pensionhoudster.
Op de wekelijkse marktdag was het dan eindelijk zover. We stonden met een groepje te wachten op de dolmus om het hoger gelegen centrum te bezoeken, toen iemand ons op een gammele en hevig pruttelende Vespa tegemoet reed.
“Wie wil er met Abidin op de brommer richting markt?” vroeg de pensionhoudster, en voor ik bedacht had of het nu wel zo’n goed idee was om bij deze woest uitziende Turkse hippie achterop te springen, riep ik enthousiast “Ja, ik!” en onder luid gelach van mijn reisgenoten tuften we tergend langzaamaan bergopwaarts.
Na tien minuten bereikten we het dorpscentrum. Met grote charme en voorkomendheid hielp hij mij van zijn Vespa af en nodigde me uit voor een kopje Turkse koffie. Soepel converseren was er niet bij, maar met de nodige handgebaren, instemmend “aha” en betekenisvolle blikken waren we het roerend eens over de meest onbenullige onderwerpen.
“You, eat, in Secret Garden, yes?” vroeg Abidin.
Mijn gretige “Evet!” stemden de weergoden helaas niet gunstig. De regenachtige avonden die volgden gooiden roet in het eten dat Abidin mij had willen voorschotelen in zijn Geheime Tuin.
Ruim een jaar later liep ik Abidin weer tegen het lijf bij de Saranda baai. De dagen waren zinderend heet en de avonden zwoel, niets stond een bezoek aan de Secret Garden deze keer nog in de weg.
Samen met zijn dochter haalde hij mij diezelfde avond op. Zijn Vespa stond al klaar, met tasjes aan het stuur, een koelbox op de treeplank en daar bovenop nog een enorme watermeloen. Terwijl ik achterop de brommer klom, probeerde Abidin de boel in balans te houden. Lopen leek me stukken veiliger, maar ik vond het onbeleefd mijn twijfel over zijn stuurmanskunsten uit te spreken. Dochterlief was assertiever, zij volgde te voet.
Na een kort ritje vol acrobatische slippartijen, stopten we bij een geitenpad dat steil de berg op kronkelde. Ik had moeite om heelhuids boven te komen, maar Abidin rende met tasjes, koelbox en meloen, routineus voor mij uit.
De Secret Garden was ronduit wonderbaarlijk. Alsof je op het mooiste plekje op aarde een rommelmarkt bezocht. Een tweepersoons bed, dressoir, zelf gefabriceerde keuken, eettafel, stoelen, een nog niet aangesloten wc-pot, alles was over het geitenpad door Abidin omhoog gesleept. Ik begreep zijn inspanningen: het uitzicht over de Saranda-baai, de kleine eilandjes en in de verte Symi, was adembenemend mooi! Dit was zijn kleine koninkrijk, compleet met boomgaard, moestuin en kruidenplanten.
Van salie, tijm, kamille, munt, citroensap en tonic, maakte hij zijn Secret Garden Special-cocktail. En terwijl zijn dochter Turkse pannenkoeken bakte, paprika’s boven een kolenvuur werden geroosterd en een heerlijke salade voor me neergezet werd, voelde ik me geweldig: dit was werkelijk een paradijsje.
Heerlijk eten, een Turks-Engels woordenboekje, een prachtige zonsondergang en goed gezelschap waren de ingrediënten voor een onvergetelijke avond.
En drank, heel veel drank…. Wijn, bier en whiskey werden door mijn gastheer in willekeurige volgorde en in moordend tempo achterover geslagen, en hoewel een verbale communicatie door de taalbarrière al lastig genoeg was, werd dit door Abidin’s gelal en onbesuisde motoriek alleen maar onbegrijpelijker. Zijn evenwichtsorgaan bleek ook niet ongevoelig voor deze grote hoeveelheden alcohol, en dat zorgde voor een -op z’n zachtst gezegd- uitdágende terugreis. De dochter liep achterwaarts het geitenpad af, terwijl ze me met het licht uit haar mobiele telefoon bijscheen. Abidin probeerde hoffelijk het pad te verlichten met zijn zaklamp, maar nam mij geregeld in zijn veelvuldige glijpartijen mee. Met veel “Excuusssszzzz me’s” en bulderlachen krabbelde hij dan weer overeind om na enkele stappen weer onderuit te gaan.
Het mag een wonder heten dat we- op wat schrammen na- ongedeerd beneden kwamen. Na een hartverwarmend afscheid gingen we ieder ons weegs.
Hoewel ik de jaren erna Abidin nog vaak ontmoet heb, bleek hij afgelopen zomer te zijn vertrokken. Problemen met zijn familie en werk nabij de Zwarte Zee hielden hem weg bij zijn Secret Garden.
Even dacht ik erover om via het geitenpad omhoog te klimmen, maar ik realiseerde me dat het geheim van de tuin juist schuilde in de aanwezigheid van Abidin.
Ik keerde om en liep terug naar het pension.