Centraal hoogland
We zitten nu met prachtige herinneringen
Het is weer een beetje afzien hier, geen elektriciteit, dus ook geen TV,radio,internet ,etc…
Dus ook geen slecht wereldnieuws, recessies ,etc…Het is ook weer slapen op een hard plankje en ook hier zoals in het hotel in Kathmandu (slecht hotel ,volgende keer beter) worden de aangevreten door onplezierige bedgasten, welke een enorme jeuk veroorzaakt en onze huid omtovert in een berglandschap..
Douchen gaat hier niet,het hele dorp heeft maar een waterkraan,welke voortdurend bezet is. In de avond, het is al aardedonker en met een heerlijk koel briesje gaan we naar een dansgebeuren. Niets te vergelijken met onze dansavond. Zo af en toe staat er iemand uit het groepje op van de op de grondzittende mensen,vooral vrouwen en beginnen te dansen. Wat wij niet weten is dat er van gasten een donatie gewaardeerd wordt, wat weer het gevolg heeft dat er bij Ramesh thuis een dag later alles weer eens overgedaan wordt. Ze komen recht voor ons staan dansen en we reiken ze een donatie toe. Het is een vrolijke,gezellige avond.
Ik de ochtend worden we gewekt door een krijsend varken. Hij is het volgende slachtoffer van het festival. Het is het varken van de buren en omdat ze van een lagere kaste zijn, slachten ze geen geit zoals Ramesh ouders dat doen maar een varken. We gaan polshoogte nemen. We zien hoe het varken geslacht wordt, ik moet me af en toe omdraaien, teveel bloed. Het gaat daar ruw aan toe. De boer toont ons vol trots het afgehakte hoofd en we moeten roksie drinken. Roksie is een lokaal gemaakte alcoholische drank. We maken prachtige wandelingen met Ramesh 1, Hij weet alles over de natuur. We zien prachtige rijstplateaus, bos, de prachtigste vogels en insecten, flora en zelfs wietplanten die de mensen hier met festivals roken om vrolijk te worden. In de ochtends hangt er nog een lichte mist in de dalen. Het is fijn hier te zijn, hoe primitief dan ook. Ook zie
je overal gigantische stellages van bamboe gemaakt met schommels van wel zo’n 5 a 6 mtr. hoog. Dat is een traditie tijdens het festival.
Als ik bij ontwaken het houten vensterraam open, zie ik een strakblauwe lucht met de verrassende toppen van de Annapurna, boven een bosrijke omgeving uitsteken. Het is zooo betoverend mooi. Een dag voor we vertrekken bevindt zich een familie traditie plaats. Met een mengeling van rijst en kleurstoffen, afkomstig van een bloem wordt ons voorhoofd besmeerd met wat zij noemen tika, en daarna krijgen we bloemetjes in ons haar en achter de oren gestoken. Elk familielid doet dit tafereel bij elkaar, ook kussen ze elkaars voeten en wisselen ze roepies (Nepalees geld) uit. Trots met onze versierde hoofden drinken we weer roksie.(veel gedronken daar). Wat ons wel opgevallen is, is dat hier in het dorp veel dove mensen wonen. Waarom?? Niemand die dat weet. Het voedsel misschien??
Voor ons vertrek naar Gurkha worden we eerst weer versierd met tika en bloemetjes.
Na afscheid te hebben genomen van de familie, waaronder ook Ramesh geadopteerde dochtertje ( zij blijft bij zijn ouders) vertrekken we weer. Zij was het die iedere ochtend naast ons bed stond en op z’n nepalees ons waakte, mijn haren kamde en mijn oogschaduw aanbracht. Zo’n lief kleutertje. Ik ga haar missen. Ze zwaaien ons na totdat we uit hun gezichtsveld verdwenen zijn. Als we afdalen, verwonder ik me dat ik die hele klim gemaakt heb. Na met een hangbrug de rivier over gestoken te hebben,komen we bij een primitief busstation aan. Bus staat er maar volgepropt met mensen, in en op de bus, er is geen centimeter ruimte meer over. Wachten 1,5 uur voordat er weer een ander komt en gelukkig heeft Ramesh 5 zitplaatsen kunnen bemachtigen. Het wordt een ongelofelijke rit. Bus weer volgepropt met mensen,in en op de bus (drukte door het festival). De bus slingert alle kanten op. We krijgen al meteen ieder een kind op onze schoot geworpen. Manlief een meisje ,ik een jongen . De een slaapt de ander zingt. Mijn zij gaat pijn doen omdat de moeder op mijn knie gaat zitten en mijn schouder ingeklemd wordt tussen twee borsten. Ik kan me niet wenden of keren en dat dan 3,5 uren lang. Mijn huid welke nog steeds in vuur en vlam staat, kan ik geen krapbeurt geven. De kinderen voelen zich wel thuis bij hun surrogaat ouders. Gelukkig krijgen we af en toe een briesje wind over ons heen. En zo schuift er weer een adembenemend landschap aan ons voorbij. Diepe afgronden, een weg vol gaten en kuilen waardoor de bus alle kanten op slingert. Tenslotte rijden we door een rivierbedding(kan allemaal hier) zo’n 0,60 cm diep. De dakbewoners worden verzocht af te stijgen en met een oude tractor worden ze naar de overkant geholpen. Bij de volgende halte besluiten we voor het laatste half uur een taxi te nemen en uiteindelijk belanden we weer in de bewoonde wereld.
Het waren vijf dagen afzien,maar we hadden dit voor geen goud willen missen. We zitten nu met prachtige herinneringen.