Halab
Leeuwinnenmelk in het Baron Hotel
Het zijn de kleine details die het hem doen in het oude, ietwat verwaarloosde Baron Hotel in Aleppo. Muggenzifters en mierenneukers zullen het instituut uit 1911 snel afdoen als vergane glorie en hun biezen pakken. Zij raken waarschijnlijk niet vertederd door de grasgroene telefooncentrale bij de receptie, de bestofte flessen sterke drank achter de bar, de bekraste ijzeren plaat van de Duitse Automobiel Vereniging uit 1899 die de voordeur siert of de hotelrekening van Lawrence of Arabia die een ingekaderd plaatsje kreeg in de lounge. Maar ik wel! Voor iemand die immer op zoek is naar fetisjen uit de geschiedenis , is het hotel van de Armeense Mazloumian familie in deze noord Syrische metropool, de parel aan de Levantijnse kroon.
Mijn hart gaat in galop als ik de presidentiële suite betreed en weet dat de Egyptische president Nasser, de Zweedse koning Gustav Adolf en de Amerikaanse miljardair David Rockefeller hier op verschillende tijdstippen in de afgelopen eeuw hun nachtelijke kwijl op de hoofdkussens lieten druipen. Ik verzink in gepeins als ik op het balkon van kamer 215 sta, waar koning Faisal in 1920 de onafhankelijkheid van Syrië afkondigde en vraag me glimlachend af welke jongeling de nachten van de eerder vernoemde T.E. Lawrence mocht opleuken in kamer 202 tijdens de frequente bezoeken van de Britse officier aan dit hotel. Naast deze klinkende namen verraadt het oude, in leder gebonden gastenboek ook nog retraites van onder andere Charles Lindbergh, Amy Johnson en Theodore Roosevelt. Kicken toch?