West Mongolie
Door Mongolië naar Ulaanbaatar deel 3
"No problem". "Go!". Het waren de favoriete uitdrukkingen van Risbek. En dus riep hij dit ook voortdurend toen het spoor waar we op reden zich zorgwekkend ver begon te verwijderen van de route op het navigatieschermpje.
Er zijn zoals gezegd (in mijn vorige blog) vaak verschillende sporen en soms lopen die redelijk ver uit elkaar. In de regel komen ze op een gegeven moment wel weer bij elkaar. Risbek was ervan overtuigd dat dat ook in dit geval weer zo zou zijn. Toen we kilometers van de route afkwamen die het navigatieapparaat liet zien, had ik toch wel m'n ernstige twijfels. Risbek had er gelukkig geen last van. Als ik weer eens vragend naar 'm keek, zei hij: "go!!".
Uiteindelijk waren bijna 20 km van de route op het navigatiescherm. Zelfs Risbek begon nu het vermoeden te krijgen dat er iets niet in de haak was. Het spoor leidde naar een dorpje, en dat dorpje was niet Khovd, waar we eigenlijk naartoe wilde. Daar aangekomen deed Risbek navraag. "No problem" was zijn conclusie. Er liep een spoor van dit dorpje, god mag weten hoe het heette, naar de metropool Khovd. Er was één probleem, althans in mijn ogen, en dat was we een brede rivier moesten oversteken. Het water stroomde hard en ik kon niet zien hoe diep het was. Ik herinnerde me het verhaal van de Rusische familie wiens Mongolië-avontuur in een dergelijke situatie was geëindigd.
Gelukkig wist Risbek me te melden: "no problem!". Ik moest gewoon eerst 3 meter rechtdoor het water in rijden, dan een s-bocht maken, dan weer naar rechts gaan en vervolgens links afsteken. Dat althans had de local hem verzekerd. Dat wil zeggen, zoals ik het doorkreeg dan van Risbek, wiens Engels zich inmiddels uitgebreid had tot een woord of 50..
Als door een wonder ging het goed. Het was wel inmiddels 8 uur s'avonds en de afstand tot Khovd was niet veel kleiner dan toen we uren geleden hopeloos vastzaten. Inmiddels hoorde ik het rechterachterwiel rare geluiden maken. En ik kon horen dat er een gat in de uitlaat zat. Nadat dit al 4 keer eerder was voorgekomen deze reis, had ik hier een feilloos gehoor voor.
Het was echter niet zo feilloos dat ik bevroedde dat de uitlaat binnen een paar uur na de eerste vaststelling van het probleem door midden zou breken. Toch gebeurde dat. We waren 25 kilometer voor Khovd, het was aardedonker en we waren allebei doodop. Verder rijden was onmogelijk zonder het afgebroken deel te demonteren. Ik besloot dat we zouden kamperen en de volgende morgen wel verder zouden zien.
Eenmaal in de tent, die ik opgezet had in het licht van de koplampen, bleek dat Risbek niet altijd zo zorgeloos was. "Bart, Bart, peoples!", zie hij dan. Ik hoorde alleen wat vogeltjes fluiten (waarvan ik me realiseerde dat het eigenaardig is om 12 uur s'nachts, maar toch was het dat). En dan: "much, much big white dogs. Much!" Hij doelde op wolven. En inderdaad komen ze op grote schaal voor in Mongolië. Maar er geen enkele aanwijziging dat ze zich in de buurt van onze tent ophielden. Toch zorgde dit ervoor dat ik moest denken aan één van de Russen die ik bij de grens had ontmoet had en die hierover gezegd had: "as long as you make a fire they won't bother you". Ik lag toch zelf ook niet meer zo rustig in de tent..