Chiang Mai

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Chiang Mai image

Chiang Mai

Chiang Mai
Thailand
Annettoz

Hutten bouwen in de nachttrein naar het noorden

Door veel mensen was ik gewaarschuwd voor de nachttrein. “Zorg ervoor dat je eerste klas reist” en “neem het onderste bed, want het bovenste is zo klein!” Erica en ik besluiten een ticket op het station te kopen, vlak voordat de trein naar Chiang Mai vertrekt. De beste plekken zijn dan al vaak vergeven, maar we hebben geen keuze. We lopen naar de balie waar een groot bord boven hangt “Foreigners ONLY”. De rij ernaast reikt bijna tot op straat en is volledig gevuld met zwartharige kleine mensen. De man achter de balie met het bord erboven zit letterlijk uit zijn neus te eten. Erica en ik lopen naar de man en rukken hem uit zijn smakelijke bezigheid. Vijf minuten later staan we weer in de grote hal met twee tickets voor de tweedeklas wagon en het enige wat nog vrij was, waren twee bovenste bedden. Nou ja, als het echt zo slecht is nemen we gewoon een drankje in de trein en dan moet het wel goedkomen.

De trein rijdt keurig op tijd voor, wat ongewoon is voor Thaise maatstaven. Een goed begin van onze rit naar Chiang Mai! Een uur later staan we nog steeds stil, zonder te weten waarom de trein nog niet vertrokken is en waarom we zoveel vertraging hebben. Iedereen zit al, er wordt niks meer ingeladen en de motor staat al een uur luid te ronken. Net op het moment dat we ons erbij hebben neergelegd dat we nog voor onbepaalde tijd moeten wachten en we een gezellig gesprek zijn begonnen met onze Franse bejaarde buren die met hun 40 jarige zoon een rondreis door Thailand maken, komt de trein met een schok in beweging. Een paar koffers hadden niet gerekend op deze plotselinge vooruitgang, net als een paar passagiers, en vallen met een klap uit hun rekjes.

Erica haar enthousiasme groeit met de meter dat we dichterbij onze eindbestemming komen en dat terwijl we pas net een paar minuten onderweg zijn! Met haar enthousiasme groeit ook haar woordenvloed die ik inmiddels niet meer kan volgen en met moeite probeer ik mijn ogen open te houden, maar ze branden en zijn droog en willen het liefste gewoon lekker in slaap vallen. Ik ben dan ook erg opgelucht als de steward al om 21.00 uur langskomt om de bedden uit te klappen en op te maken. Dit is even een hectisch moment. Het smalle gangpad staat nu vol met mensen die toekijken hoe hun stoelen worden omgebouwd tot bedden, bagage wat opnieuw strategisch neergeplant moet worden en stewards die met dekens en kussen staan te wapperen. Als ik zie hoe de man mijn bed uit het plafond tovert valt mijn mond open van verbazing. Wat een prachtbed! Als een soort bagagerek in een vliegtuig, komt mijn bed uit het plafond zakken waarop al een matras en een plastic zak met schone lakens ligt. Behendig monteert de steward het blauwe gordijntje voor de open wand en gebaart mij dat het bed klaar is. Via het kleine ijzeren trappetje klauter ik omhoog, waarbij ik me stevig vast moeten houden dankzij het geschud over de rails, en duik mijn hut in. Zoals ik al eens eerder gezegd heb, ben ik gek op knusse hoekjes, verstopte slaapplekken en kleine hutten. Het kind in mij was dan ook dolgelukkig met dit mini-bed wat op een bagagerek lijkt! Ik kan begrijpen waarom de gemiddelde Europees niet blij is met het smalle bed, maar ze hadden mij geen groter plezier kunnen doen! Na mijn cameratas aan mijn enkel te hebben gebonden, mijn slippers in het kleine opbergvakje naast mijn hoofd te hebben gestopt val ik na het lezen van vijf regels uit mijn boek al in een diepe slaap.

De volgende ochtend schrik ik wakker wanneer een groot Thais hoofd door mijn gordijntjes heen naar binnensteekt. “Miss, you want breakfast?” Aan de andere kant van de gordijntjes hoor ik hoe de rest van de wereld al klaarwakker is. Bedden worden opgeklapt, drukke gesprekken worden gevoerd en het bestek tikt tegen de overvolle ontbijtborden. Het is een understatement om te zeggen dat ik niet zo helder ben ik de ochtenden. Noem me maar gerust een zombie. Op de automatische piloot probeer ik het kleine trapje af te klimmen, terwijl mijn been nog ergens verstrikt in mijn cameratas zit. Dit zorgt ervoor dat ik half uit mijn hut kom vallen en daarbij mijn dekens en tas mee naar beneden sleep. Het heldere licht doet pijn aan mijn ogen en ik probeer tevergeefs mijn warrige haar in de plooi te brengen, wanneer mijn buren mij fris en alert aanstaren. Ik gooi mijn baal rotzooi weer terug op mijn bed, mompel zoiets als “morning” en loop met halfgesloten ogen, op blote voeten, naar het toilet. Daar aangekomen roept een zacht stemmetje ergens in mijn achterhoofd dat ik hier beter slippers kan dragen, maar mijn zombie-status is nog lang niet over en gapend stap ik het toilet binnen. Wanneer ik terugkom heeft het grote Thaise hoofd mijn bed alweer ingeklapt en moet ik verplicht plaatsnemen in de tevoorschijn getoverde stoel. Ik krijg geen ontbijt, want blijkbaar moet je dat kopen en in deze toestand heb ik even geen flauw idee hoe dat werkt, dus kies ik voor de beste optie en val in slaap tegen het raam waar vetvlekken opzitten van de vorige slaper die in deze stoel heeft gehangen. En waarschijnlijk teveel gel in zijn haar had zitten.

Na nog een koud uurtje, dankzij de gierende airco, onder mijn veel te kleine handdoek te hebben opgekruld gelegen stopt de trein en komt een energieke Erica naar me toe gelopen met de melding dat we Chiang Mai hebben bereikt. Nu komt het moeilijkste gedeelte van de reis: een taxi regelen. De chauffeurs staan al op ons te wachten op het perron. Gelukkig is een van ons wakker! Met halfgesloten ogen sjok ik met mijn rugzak op mijn rug, achter Erica aan en stap uit de vriezende trein op het zonovergoten perron van Chiang Mai.