Paardrijden naar de heilge berg Otgon in Mongolie 1
Paardrijden naar de heilge berg Otgon in Mongolie 1
Hop hop paardje in galop. Daar ga ik dan......alleen. Er dwarrelen nog allerlei vragen door mijn hoofd, maar de paardenman had er vertrouwen in, dus ik dan ook maar.
"No guide or packhorse?" Vraag ik voorzichtig aan Tuya, de vrouw die me in contact brengt met de paardenman. Ik wil geen slapende honden wakker maken, maar in andere gebieden was een solo trip op 1 paard met bagage onmogelijk. "Nha, no problem." vertaald ze voor me terug.
Mijn kont hobbelt maar mijn hoofd vliegt, althans, voor de eerste vijf minuten. Daarna komt de paardrijervaring terug in mijn O-benen en opend een inmense grasvlake zich voor ons uit. Ik draaf hier en daar ('Klotsen de tassen te veel tegen zijn liezen?'), maar zo over de dirt-track is het saai en dus ga ik de rivier die we tot de heilige berg Otgon moeten volgen maar eens oversteken. "Let your horse drink with every river crossing." klink het advies in mijn achterhoofd terwijl ik me nu afvraag: 'Is de kans op verzwikken bij het oversteken van rivieren met grote (glibberige) stenen groot?'
Zo, we staan midden in het hobbelige veld en mijn bruine ruin strompeld voort 'Is de weg met kiezeltjes slecht voor zijn hoeven of zijn deze heuveltjes hard voor zijn benen?'
We passeren gers en de Mongoolse bewoners piepen nieuwschierige blikken door de gekleurde deurtjes.
Na een paar uur gaat m'n paardje steeds langzamer lopen en opt ik voor een rust 'Is drie uur achter elkaar stappen en wat draven dan echt lang met mij, 60kg, en mijn bagage, 10kg?' 'Zijn het niet alleen de witte toeristen-kontjes die maar vier uur rijden per dag aan kunnen, maar ook de paarden?' 'Moet je dus eigenlijk echt een packhorse hebben?'. Zo eet ik mijn appeltje weg terwijl mijn voeten in de rivier bungelen. Het paard lust geen klokhuis. Vreemd.
We stappen en draven de hele dag door tot de valleien eindelijk wat smaller en korter worden en er meer afwisseling is.
Tegen zessen spot ik een verlaten, groen eilandje in de rivier. Dat word ons kamp besluit ik.
Met veel gepruts peuter ik de strakke knopen uit de gerafelde touwtjes die de twee meelzakken met mijn tent en eten achter het zadel houden. Het zadel is traditioneel en oud, een echte beproeving voor mijn kont. Het halster blijft altijd om, het rij-hoofdstel gaat er gewoon overheen, dus je hebt altijd een touw extra vast tijdens het rijden.
Ik sla de ijzeren pin die ik heb meegekregen in de aarde met een steen en trek hem er zo weer uit. Ik probeer het ergens anders....hetzelfde. 'T zal wel. Nu heeft mijn paard een cirkel van 15m doorsnede om te grazen 'Is dat voldoende gras of moet ik hem in de nacht een keer verplaatsen?'
Met veel blazen creeer ik een rokerig vuurtje en maak hongerig mijn noodles klaar. Het rivierwater is heerlijk en er is geen mug te bekennen. Terwijl ik koekjes weg kaan, zakt de zon achter mijn paardjes rug en zet ik nog een kopje thee. Als ik later in mijn slaapzak naar de helderste sterrenhemel kijk die ik in jaren heb gezien blijven de vragen aanwezig: 'Gaat iemand mijn paard stelen?' 'Blijft die pin in de grond zitten?' Gaat het eiland niet overstromen met een vloedgolf?' 'Wat doet het paard met heftig bliksem?' 'Vind deze kleine, bruine ruin mij wel aardig?'
Zonder wekker word ik om de twee uur wakker en schijn telkens rond tot ik de glinsterende ogen van mijn opgewekte paard tref, blaas mijn lekke matje weer op en slaap verder.
Dag twee is veel leuker. Zoekend door bossen, over bergjes, langs een super groot mooi meer en Dayan berg op, sommige stukken best steil en mijn paardje zo langzaam dat ik maar ging lopen. Dayan heeft een vlakke top met een massieve, gigantische steen in het midden. Een heel raar fenomeen, zo impressive opeens en groot. Mijn paard aan een boom gebonden klim ik over de rotsen om 200m verder een kijkje bij dit wonder, vol gehangen met religieuze vlaggen en offeringen, te nemen. Vanaf hier heb je ook een prachtig uitzicht op de grote heilige Otgon berg met sneeuw.
Om niet dezelfde weg terug te gaan leek het me wel leuk om over de bergpas het andere dal in te gaan en om de berg terug naar de rivier te navigeren.
Hobbel de hobbel, er was een pad, maar bij het dal word het steeds wateriger tot we opeens in een moeras staan en mijn paard kniediep in de sompige drassigheid wegzakt.