Mishandelde kolossen op het olifanteneiland Baan Pai Noi - deel 2
Mishandelde kolossen op het olifanteneiland Baan Pai Noi - deel 2
'Miss, you wake up?' Heerlijk uitgerust draai ik me om op het grote tweepersoonsbed. Aan de andere kant van mijn klamboe staat een tenger Thais vrouwtje in de deuropening vriendelijk naar me te lachen. 'Yes, I'll get up now.' En meteen verdwijnt ze weer naar de overloop en laat de houten deur krakend in het slot vallen.
Met een zucht laat ik me achterover vallen in de heerlijke kussens en kijk de kamer rond. Wat een prachtig huis is dit. De vrijwilligers van het olifantenproject verblijven bij de dorpbewoners en ik kreeg dit gezin toegewezen. Ik weet dat ze hier arm zijn, maar dit huis is een juweeltje. De donkere houten woning is ontzettend ruim en blijft verrassend koel in de zinderende hitte. Door de felle zon verspreidt het hout een heerlijke, lichtzoete geur. Met een beetje tegenzin sta ik op en loop naar de badkamer. Stromend water is hier niet, maar in een gemetselde kuip ligt opgevangen regenwater. Het roze plastic bakje wat op de waterplas ronddobbert kan ik gebruiken om de wc door te spoelen en om over mijn hoofd heen te kieperen en mijn bezwete haren eens een flinke wasbeurt te geven.
Alle vrijwilligers zitten al aan de lange ontbijttafel midden op straat, wanneer ik naar buiten loop. Antoinette herhaalt nog een keer de plannen voor vandaag. 'Bomen planten, stekjes scheiden, de grond bemesten, de olifanten voeren en boomstammen naar het eiland brengen!' Na het uitgebreide ontbijt komt ons vervoersmiddel voorrijden. De alternatieve tractor is aan de voorkant helemaal open en heeft een flinke laadbak aan de achterkant zitten. De Thaise bestuurder springt uit zijn stoel en geeft een slinger aan de motor, die nog harder begint te ronken. De laadbak wordt opengedaan en een gammel plastic stoeltje op de grond, duidt erop dat we achterin moeten stappen.
Comfortabel is anders, maar het uitzicht vanuit de laadbak is fantastisch. De groene rijstvelden en de houten hutjes trekken aan ons voorbij, terwijl de zon op mijn blote armen speelt. Nog steeds vraag ik mij af waar hier een eiland ligt, tot ons voertuig stilhoudt. Vlak voor ons staat een wiegende hangbrug over het water heen naar een klein stukje land in het midden van een meer. Het olifanteneiland! Naast de brug staat een groep Thaise kinderen met enkele begeleiders op ons te wachten. Het zijn de kinderen uit het dorp die ook komen helpen. Antoinette betrekt de dorpelingen bij het project om ze bewust te maken van de zorg die olifanten en de natuur nodig hebben.
'Het is schrijnend', vertelt Antoinette die tijdens haar eerste reis naar Thailand geconfronteerd werd met jonge olifantjes in Bangkok die dronken werden gevoerd door toeristen. 'De dieren worden met grof geweld uit de natuur weggehaald, bij hun familie vandaan, ze moeten 's avonds door de stad lopen, worden soms aangereden en krijgen zelfs drugs toegediend om het vol te houden. Daarna slapen ze op een vuilisbelt. Olifanten zijn erg gevoelige dieren en zulke ervaringen kunnen traumatisch voor ze zijn.' Terwijl ze dit verteld, komt er een olifant vanuit de verte op ons afgewandeld, samen met zijn mahoet. Een verzorger uit het dorp die 24 uur per dag bij het dier blijft. Iemand van de organisatie gooit een bak fruit op de grond, zodat we het uitgemergelde dier kunnen voeren. 'Dit is de olifant Noknoi die we hebben gered van de toeristenhandel', gaat Antoinette verder. 'Ze deed rondleidingen door de jungle met toeristen op haar rug. Ze was sterk vermagerd en oververmoeid toen we haar vrijkochten. De rug van een olifant is zwak dus je ziet vaak veel verwondingen bij zo'n trekolifant. Ze laten de dieren zelfs doorwerken terwijl ze hoogzwanger zijn. Ik heb twee olifanten vrijgekocht en meteen een stichting opgericht om de dieren onder toezicht terug te plaatsen in hun natuurlijke leefomgeving en ze een familie te geven. Een olifant in een modderbad zien spelen is toch veel leuker dan naar een show te gaan waar het mishandelde dier voetbalt?'
Voorzichtig geef ik een banaan aan de slijmerige snuit van de oude olifant. 'In Myanmar zijn veel wilde olifanten', legt Antoinette uit. 'Ze worden gevangen met behulp van andere olifanten en dit gaat met grof geweld. De benen worden gebroken, terwijl de botten zo dik als boomstammen zijn. Ze boren gaten in de slurf of snijden een oor eraf. Daarna worden ze net zolang mishandeld tot hun wil gebroken is. Dan worden ze naar de stad gebracht, waar een rijke zakenman ze koopt en een ander ermee door de stad laat lopen om geld op te halen bij toeristen. Die afschuwelijke bezigheid is nu verboden, maar de politie kan niet zomaar iemand arresteren die met zo'n joekel van een beest rondloopt. De dieren zijn erg moeilijk onder controle te houden zonder begeleider.'
Voorzichtig leg ik mijn hand op de stugge maar gevoelige huid van het reusachtige dier. Hij is teveel gericht op het kauwen van een overheerlijke ananas om mijn hand te ontwijken. Ongelooflijk hoe waanzinnig mensen kunnen zijn om deze tedere, maar krachtige dieren zo te behandelen en dat allemaal voor het geld. Op mijn fototoestel laat ik Antoinette een foto zien uit Bangkok. Het is een absurd beeld. Een babyolifantje staat op een drukke straat, naast een groot plastic reclamebord van een softijsje die nog groter is dan het dier zelf. De begeleider kijkt verveeld toe hoe toeristen het versierde olifantje bananen voeren. Antoinette schudt weemoedig haar hoofd. 'Dit moet echt stoppen', zegt ze terwijl ze haar hoofd schudt. 'Ik hoop dat ik dit project flink kan uitbreiden.' Na dit gezegd te hebben stapt ze vol energie op de dorpskinderen af die de knokige olifant nog steeds fruit geven. 'Kom, laten we Noknoi leren zwemmen!' Met behulp van de mahoet leidt ze het logge dier het water in dat eerst onwennig om zich heen kijkt, maar al snel het water met plezier over zijn warme huid laat vallen. Ik hoop ook, Antoinette, dat je nog veel olifanten deze vrijheid en liefde kunt geven.