Op safari in Chitwan
Op safari in Chitwan
De eerste dag in het National Parc van Chitwan hebben we al een mooie ontdekkingstocht door een Afrikaans ogende savanne. De volgende ochtend nemen we deel aan een kanotocht. Met primitieve kano’s die worden voortgeduwd door een bootsman met een lange stok glijden we langzaam over de rivier. We worden gewaarschuwd om de armen binnen boord te houden vanwege de krokodillen. Het is doodstil op het water en de randen van het oerwoud zijn dichtbegroeid. Vogels vliegen op wanneer we langskomen en onder overkappingen van hout en takken zien we af en toe de kop van een krokodil in het water liggen. De bootsman van een tegemoetkomende kano die leeg tegen de stroming in terugkomt roept dat er een stukje stroomafwaarts een kano met toeristen is aangevallen door een grote krokodil. Het ritje wordt wat spannender ineens. We bekijken blauwe ijsvogels en maraboes, prachtige vogels die hier in overvloed voorkomen. Ineens schreeuwt de bootsman en zien we onder de kano de silhouet van een reusachtige krokodil. Het is niet zo’n klein beest als langs de oevers, maar echt een groot monster. De bootsman had hem aanvankelijk niet gezien en heeft hem per ongeluk met de stok op de kop geraakt. De krokodil kronkelt en het water spat dreigend op. Maar we varen door en er gebeurt gelukkig niets.
Eenmaal aan wal gaan we naar een olifantenfokcentrum. De dieren zitten vast met kettingen en ik vraag me af hoe gelukkig ze zijn. Veel tijd om er verder over na te denken heb ik niet want we worden verrast door een tropische regenbui en binnen de kortste keren zijn we doornat. We druipen af naar de pickup en rijden al klappertandend achterop in de regen terug naar de lodge om een warme douche te nemen en droge kleren aan te trekken. ’s Middags gaan we weer op pad, dit keer op de rug van een olifant. We worden overigens weer nat van de regen. Maar de rit is onverwacht mooi. We zitten met twee andere reizigers op een soort houten mand op de rug van de olifant en de olifantenman, de menner, zit op het hoofd van het dier. Rolf en ik zitten voorop en de andere twee achterop. Bij dit soort trips moet je ervoor zorgen dat je altijd voorop zit want dan kijk je in dezelfde richting als de olifant. Degenen die achterop zitten kijken continu achteruit.
De olifantenman wijkt af van de vaste route en gaat dwars door het oerwoud heen. We moeten heel wat zwiepende takken ontwijken maar de beloning is groot. Wilde dieren zijn bang voor mensen maar niet voor olifanten. Gedragen door de dikhuid kunnen we overal in de buurt komen. We staan oog in oog met allerlei soorten herten met jongen, we kijken toe hoe een zwijn haar jongen melk geeft en twee Aziatische neushoorns laten zich gewillig van alle kanten fotograferen. Een olifantentocht lijkt op een toeristenattractie zonder meerwaarde, maar ik had het niet willen missen. We hebben zoveel dieren gezien. Geen tijgers weliswaar maar die worden dan ook heel zelden geobserveerd. (wordt vervolgd)