Oog in oog met de Everest, afzien op hoogte
Oog in oog met de Everest, afzien op hoogte
Een doordringend gepiep maakt me wakker. Het is aardedonker om me heen. Ik draai me voorzichtig om in mijn bed. Te veel beweging zou kunnen betekenen dat ik op de grond terecht kom. Naast me, op het andere smalle wiebelbed, wordt mijn kamergenote ook wakker. We zetten onze hoofdlamp op, want stroom is er niet. Nu ik wakker ben, voel ik dat ik moet plassen. Dat betekent alle kleren aan om de kou buiten te trotseren. Ik loop naar de wc, in de Khumbu regio een hok dat je op slot kan doen. In dat hok vind je dan een gat in de grond en een hoopje gedroogde rododendronbladeren. Het water in mijn fles is bevroren, dus poets ik mijn tanden vanmorgen maar niet. In de lodge staan de thermoskannen met thee al klaar. Het is 4 uur in de ochtend en we kunnen ook ontbijt bestellen. Eten en drinken is belangrijk in het hooggebergte. Je verliest heel veel vocht, maar ook verbrand je veel energie. Het is een effectieve manier om af te vallen heb ik gemerkt.
Om 5 uur is dan iedereen uit de groep gereed en kunnen we vertrekken. We hebben overnacht in Lobuche op 4940 meter hoogte. Het doel is vandaag de Kala Patthar te beklimmen, een hoogte van ongeveer 5600 meter. We vertrekken rustig en dat zorgt ervoor dat ik het nog niet echt warm krijg. Zelfs met 2 paar handschoenen aan heb ik nog koude handen. De temperatuur is ongeveer 15 graden onder nul. We lopen als een slinger achter elkaar aan. Dankzij de hoofdlampjes kunnen we elkaar volgen. Het pad is redelijk vlak en het loopt eigenlijk heel makkelijk. Al vlot komen we aan in Gorak Shep en dan hebben we al 200 hoogtemeters in de benen. Het is nog steeds donker buiten, maar we kunnen de contouren van de bergen wel zien. Het is verbazingwekkend hoeveel je eigenlijk kunt zien terwijl het donker is. Snel ga ik naar binnen om mijn handen te kunnen warmen aan de kachel gestookt op hout en jakstront. In de lodge kunnen we onze flessen ook vullen met thee. Al met al heb je dan toch snel 5 kilo gewicht op je rug.
Dan is het moment daar dat we aan de klim beginnen. Ik heb er zin in! We lopen eerst over een grote vlakte met een soort grind. Het geeft me het gevoel dat ik op een andere planeet ben, zo kaal als het hier is. Ondertussen wordt de bult die we op moeten ook al duidelijk. Het pad zigzagt omhoog en het is meteen flink klimmen. Ik probeer een ritme te zoeken waarbij ik prettig loop. Ook hier ligt veel grind en er groeit zelfs wat gras of mos naast het duidelijk uitgesleten pad. Voor me lopen meer mensen. De zon komt langzaam door en ik neem even de tijd om een foto te maken. Het eerste stuk is flink omhoog gegaan en gelukkig wordt het pad nu even vlakker. Mijn hoofd voelt goed gelukkig. Ik heb de afgelopen dagen regelmatig hoofdpijn gehad en dan is er altijd die angst voor hoogteziekte. Maar vandaag niet, vandaag gaat het goed! Om me heen zie ik steeds meer witte wanden licht worden en eindelijk heb ik het een beetje warmer. Door de kou ben ik flink doorgelopen en ik begin het te voelen. Mijn mond heb ik open, dan kan ik makkelijker ademen. Het vlakke stuk is voorbij en ik kijk weer tegen een bergwand aan. Er komen steeds meer stenen op het pad en ik stoot met regelmaat mijn schoen. Het begint nu toch wel zwaar te worden. Ik probeer me te concentreren op het eindpunt, het is niet ver meer tot boven. Stap voor stap loop ik met regelmatig een kleine pauze. Ik hoor mezelf ademen en onder alle kleding begint het ook wat nat te worden. Het einde komt in zicht, ik ben er bijna.
Dan ontdek ik dat ik er nog lang niet ben, dit is slechts een tussenstop en iets naar rechts gaat de klim nog veel verder. Het pad is ineens ook niet meer zo fraai als het tot nu was. Ik kijk naar een berg met alleen maar rotsblokken. Er is niet eens een pad te bekennen. Ik drink even wat, want dit valt behoorlijk tegen. Toch heb ik geen zin om lang stil te staan, ik wil naar de top! Vermoeid begin ik aan het laatste stuk, dat hoop ik dan tenminste. Ik moet goed kijken waar ik mijn voeten neerzet en het is ontzettend zwaar. Het voelt alsof ik in gevecht ben met de berg, want de wiebelige stenen zorgen ervoor dat ik mijn energie aan het verspillen ben. Ik zet af, maar ik kom nauwelijks omhoog. Om de 2 passen moet ik even stilstaan, het tempo is er helemaal uit. Ik kan alleen maar denken doorgaan, doorgaan,..... . Bewust kijk ik niet omhoog, maar alleen naar de plaats waar ik mijn voet neer moet zetten. Bijna bovenaan gebruik ik ook mijn handen. Het wordt hier wel heel erg smal en her en der zitten mensen. Ik zie nu echt de top voor me met een kluwen gebedsvlaggetjes. Heel voorzichtig klauter ik door naar het hoogste punt waar ik ga zitten en de tranen voel komen. Wat is het hier mooi! Ik kan alle kanten op kijken, want de top ligt volledig vrij. Diep onder me zie ik de Khumbu gletsjer en ook zie ik de Mount Everest. Dit is het allermooiste uitzicht dat ik ooit heb gezien!