Noordoost Thailand

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Noordoost Thailand image

In de pyjama dwalend door het kale Buri Ram

Noordoost Thailand
Thailand
Annettoz

In de pyjama dwalend door het kale Buri Ram

De bus komt met een schok tot stilstand. Wakkergeschud door de klap kijk ik met samengeknepen ogen uit het vieze busraampje. Buiten begint het donker te worden en de wereld lijkt het meeste van haar kleur verloren te hebben, of komt dat door de grauwe kale huizen die overal op elkaar staan gepropt? Elke Thai in de bus staat op en zoekt de bagage bij elkaar. Het vrouwtje aan de andere kant van het gangpad kijkt me onzeker aan en zegt voorzichtig “is Buli Lam”. Oh, oke bedankt. Ik ben dus op de mysterieuze plaats van bestemming aangekomen en het ziet er niet naar uit dat hier een olifanteneiland in de buurt ligt!

Ik graai snel mijn cameratas, mijn rugzak en mijn plastic tasje vol eten bij elkaar en begeef me naar de uitgang met mijn stille medereizigers. Als ik de bus uitstap wordt ik zoals overal in Thailand bestormd door taxichauffeurs. Hier is het helemaal erg, omdat ik blijkbaar de enige toerist van de hele dag ben. De gevraagde prijzen zijn zelfs voor deze uithoek belachelijk hoog, maar ze weten dat ik geen andere keuze heb. Er is hier werkelijk niks anders. Hopeloos kijk ik nog een keer goed om me heen, maar op een vreemde klokkentoren die eruit ziet als een zendmast en wat scootertjes na is er verder niks. Net als ik besluit dan maar met zo'n peperdure taxi mee te gaan, tikt het vrouwtje uit de bus op mijn schouder. “Wheh you go?” Ik zoek nog een keer naar het smsje van Fred waarin hij de naam van het hotel heeft gegeven waar hij zit. “The Thai Hotel”, lees ik hardop voor. Haar gezicht klaart op. “Oh come, come”, en ze gebaart druk naar een grote zwarte jeep met geblindeerde ramen die een paar meter verderop staat. Nieuwsgierig loop ik achter haar aan op de auto af. “Come, come”, gebaart ze weer haastig terwijl ze de voordeur voor me openhoudt. Het wordt nu snel donker en de taxichauffeurs verdwijnen allemaal weer de donkere zijstraten in nu ze doorhebben dat de laatste buit voor hun neus wordt weggekaapt. Achter het stuur zit nog een klein Thais vrouwtje in een duur uitziende zijden pyjama. Verlegen en een beetje beschaamd lacht ze me toe en vraagt of ik een lift nodig heb. Nou graag! Ik stap in en weg scheuren we.

Tijdens een moeizaam maar vriendelijk gesprek met de vrouwen ontdek ik dat de vrouw uit de bus in Bangkok werkt en elk weekend terugreist naar Buri Ram, haar geboortestad. De vrouw in de pyjama is haar zus en lag eigenlijk al te slapen, toen ze hoorde dat ze haar zus moest ophalen van het station. Al pratend rijden we flink wat rondjes door het kale centrum van Buri Ram. Er is hier echt niks te beleven! Uiteindelijk stoppen we voor een klein hotel en de vrouwen wijzen trots naar de ingang. Boven de deur hangt een groot bord met daarop een vage Engelse naam. “Euhm, dit is niet de goede. I need the Thai Hotel”, en meteen snappen we waar het mis is gegaan. Ze dachten dat ik vroeg om EEN Thais hotel. Waar het Thai Hotel ligt weten ze niet, maar ze denken er niet aan om hun gast op straat te zetten! We rijden door, op zoek naar iemand op straat maar alles lijkt verlaten te zijn. Na een half uur ronddwalen door de kleinste straatjes staan we opeens toevallig stil voor het hotel waar we naar op zoek zijn! Ik ben zo blij dat ik ze wel kan omhelzen! Dat doe ik uit beleefdheid toch maar niet en na veel bedankjes stap ik uit en loop het hotel binnen.

Er moeten hier echt weinig bezoekers komen, want in de lounge zitten alle familieleden van de eigenaar van het hotel tv te kijken. Niemand maakt aanstalten om op te staan als ze mij binnen zien komen en onzeker zeg ik dat een vriend al hier is ingecheckt. “Oh yeah, room 21”. Ik loop naar boven en zie dat sommige gangen zijn afgesloten en de vloerbedekking van de grond is getrokken. Lonely Planet zei nog wel dat deze armzalige boel het beste is wat de stad te bieden heeft! Na wat zoeken vind ik de gammel uitziende deur van kamer 21 en klop aan. Pas wanneer ik Fred zijn brede grijns zie geloof ik echt dat ik in het goede stadje ben aangekomen.

De hotelkamer ziet er niet uit. De badkamer lijkt net een Oost-Duitse bunkerdouche met smerig witte gebroken tegels tegen de muur en dikke ijzeren kranen die constant lekken en een groene uitslag op het metaal achterlaten. De kamer is klein, bruin en stoffig en de airconditioning klinkt als een helicopter die in de kamer hiernaast opstijgt, maar wat maakt dat uit! We hebben in ieder geval een bed en een dak boven ons hoofd! “Ik ben zo blij dat je er bent”, zegt Fred. “Ik zit hier al de hele dag en er is echt niks te doen, maar ik heb wel een leuke bar ontdekt. Die moet je zien!” We gooien mijn spullen op het bed en gaan meteen door naar de bar.

Terwijl we over straat lopen langs een paar barretjes waar de locals buiten zitten te drinken, worden we aangesproken door elke derde Thai die we tegenkomen. De bar ligt verscholen achter wat kleine barretjes en aan de scooters op de parkeerplek te zien, gigantisch populair onder de jongeren hier. Zodra we binnen zijn in de mega-bar kom ik ogen en oren tekort. De wanden zijn tot aan het plafond bekleed met grote rood-witte schilderijen van politieke helden uit de geschiedenis. Op het podium staat een band Thaise rockmuziek te spelen en overal om ons heen staan de Thai op de meest vreemde manieren te dansen. Armen en benen worden wild door de lucht gezwaaid. Fred en ik bestellen een biertje en nemen al snel deel aan dit kinderlijke dansen wat een geweldig gevoel van vrijheid geeft!