Chiang Mai

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Chiang Mai image

Ziek door een mysterieuze beet

Chiang Mai
Thailand
Annettoz

Ziek door een mysterieuze beet

Tijd om het nachtleven van Chiang Mai eens nader te onderzoeken! Erica en ik zijn net terug van onze verkennende fietstocht door de buitenwijken van de stad en worden bij terugkomst in het hostel door een groep Engelsmannen uitgenodigd om mee te gaan stappen. Met tien man sterk lopen we naar de kant van de weg en binnen no-time staan er vier rode taxi's voor onze neus, te bekvechten om wie de laagste prijs heeft te bieden. Prima! Scheelt ons weer afdingen. Uiteindelijk wint de jonge chauffeur die met zijn zoontje op de stoel naast hem ons de lage prijs van slechts 10 baht per persoon aanbiedt. Lager willen we ze niet eens laten bieden. Je reinste diefstal!

We stappen allemaal achterin de open taxi en schuiven een verkreukeld papiertje met daarop een Thais adres door het raam. De chauffeur vraagt me vier keer waar het is en op het moment dat we willen uitstappen omdat de man niet schijnt te weten waar we heen willen, werpt hij nog een laatste blik op het adres en roept overtuigd “I know where it is!” en weg rijden we. Tot onze grote verrassing komen we via een grote omweg nog aan op plaats van bestemming ook.

De Riverside Bar is het beste niet snobistische restaurant in de stad en heeft elke avond verschillende live acts die optreden. Ook is er de mogelijkheid om op de boot te eten die om de paar uur vertrekt vanaf het restaurant. Naast de gezellige inrichting en de goede entertainment is het eten uitstekend. De 'Green curry fried rice with coconut milk' wordt al snel mijn favoriet en ik zou alleen al op en neer vliegen naar Chiang Mai om dat heerlijke gerecht nog een keer te kunnen eten.

Het laatste gedeelte in de taxi is uitgelopen op een gezellige boel, inclusief gesprekken die nergens over gaan, veel lachen en hechte groepsgevoelens. Terwijl ik midden in een uitbundig verhaal zit, wordt ik gestoken in mijn elleboog. De plek begint meteen te branden en zwelt op. Ik kon niet zien waardoor ik geprikt werd, maar een ding weet ik zeker; het was geen mug! Met alle giftige spinnen die op topsnelheid mijn brein passeren in combinatie met mijn hypochondrische aanleg, roep ik geschokt naar mijn medepassagiers “SUCK MY ELBOW!” Iedereen denkt dat het nog steeds hoort bij een of ander grappig verhaal en ze beginnen allemaal hard te lachen. Ondertussen voelt het alsof er een brede band strak om mijn bovenarm zit gespannen en wanhopig probeer ik zelf de plek uit te zuigen. Verdorie, op 3fm spraken ze de waarheid toen ze zeiden dat een mens niet aan zijn eigen elleboog kan likken! (Slangenmensen uitgezonderd). Nog een keer vraag ik of iemand mijn elleboog wil uitzuigen, maar de enige reactie die ik krijg is “Ja daag, we kennen je net tien minuten!”

Geruststellend vertel ik mezelf dat als het inderdaad een giftige spin was geweest, ik al na vijf minuten onwel was geworden en stap samen met de rest uit bij de Riverside. Een heerlijke maaltijd, twee olifantenbier en drie nieuwe boekideeen verder besluiten we verder te gaan naar een reggae bar in de buurt. De pijn in mijn arm straalt nu uit tot aan mijn nek, maar het was in ieder geval geen levensgevaarlijke beet want ik kan nog lachen!

De reggae bar is enorm gezellig. Op de grond liggen oude planken met een laagje zand erbovenop. De toeristen gaan allemaal uit hun dak op de dansvloer, vlak voor de live band die maar liefst acht personen telt waaronder een zanger die lijkt op Jack Sparrow, maar een stem heeft als Bob Marley. Tussen de dansende toeristen lopen enkele straathonden op zoek naar wat aandacht en op de grond gevallen snacks. Met z'n allen dansen we door tot de bar om twee uur sluit, waarna we op zoek gaan naar een tuk-tuk om ons naar het hostel te brengen! Het lukt ons om twee tuk-tuk's te stoppen die ons voor maar liefst 300 baht mee willen nemen. De afzetters. Uit stil protest proppen we zoveel mogelijk mensen in een tuk-tuk, waarbij er drie achterin zitten, een daaroverheen ligt en er twee naast de chauffeur klimmen en half aan de zijkant hangen. Met twee volgeladen tuk-tuk's scheuren we door het nu pikdonkere Chiang Mai.

De volgende ochtend sta ik op met een hevige koorts, een kloppende arm en zere spieren. Wanneer Erica me zoals gewoonlijk wakker komt maken en ziet hoe ziek ik ben zegt ze verontschuldigend; “misschien had iemand toch je arm moeten uitzuigen.” Naarmate de dag langer duurt, begin ik me steeds beroerder te voelen. Zelfs traplopen lijkt een onmogelijke opgave.

De volgende twee dagen lig ik vooral op bed en wordt 's middags wakker van de schoonmaakster die telkens weer met een lieve glimlach de ventilator naar mijn voeteneinde draait zodat ik niet mijn bed uit brand. Op de derde dag zou ik terugreizen met Erica naar Bangkok. Helaas is mijn koorts nog niet weg en zijn nu ook mijn lymfeknopen in mijn lies en keel gaan opzwellen. Mijn gebroken teen klopt als een op hol geslagen hart, mijn arm kan ik nauwelijks optillen en het voelt alsof mijn hoofd vloeibaar is geworden en bij elkaar wordt gehouden door een dun vlies wat elk moment kan scheuren. Ik heb me zelden zo rot gevoeld, dus neem ik afscheid van de lieve Erica en terwijl zij naar het treinstation rijdt, hijs ik mezelf in een tuc-tuc en rijd naar het Chiang Mai ziekenhuis. Twee jongens bij ons op de kamer ontdekten een paar dagen terug dat ze de Mexicaanse griep hebben en zijn opgenomen in het ziekenhuis. Zou dat het zijn, of heeft toch te maken met de mysterieuze beet?

Foto's

986b7.jpg
986b7.jpg
Annettoz
4befd.jpg
4befd.jpg
Annettoz
c24c1.jpg
c24c1.jpg
Annettoz