Manaslu trekking dag #16 - 'hoogtepunt!'
Manaslu trekking dag #16 - 'hoogtepunt!'
Om 03.00 uur gaat de wekker. Het thermometertje aan m’n backpack geeft -10 graden Celsius aan. Brrr. Nog half in m’n slaapzak en probeer ik me snel aan te kleden. Het spannendste moment is als ik de tent openrits en naar buiten kijk: sterren fonkelen me tegemoet, YES!!! Als ik voor het ontbijt naar de eetruimte loop komt de gids al glimlachend naar me toe: “it is going to be very nice day!” Ik knik instemmend en denk bij mezelf “en ook heel heel zwaar”.
Het is stipt 04.00 uur ’s ochtends als we met headlights op vanuit Dharamsala op 4.460 meter hoogte de duisternis instappen. Eigenlijk zijn alleen m’n voeten koud, vanwege m’n schoenen die vannacht ijskoud zijn geworden. We lopen in ganzenpas achter elkaar aan, hoofd naar beneden gebogen zodat het licht op de hielen van de voorganger schijnt. Het eerste stuk gaat langzaam en met frequente korte pauzes. De kou maakt dat de toch al ijle lucht scherp aanvoelt in mijn longen. De Melkweg is prachtig te zien, er is hier vrijwel geen lichtvervuiling. De bergen zijn donkere schaduwvlakken en voor en achter mij kan ik de trail herkennen aan de lichtjes van de verschillende groepjes wandelaars. Het geeft iets heel rustgevends en dat is fijn om mijn hartslag wat omlaag te krijgen.
Het pad gaat dit eerste stuk langs de moraine, geleidelijk stijgend. Als we rond 6 uur langs een klein meertje komen begint het al wat licht te worden en kan de headlight uit. Prachtig kleuren de omliggende toppen al op, maar wij lopen nog in de ijzig koude schaduw. Vanaf hier is het dwars door het immense stenenveld: de wind heeft vrij spel en dat maakt het qua gevoelstemperatuur nog kouder.
Een half uur later is er een klein stenen hutje, waar ze gelukkig hete thee verkopen. Met het kopje in de hand zien we hoe de zon boven de bergkam in het oosten uitkomt en staan we ons als een soort koudbloedige reptielen op te warmen. Ook fijn: de drinkflessen waarin het water ijsslushie is geworden kunnen nu hopelijk gaan ontdooien! En nu de zon echt ‘op’ is, voelt de wind ook meteen een stuk minder snijdend koud aan.
Het klimmen en de hoogte dwingen ons tot veel pauzes, wat op zich geen straf is. Het bizarre uitzicht over de moraine en de Larkya gletsjer is overweldigend: de sporen die het ijs hier heeft gecreëerd zijn erg indrukwekkend. Er lijkt geen einde te komen aan de zee van stenen en het verschil in hoogte tussen 4.400 en 4.800 meter, maakt dat nou zo veel uit? Ja, blijkbaar wel. Het klimmen gaat een stuk langzamer dan twee dagen geleden naar de Tibetaanse grens. Het verschil zit ‘m ook in dat ik nu ca. 12 kilo extra op m’n rug meezeul. Misschien nog wel meer met al dat water. We zwoegen voort, al begint elk rotsblok op een relaxte fauteuil te lijken om op neer te ploffen.
Als we over een bevroren meertje lopen, eindelijk even stukje vlak en geen losse stenen, wijst de gids naar de richel schuin voor ons. Ik moet even goed focussen maar dan zie in de verte de prayer flags wapperen in de wind. Het is Larkya La, dé pas. Nog zo’n 100 meter klimmen. Ik zal niet zeggen dat het vanzelf gaat, maar de pas heeft nu wel een soort aanzuigende werking.
En dan, na 5 uur een 15 minuten klimmen, ben ik er, op letterlijk het hoogtepunt van de 17-daagse Manaslu circuit & Tsum vallei trekking: de 5.106 meter Larke Pass! Op de pas is de euforie is groot. Trots en voldaan vallen we elkaar in de armen. En natuurlijk tussen de prayer flags bij het naambord op de foto.
Het is strakblauw, bijna windstil en een stralende zon. Rondom kijken 7.000+ meter toppen tevreden op mij neer. Onder mij kruipt de Larkya gletsjer de vallei in. Het landschap is onbarmhartig mooi. En toch ben ik wat teleurgesteld. Dat zit zo. Het mooiste van een ‘pas’ vind ik de onthulling van hetgeen aan de andere kant ligt. En de Larkya La is een soort ‘zadelpas’, wat betekent dat ik nog geen goed zicht heb op het dal aan de andere kant, maar eerst nog een paar honderd meter verder moet lopen om dat te kunnen zien. Iets naar beneden en dan weer een klein heuveltje over, dat blijkbaar net iets minder hoog is als we nu staan, maar wel het achterliggende dal verhuld.
Eenmaal op deze ‘tweede pas’ wordt mijn initiële teleurstelling goedgemaakt: voor mij ligt de Tibikle Panlemu Danda vallei waarin maar liefst 3 machtige gletsjers samenkomen, met op de achtergrond de uitlopers van het Annapurna massief. Starend de gapende diepte in realiseer ik me dat het nog 1.500 hoogtemeters dalen is naar Bimthang, het dorp waar we gaan overnachten.
Het eerst stuk is vrij steil dalen over een pad met veel losliggende stenen. Erg verraderlijk dus. Het naar beneden stappen bonkt door in m’n hoofd en dat voelt niet fijn. Ook komen we ezel karavanen tegen die omhoog gaan met bevoorrading, zelfs voor deze ‘lastdieren’ lijkt het behoorlijk afzien.
De gletsjers hebben het landschap hier bizar vormgegeven en als de afdaling wat uitvlakt, lopen we langs de rand van een moraine richting een hutje waar locals wat drinken en versnaperingen verkopen. Een kop thee en nog maar een mueslireep doen goed, maar we zitten er al aardig doorheen. De laatste twee uur is door een mooie vallei en volgen we het riviertje. We zijn blij en opgelucht als we in de verte Bimthang zien liggen, met op de achtergrond de machtige toppen van de Manaslu Himal.
Na bijna 10 uur onderweg te zijn geweest wacht ons een heerlijke (koude) douche en enorme portie Dal Bhat, gevolgd door een welverdiend middagdutje! Ja, het was intens afzien, maar het was het ook absoluut meer dan waard: het perfecte weer, de ervaring van de 5.000+ meter hoogte en het prachtige landschap. Wat een fantastische dag is het geweest!