Thailand
De reis is vaak mooier dan de bestemming - gestrand in het pure Hat Yai, Thailand (DEEL 2)
VERVOLG VAN DEEL 1 - ZIE ANDERE BLOG
De volgende dag ging het tempo met een tandje lager en namen we meer de tijd om van de stad te genieten. Hat Yai bleek namelijk – en dat was nog niet gezegd – een fantastische, écht Thaise stad met ontzettend veel charme. Het is niet traditioneel, maar juist onverwachts modern. Hier zie je het stadsleven van de Thai die hard werkt voor zijn geld en vervolgens ook lol maakt, gaat shoppen, boodschappen doet en met vrienden in het park gaat hangen. Dit in tegenstelling tot de plekken waar wij geweest zijn, waar de Thai hun geld verdienen met toerisme en je hierdoor als reiziger altijd in het midden van de belangstelling staat. Hier waren wij de enige blanken in de stad (wij kwamen ze tenminste niet tegen) en daarmee een toeristische attractie, maar meer door mijn lengte en onze witblonde haren en niet door het fictieve ticket uit de armoede die we bij ons dragen. Na even kort staren (iedereen), wijzen (verlegen kinderen) of een foto momentje (brutale jongeren) ging iedereen weer verder met zijn leven en blenden we helemaal in. We voelden ons dan ook niet de toerist, maar meer een antropologische ontdekkingsreiziger.
We sleten de dag met het bezoeken van een gigantische lokale markt waar mensen vanuit de gehele regio hun waren verkochten. Ik viel van de ene verbazing in de andere over wat mensen allemaal verkochten, en wat ze blijkbaar allemaal eten in deze regio – volgens mij met het motto: als het leeft is het eetbaar. Kramen vol met gefrituurde en levende insecten, bakken vol met levende slangen, schorpioenen, grote padden en schildpadden, alle delen van koeien, schapen en geiten en andere niet-definieerbare dieren – vaak al half vergaan en vol met vliegen. Naast de verbazing was er het plezier – de Thai vonden het geweldig dat wij zo geïnteresseerd waren en in de drie woordjes Engels die ze spraken, werden we constant aangesproken om ons met een brede glimlach over te halen iets te proeven. Nu wilde ik de gefrituurde sprinkhaan best proberen, maar toen de volgende aan kwam met een stuk gefrituurde schildpad-vlees sloeg ik toch even over. Na een hele middag op de markt en een goede late lunch was het alweer te laat om de terugtocht uit te zoeken. Goh, wat vervelend…
De volgende dag moest het dan toch echt gebeuren en met wat nieuw ingewonnen advies van een Thaise zakenreiziger die we ontmoet hadden, en met een papiertje met in het Thais onze bestemming, hadden we al snel een busreis naar Ipoh, Maleisië, geboekt voor de volgende dag. Een flinke opluchting en daarnaast ook blijdschap dat we nog een dag in Hat Yai zouden blijven. Op een klein marktje kochten we bij voedseltentjes gefrituurde vis en noodles welke we in het volle park tussen de gezinnen aten (het was zaterdag). S’avonds gingen we naar de bioscoop en waar de film (in het Engels, met Thaise ondertiteling) totaal geen indruk maakte was het een hilarische ervaring om mee te maken dat voor elke film in Thailand er een corny jaren ’70 propaganda filmpje van de koning gedraaid wordt en iedereen op staat en het volkslied zingt. Wij ook maar even staan dus, al was het maar om niets van het filmpje te mogen missen. Hierna gingen we naar de bowlingbaan wat dé hotspot bleek te zijn van Hat Yai, met massa’s melige jongeren die alcohol-loos helemaal los gingen op vreselijke Thai-popmuziek. Waar we ons na 5x op de foto een echte celibrity voelde, werd het erna toch wel een beetje irritant, maar toch hadden we een fantastische avond. Na diverse ontmoetingen met leuke jongeren die verbazingwekkend goed Engels konden en erg geïnteresseerd waren in Nederland en onze politiek en economie, gingen we voldaan terug naar het hotel. Met lood in de schoenen, omdat we wisten dat we de ochtend erna zouden vertrekken.
De drie volle dagen die we in Hat Yai waren brachten mij uiteindelijk een van de meest indrukwekkende ervaringen op mijn rondreis. Nergens heb ik mij ook maar een moment onveilig gevoeld, maar het gebrek aan andere westerlingen en het gebrek aan toeristen infrastructuur zorgden voor een hele pure ervaring waarbij ik mij een ontdekkingsreiziger voelde. Het was de puurheid en oprechte gastvrijheid en geïnteresseerdheid die de mensen zo fijn maakten en het was heerlijk om (redelijk) onopvallend door een Thaise stad te lopen waar armoede niet de klok slaat, maar waar de mensen plezier hebben met elkaar en een gelukkig leven hebben. Uiteindelijk maakte dit veel meer indruk dan de gouden Boeddha’s, bruggen over Kwai-rivieren, bergvolkeren, olifantenritjes en de honderden de tempels die we bezocht hadden. En alhoewel dit keer de eindbestemming (Cameron Highlands) misschien wel mooier was, heeft de reis er naartoe minstens zoveel indruk gemaakt. Aan iedere reiziger die worstelt met hoe hij de oversteek Thailand-Maleisië moet maken heb ik dan ook maar een advies: kies voor het avontuur en ga naar Hat Yai. En hopelijk voor hem/haar heeft deze dezelfde pech en krijgt hij ook de kans om de stad te leren kennen.