Het leven van een Boeddhistische monnik begint al vroeg in de ochtend, Bij het krieken van de dag moeten ze met hun bedelnap het dorp ingaan om eten dat aangeboden wordt door dorpelingen te verzamelen.
Het is bijzonder om te zien hoe deze, vaak jonge, monniken door het dorp lopen om het eten op te halen. Omdat ze deze ronde dagelijks lopen weten ze precies bij welke huizen ze eten aangeboden krijgen. Uiteindelijk zijn ze bijna een uur bezig om hun ronde te voltooien. Vaak lopen er honden mee met de monniken. Er wordt namelijk regelmatig eten gemorst en de honden die weten dat dus die lopen vaak gezellig mee.
Na hun ronde keren ze, met een goed gevulde bedelnap, terug naar het klooster om met een deel van het verzamelde voedsel te ontbijten. De rest van het voedsel wordt gebruikt voor de lunch, de monnik in Myanmar eet slechts twee keer per dag.