Een zoete hereniging: Taiwanese ijsthee in Australië
Een zoete hereniging: Taiwanese ijsthee in Australië
Het is februari 2007 en ik bevind me in het Australische Brisbane, waar mijn reisplannen inmiddels zo ingrijpend gewijzigd zijn dat ik heb besloten mijn terugreis naar Nederland een paar weken uit te stellen. Zodoende stap ik in de buurt van mijn jeugdherberg een reisbureau binnen om te vragen of zij mijn ticket voor me kunnen veranderen of dat ik daarvoor contact moet opnemen met mijn luchtvaartmaatschappij, Singapore Airlines.
‘Daarvoor moet je op het kantoor van Singapore Airlines zijn,’ antwoordt de jonge, zo te zien Chinese reisagente. ‘In Queen Street.’
Queen Street ken ik. Het is de voornaamste winkelstraat van Brisbane, met zowel betaalbare winkeltjes als chique winkelcentra met marmeren vloeren, en ook wat leuke restaurants. Een kantoor van Singapore Airlines ben ik er echter nog niet tegengekomen.
‘Waar precies in Queen…’ begin ik. Ik maak mijn zin echter niet af, want op dat moment zie ik op het bureau van de reisagente iets waarvan de adem me in de keel stokt. Iets wat ik al jaren niet meer heb gezien, en waarnaar ik in grote steden met een grote Aziatische minderheid altijd op zoek ben, meestal zonder resultaat.
Taiwanese ijsthee.
Taiwanese ijsthee is geen voorgeproduceerde ijsthee zoals je die in Nederland in de supermarkt koopt. Het is verse thee (zwart of groen) die ter plekke wordt vermengd met een vruchtenextract of melk, als een cocktail wordt geschud en vervolgens schuimend al en met een heleboel ijsklontjes wordt opgediend. Ik maakte kennis met het fenomeen in 1994, toen ik een jaar in de Taiwanese hoofdstad Taipei doorbracht. Op mijn eerste dag in Taipei nam een gids me mee naar een theehuis. Ik stond versteld van het menu, waar zo’n tachtig verschillende theesoorten op stonden. De meeste soorten waren vruchtensmaakjes die je ofwel met groene, ofwel met zwarte thee kon bestellen. Er waren echter ook exotische melktheeën, zoals kokosmelkthee, parelmelkthee en zelfs puddingthee. Dat laatste bleek een bijna milkshakeachtige drank te zijn met op de bodem een laagje zoete pudding. Het duurde even voordat ik het aandurfde, maar uiteindelijk ging ik ook voor de puddingvariant overstag. Het bleek een smakelijke ervaring te zijn, zolang je het idee van theedrinken maar liet varen en je in plaats daarvan instelde op het naar binnen slurpen van een vloeibaar toetje dat toevallig enigszins naar thee smaakte.
Gedurende de maanden die volgden raakte ik absoluut verslaafd aan Taiwanese ijsthee. Het begon met mangothee, lycheethee en hibiscusthee. Vervolgens dronk ik maandenlang niets anders dan zwarte passievruchtenthee, en uiteindelijk ontdekte ik de groene citroenthee die nu nog steeds mijn favoriete drankje is. Samen met mijn beste vriendin, die verslaafd was aan parelmelkthee (melkthee met kleine, taaie tapiocaballetjes), bracht ik uren door in de diverse theehuizen van Taipei, waar we onder het genot van ijsthee, maodou (boontjes in pepersaus) en gefrituurde tofu ons huiswerk deden en lachten om het personeel, dat elke nieuwe klant begroette met een uitbundig ‘Huanying guanglin!’ (Wij verwelkomen uw eervolle aanwezigheid!). Toen ik aan het einde van het studiejaar terug moest naar Nederland, miste ik de ijsthee verschrikkelijk. Mijn moeder kocht braaf Liptonice voor me, maar dat was niet hetzelfde, zelfs niet met een heleboel scheppen suiker erin. Het kwam zelfs niet in de buurt van de thee in de Taiwanese theehuizen.
Er gingen jaren voorbij waarin de herinnering aan Taiwanese ijsthee mijn voornaamste bron van melancholie werd. Ik leefde even op toen ik in Rotterdam een Japans restaurantje ontdekte waar ze vergelijkbare thee op het menu hadden, maar helaas hadden ze daar maar zeven smaken en mijn lievelingssmaken zaten er niet tussen. Intussen hoorde ik via via dat Taiwanese ijsthee in Noord-Amerika aan een opmars was begonnen. Chinese vrienden in Canada meldden dat ze in de Chinatowns van Vancouver en Toronto bubble tea konden kopen in alle smaken waarvan we in Taiwan hadden genoten, met uitzondering van puddingthee. Ook in New York, Boston en Californië kon je als je goed zocht bubble tea vinden. Toen ik op vakantie naar Australië ging, verwachtte ik in Sydney (een stad met een grote Chinese minderheid) tegen mijn geliefde thee aan te lopen, maar dat viel tegen.
Nu ben ik echter in Brisbane, waar veel Taiwanezen wonen, en verdomd, mijn reisagente heeft een beker parelmelkthee op haar bureau staan. Ik zie de dikke, milkshakeachtige substantie met de donkerbruine tapiocaballetjes op de bodem en weet gewoon dat ik haar moet vragen waar ze die vandaan heeft. En dus onderbreek ik mijn vraag over de locatie van het Singapore-Airlines-kantoor en zeg: ‘Rare vraag misschien, maar hoe kom je aan die zhenzhu naicha?’
De reisagente kijkt raar op bij het horen van Chinese woorden uit een blanke mond, en is nog verbaasder als ik uitleg dat ik in Taiwan heb gewoond. Ze komt zelf ook uit Taiwan, zegt ze. We halen een paar minuten weemoedig herinneringen op aan Taipei en vervolgens vertelt ze me dat er in Australië een keten van Taiwanese theehuizen is, genaamd Easyway, met vestigingen in heel Brisbane. Het zijn takeaway-theehuizen, dus rustig zitten en gefrituurde tofu eten is er niet bij, maar de thee smaakt er hetzelfde als in Taiwan, verzekert ze me. En dan zegt ze met een grote grijns: ‘Op weg naar Singapore Airlines kom je langs twee vestigingen.’
Ik val bijna flauw van blijdschap en dankbaarheid.
Inmiddels woon ik alweer twee jaar in Brisbane, en zo langzamerhand kan ik alle Easyway-vestigingen in de stad op mijn duimpje vinden. Zowel het personeel als de clientèle is geheel Chinees, en sommige medewerkers kijken raar op wanneer ik als blonde westerlinge mijn bestelling plaats, maar dat doet me niets. Ik ben herenigd met het beste wat Taiwan ooit heeft voortgebracht, en daar ben ik heel, heel blij mee. Zo blij dat het me zelfs over redelijk heftige heimweeaanvallen heen helpt.
En weet je waar ik ook blij mee ben? Volgend jaar komen mijn ouders op bezoek in Brisbane, en dan kan ik ze eindelijk kennis laten maken met de thee waar ik het al vijftien jaar over heb. Waarschijnlijk vinden ze er niets aan, maar toch!