Oman | Wind en kamelen
Oman | Wind en kamelen
Het hoofd van de Indiër wiebelt vrolijk heen en weer als we hem bedanken voor het heerlijke eten. Zijn hoofd beweegt in een sierlijke opwaartse beweging van rechts naar links, om zachtjes wiegend in het midden weer tot rust te komen. Het is een beweging die alleen Indiërs kunnen maken. Het is een beweging die vrolijk maakt. Als deze sierlijke beweging achterwege blijft, weten we dat we met een andere nationaliteit van doen hebben. Meestal is het dan een arbeidsmigrant uit Bangladesh, die samen met de Indiërs het grootste deel van het werk in Oman verzetten. De Omani gaan gekleed in smetteloos witte gewaden en coördineren het werk dat de arbeidsmigranten voor hen verzetten. Maar vaak hebben ze dat werk uitbesteed aan de beter opgeleide Pakistanen. De Omani houden zo lekker veel tijd over voor andere dingen.
We rijden van de ene naar de andere schitterende plek
Oman was kortgeleden wereldnieuws toen Sultan Qaboos bin Said al Said op 10 januari 2020, op 79 jarige leeftijd is komen te overlijden. Hij kwam in 1970 aan de macht, nadat hij met hulp van Britse militairen het regime van zijn vader omver had geworpen. Hij vond dat zijn vader het land verwaarloosde. Oman stelde in die tijd niet veel voor, met ongeveer 10 kilometer aan verharde wegen en in totaal drie scholen. Onder zijn leiding moderniseerde Oman, groeide de welvaart en kregen vrouwen meer rechten.
Het huidige Oman is een baken van rust en vooruitgang in een turbulente regio. Oman heeft niet zo veel olie inkomsten als haar buren Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Toch is het volgens de Verenigde Naties het land dat de afgelopen 50 jaar het meest ontwikkeld is van alle landen ter wereld. Een prestatie waar Sultan Qaboos persoonlijk voor verantwoordelijk is geweest. Het is dan ook niet verrassend dat hij enorm geliefd was. Na 50 jaar van voorspoed onder leiding van Sultan Qaboos, heeft zijn opvolger Haitham gezworen het gematigde, progressieve beleid van zijn voorganger Qaboos voort te zetten.
We rijden over een indrukwekkende weg door de Jebel al Qamar
We beginnen onze reis door Oman in Salalah, in het uiterste zuiden van het land. Salalah is de grootste plaats in de Dhofar regio en de geboorteplaats van Sultan Qaboos. De eerste dagen hebben we een auto gehuurd om de bergen rond Salalah en de verlaten kust richting Jemen te verkennen. Daar rijden we over een indrukwekkende weg door de Jebel al Qamar van de ene naar de andere verlaten baai omringd door steile kliffen, waar we slapen op witte stranden. Het is hier zo vredig en sereen. Dit terwijl op minder dan 100 km van hier een wrede burgeroorlog wordt uitgevochten, waar Oman niet bij betrokken wil raken.
Ten westen van Salalah ligt het Jebel Samhan gebergte, waar we ’s nachts van een heuveltop worden geblazen. Enkele uren daarvoor zitten we nog te genieten van een zelfgemaakte cocktail. Aangeschaft bij aankomst op het vliegveld in Salalah, maar zo ‘haram’ dat Mette er een aantekening bij de grenscontrole aan heeft overgehouden. Een aantekening die met een gezicht vol afkeer en met grote halen op papier wordt gezet. ‘You bad woman!’.
Achter een overhangende klif beleven we een magische nacht
De wind blijkt een voorbode te zijn van een lange periode van veel wind die ons nog flink in de weg gaat zitten. Met de auto is dat nog geen probleem. We rijden naar een plek hoog in de Jebel Samran, waar we achter een overhangende klif een magische nacht doorbrengen met een weids uitzicht over de bergen en de kust van de Dhofar. Deze ruige en verlaten bergen zijn het domein van wolven, hyena’s en het Arabische luipaard, maar helaas laten zij zich niet zien of horen.
Tussen Sadah en Ash Shuwaymiyah wordt de weg adembenemend
Het globale plan is om vanuit het zuidelijke Salalah naar Muscat in het noorden te fietsen. De verwachting dat de wind voornamelijk in noordelijke richting zou waaien blijkt niet correct. De eerste dagen worden we geconfronteerd met een snoeiharde tegenwind, die ons regelmatig van de fiets probeert te waaien. De afstanden die we per dag kunnen overbruggen zijn daardoor maar kort. Gelukkig zijn er onderweg ruim voldoende plekken om te eten en boodschappen te doen. Ook zijn er zo veel schitterende en beschutte plekken om de tent op te zetten, dat we ons niet eens willen haasten.
Fietsen door een woest en leeg land
Voorbij Mirbat wordt het land leger en woester. Tussen Sadah en Ash Shuwaymiyah wordt de weg adembenemend. De weg kronkelt tussen de grillige roodbruine bergen van de Jebel Samhan en de azuurblauwe Arabische Zee, waarin we elke dag wel een plons nemen tussen de dolfijnen. Ander verkeer is er bijna niet meer. Als er al een auto vol witte gewaden passeert, gaat het raampje steevast naar beneden om ons flesjes koud water te overhandigen.
Kamelen zijn er meer dan genoeg. In alle soorten en maten
Wilde dieren zouden er in overvloed moeten zijn, maar de kans om ze te zien is helaas maar klein. Kamelen zijn er echter meer dan genoeg. Met hun licht arrogante blik kijken ze ons nieuwsgierig aan als we op onze fietsen passeren. Loom staan ze langs de kant van de weg, op het strand of in de woestijn. Waar je in andere landen honden door stoffige straten ziet lopen, zijn het hier de kamelen die de boel onveilig maken.
Een grillig witgeel labyrint van kloven en canyons
De kalkstenen hellingen van de Jebel Samham lopen steeds steiler af in de Arabische Zee. Er is geen ruimte meer voor een weg tussen de bergen en het water. We moeten dus omhoog. Door een buitenaards landschap van bizarre vormen en sculpturen. Van een door wind en water grillig vormgegeven witgeel labyrint van kloven en canyons. Boven op het plateau is het land opengescheurd. De aarde is hier opengespleten op een schaal die ons naar adem doet happen. We staan oog in oog met de Grand Canyon van Oman.
Diep verscholen in het labyrint van canyons vinden we ons eigen paradijs
Diep verscholen in het labyrint van canyons vinden we ons eigen paradijs. Omsloten door hoge kliffen, met daarin half verborgen grotten vol palmen en grillige wanden vol stalactieten, liggen poeltjes van kristalhelder verkoelend water in een groene oase van dadelpalmen. Sporen van mensen ontbreken volledig. In dit paradijs lopen wij rond als Adam en Eva. Enkel begluurd door de hyena’s die hier op gazelle en ibex jagen en een avontuurlijk ingestelde kameel die ons vol verbazing staat aan te kijken.