Chiva
Tourist Trail - deel 1
Oezbekistan heeft met Khiva, Bukhara en Samarqand de top drie van mooiste steden in Centraal Azië in huis. Niet voor niets heeft dat een aantrekkingskracht op grote groepen toeristen. Die ik hier dan ook uitgebreid tegenkom!
Urgench naar Khiva
Na mijn vlucht naar Urgench leer ik bij het wachten op de bagage allemaal andere toeristen kennen. Samen met het Spaanse stel Marta en Angel deel ik een taxi naar de historische Zijderoute-stad Khiva en beland ik in het Islambek hotel. Hier komen toeristen uit de hele wereld naar toe, vooral backpackers. Én: er is wifi en bier in de lobby, wat er voor zorgt dat er altijd een paar mensen zijn om mee te integreren! Hier komen de jongens en meisjes die meedoen aan de Mongol Rally en ik leer dat er meer dan driehonderd teams meedoen aan deze tocht van West-Europa naar Mongolië. Het zou toch wel héél gaaf zijn om daar een keer aan mee te doen!
Khiva
Khiva is waanzinnig mooi: tussen de stadsmuren is een ontelbare hoeveelheid bijzondere (en mooi gerenoveerde) oude gebouwen te vinden. Je blijft simpelweg foto's maken en het is dan ook wel te verklaren dat hier zoveel toeristen rondlopen. Dat is tegelijk ook wel irritant: overal wordt je door verkopers van prullaria aangesproken, maar dat hoort er dan maar bij. Én: het voordeel is dat je makkelijk aanspraak hebt. Ik eet met een paar Nederlanders die met de motor van Almaty naar huis rijden, ik drink een biertje met een Canadees die met zijn gezin een jaar rond de wereld heeft gereisd en praat uitgebreid met een Fins en een Vlaams meisje over werken in Rusland.
Een bijzondere taxirit
Ook heeft het als voordeel dat je mensen kan vinden om een taxi mee te delen. Ik maak samen met Alberto een bijzondere taxirit van Khiva naar Bukhara. In Jordanië en Marokko heb ik geleerd dat de woestijn onwaarschijnlijk mooi kan zijn. Als je er doorheen rijdt heeft de woestijn na elke bocht een andere kleur en het landschap blijft veranderen. Soms is de woestijn echter gewoon een dorre bende met veel zand en kleine verdroogde struikjes. Honderden kilometers lang. De tocht van Khiva naar Bukhara gaat door zo'n woestijn...
Dat betekent overigens niet dat zo'n reisdag saai is. Allesbehalve. Ik heb een dag eerder een briefje neergelegd dat ik op zoek was naar mensen om een taxi mee te delen. Daarop heeft Alberto, een 42-jarige Spanjaard gereageerd. Om acht uur 's ochtends gaan we op zoek naar vervoer. De chauffeur van een witte Chevrolet en wij onderhandelen flink: voor 70.000 som pp mogen we mee, maar dan gaan we langs Urgench om eventueel nog één of twee passagiers mee te nemen. In Urgench worden we overgezet op de auto van zijn broer, die nog wat pakketjes ophaalt en maximaal één iemand extra meeneemt. Die laatste passagier is niet te vinden, hoewel hij op meerdere stekjes zoekt, waardoor het twee uur verder is voor we Urgench hebben verlaten...
De weg is slecht, echt slecht! Hoewel het bijna veertig graden Cecius is in de woestijn (zonder airco), is de weg nog het best te vergelijken met een buckelpiste, maar dan veel minder regelmatig. Onze chauffeur rijdt er kundig doorheen en haalt Constant auto's, bussen en vrachtwagen op hachelijke wijze in. We worden flink door elkaar geschud, maar durven niets te zeggen: de man spreekt geen woord Engels en is vreselijk sjagrijnig dat zijn vrachtje te goedkoop is. Bovendien: het schiet wél op! Na een uur is er een auto die zich niet laat inhalen en worden we ongewild onderdeel van een woestijnrace. Het wordt nu wel heel hachelijk: vrachtauto's worden aan weerszijden ingehaald en reageren met boos toeteren. Het is een wonder dat tegenliggers opzij blijven gaan...
Na drie uur lijken we het slechtste stuk gehad te hebben: we rijden dan even op met een vriend van de chauffeur die ook toeristen aan boord heeft. Bij een splitsing rijden we weer op asfalt en worden twee bejaarde mannetjes ingeladen. We stoppen al snel voor lunch.
In het 'wegrestaurant' (een hutje met een lage tafel onder een zeiltje) krijgen we brood met vis en tomatensaus en na een ingeving van Alberto drinken we er ook bier bij. Prima! Het toilet is echter een grotere uitdaging en is niets meer dan een verhoogd hokje met een gat, boven een grote hoop.
Als we weer op weg gaan is het half twee en begint het knap heet te worden! Ik merk het vooral nadat ik de oordopjes van mijn muziek uitdoe bij politiecontroles. Één minuutje buiten mijn oren is genoeg om ze knap heet te laten voelen bij het indoen. Ik heb te doen voor de twee bejaarde mannetjes in de auto, waarvoor de heilige maand Ramadan betekent dat ze niet mogen drinken in deze hitte. (Niet dat dat loeihete water veel verkoeld overigens...)
Terwijl we soms met honderdvijftig km/u over deze B-weg razen voelt mijn haar als touw en mijn ogen alsof mijn lenzen terwijl ik ze in had hard zijn geworden van de droogte. Maar als we na ruim zeven uur in Bukhara aankomen worden Alberto en ik beloond: nadat het beoogde hotel vol blijkt lokt een jongetje van een jaar of zeven ons naar een net geopend hotel: alles is schoon en nieuw, de kamers zijn groot en kosten slechts 20 euro/nacht, er is wifi, warm water en op loopafstand vinden we een terras met koud bier!