avontuur in Tibet
avontuur in Tibet
“Jha, is Rongphu. Look, monkeys!” We kijken verbaasd om ons heen: apen bij het hoogste klooster ter wereld?? Hier in de sneeuwstorm op 5000 meter? Onze ogen speuren de omgeving nog eens af. Nee, geen aap te bekennen. Wel lopen er een paar monniken gebogen in de wind, hun rode gewaden wapperend en bespikkeld met grote sneeuwvlokken…. O, monniken, hij bedoelt gewoon monniken.
Sinds Gids in Lhasa in de jeep stapte is dit soort ‘misverstanden’ aan de orde van de dag. Soms vervelend, af en toe niet te achterhalen wat hij bedoelt en met vlagen hilarisch. Een van de vele uitdagingen tijdens onze roadtrip van Hongkong via Lhasa naar Kathmandu.
We zijn onderweg naar het Basecamp onder de rook van Chomolungma (Mt. Everest) om daar in een tent de nacht door te brengen. Natuurlijk gaat dit niet zonder slag of stoot. De papieren van Chauffeur kloppen niet en we kunnen niet veel anders doen dan twee uur terug rijden naar het vorige dorp. Daar worden we van het ene politiebureau naar het andere gestuurd, maar het lukt. Met de benodigde papieren en stempels komen we daarna in één keer door de controle en een schitterende route volgt. De Himalaya ontvouwt zich voor ons oog en langzaam wordt de wereld witter. Als we bij Rongphu aankomen drijven de eerste sneeuwstormen ons tegemoet. De overnachting in de tent bij het Basecamp gaat dus niet door. Zelfs de 8 kilometer lopen naar het kamp kan niet doorgaan. Er ligt teveel sneeuw. Logge, oude Russische vrachtwagens rijden ons afgeladen tegemoet. De tentbeheerders trekken met hun tenten naar lager gelegen gebieden, verder weg van de sneeuw en snijdende wind. Klanten zullen zich toch niet meer aandienen. Behalve wij dan! Op zoek dus naar een andere slaapplaats. Niet iedereen van ons groepje van 4 ziet het zitten om bij de nonnen van het klooster te slapen, het guesthouse is vol en dus checken we het ‘hotel’. Het is er steenkoud, er is geen badkamer en het is duur. Toch lijkt dit de enige overgebleven optie, dus we slapen in het onpersoonlijke hotel. We worden getrakteerd op een ijzige, ademloze en dus slapeloze nacht. Het voordeel daarvan is dat we zo vroeg op zijn dat we de zon op zien komen. Chomolungma is in al haar glorie te zien, wauw! Zo dichtbij en zo groot. Bijna vergeten we de kou, bijna.
Gids en Chauffeur doen deze trip allebei voor het eerst. Niet echt een sterke combinatie dus en we krijgen de indruk dat we zonder onze kaarten en oplettendheid van een aantal van ons deze trip niet hadden kunnen volbrengen. Gids weet wel een ‘nieuwe’ en snellere weg (welke weg??) richting Nepalese grens. Regelmatig vraagt Chauffeur ons met handen en voeten welke kant we op moeten en uiteindelijk komen we weer terug op de Friendship Highway. Nu weten we in ieder geval dat we de goede kant op gaan. Hobbelend schudden we over de weg en passeren we paardenkarren, pelgrims en zelfs een rammelende motorfiets. Het is de mooiste rit tot nu toe, helemaal als we de bergen en de metershoge, hagelwitte sneeuw inrijden. We passeren tientallen kuddes schapen die naar lager gelegen weides gebracht worden. Plots staan we stil. In de verte staat een lange rij vrachtwagens stil. Een van de ronkende monsters staat overdwars op de weg en blokkeert zo onbedoeld de doorgang. Er is geen doorkomen aan en we vermaken ons in de sneeuw tot de wagen aan de kant is gesleept. Na een lange dag scheuren we Zhangmu in. Rijen geparkeerde, kleurrijke vrachtwagens flankeren de weg en geven aan dat we in een echt grensdorp zijn. We genieten van een onze eerste hete douche in lange tijd en eten heerlijke curry’s en burgers. De volgende dag nemen we afscheid van Gids en Chauffeur en lopen we de Friendship Bridge over. Tibet uit en Nepal binnen. Een nieuw land, een nieuw avontuur. Maar niet alleen voor ons begint een nieuw avontuur: we zwaaien Gids en Chauffeur na en vragen ons serieus af of ze ooit Lhasa gaan terug vinden met z’n tweetjes…. We keep our fingers crossed!!