´It´s a jungle out there´ Borneo
´It´s a jungle out there´ Borneo
Het is zes uur ’s morgens. Het bruine water van de Kinabatangan River stroomt onder onze boot door. We zijn in de jungle op zoek naar wilde dieren. Gisteren bij zonsondergang zagen we neusapen in de bomen. Vanmorgen vroeg zien we direct een 3,5 meter grote krokodil! We genieten vanuit onze boot van hoe hij eruit ziet, daarna verdwijnt hij in no time onder water.. richting de boot van een visser. Onze gids roept hem wat toe in het Maleisisch en maakt van zijn armen een krokodillenbek om de boodschap kracht bij te zetten. We zien een wilde slang in de boom en genieten van de makaki’s en hornbill vogels (soort toekans). Daarna is het tijd om terug te gaan naar onze ‘homestay’ voor ontbijt. We hebben een kamer met matras op de grond. De ramen kunnen niet dicht, er hangt een klamboe boven ons matras. We dansen met zes kinderen, we genieten van het koken en het leven in dit huis: we wonen bij een familie bestaande uit drie gezinnen en een oma. Gezelligheid! De kinderen zijn zo gelukkig met weinig. ’s Morgens krijgen we roti of pannenkoeken, als lunch en diner eten we rijst met kip, vis uit de rivier, en eieren of een lekkere salade van de vrucht van de banenboom gemixt met uien. Er is helemaal niets te doen, we vermaken ons met een boek of spelen met de kinderen. We leren over de dagelijkse routine van deze familie. Elke middag varen we door de jungle en soms doen we een hike of een nachttrekking. It’s a jungle out there...
Borneo. Het 3e grootste eiland ter wereld. We houden van Maleisië, van de vriendelijke mensen en de gemakkelijke manier van reizen. Vorig jaar bezochten we het schiereiland. Deze keer het Maleisische gedeelte van Borneo: Sarawak & Sabah. We begonnen onze trip in Kuching in het westen en hebben alles over land gereisd naar het oosten per bus en boot. De jungletrekking in Boka National Park was fantastisch! Wat een natuur! De zee om dit park heen is prachtig. We zweetten wat af in de tropen, druppels glijden langs ons hoofd. Met de bus reden we naar Sibu, waar we verrast werden op de nachtmarkt. Van Chinese producten als varkensneuzen tot de Maleisische kip barbecuesteaks. Kleurrijke ‘ABC-drankjes’ met drijvende jelly’s onderin zijn favoriet! We waren in Sarawak op veel plekken de enige blanken. Vanuit Sibu gingen we stroomopwaarts per boot via Kapit naar Belaga, zo’n 300 km. We mochten op het dak meevaren zodat we goed zicht hadden op de Batan Rejang River, de amazone van Borneo. De stroomversnellingen waren groot en krachtig met een meter verschil in waterniveau! Met de bus reden we naar Lambill National Park waar we lange kilometers hebben gehiked om vervolgens in de mooiste watervallen te zwemmen! Daarna genoten van een broodje jam en groene vijgencake die we van onze kok hadden gekregen en toen ontdekte Sven: bloedzuigers tussen zijn tenen. Oh nee! Op Teva’s door de jungle is toch geen goed idee. En deze nare beestjes uit je lijf trekken al helemaal niet. Het bloed stroomde uit zijn voeten. Toch moesten we nog 6 km. terug klimmen, dus na elke kilometer maar even gecheckt of het nog goed ging..
We wilden Brunei graag zien, de oliestaat tussen Sarawak en Sabah. We kregen een stempel bij de grens, onze bagage lag nog gewoon in de bus en werd niet gescand. We hebben er lekker westers gegeten en een prachtige moskee gezien. Deze staat is geen aanrader. Daarom gingen we verder per boot via Labuan naar Kota Kinabalu, de hoofdstad van Sabah. We hebben onze ogen uitgekeken op een mega grote kleurrijke markt vol met vis en fruit. We kochten de heerlijkste watermeloen en lieten ons eten wokken in de eetstalletjes.Gelukkig hadden we daar de volgende dag ook nog plezier van: je trekt een shirt uit je tas en hij ruikt nog naar gebakken vis.
Na een lange busreis gecombineerd met liften, kwamen we in Sepilok om de Orang oetans te bekijken. Zieke of gewonde apen en wezen leren hier opnieuw voor zichzelf te zorgen en onafhankelijk te worden, zodat ze alleen in het oerwoud kunnen overleven. Normaal gesproken blijven ze tot hun 10e jaar bij hun moeder leven. We zagen twee voedingsmomenten waarbij het afwachten is hoeveel apen er komen. Een aantal redden zichzelf in het oerwoud. Wat een goed project! We hebben erg genoten van deze prachtige dieren. We hebben er zelfs één van heel dichtbij gezien. Na ons avontuur in het midden van de jungle, waar we dit verhaal mee begonnen, zijn we vanuit Semporna naar het eiland Mabul gegaan om in een duikresort te verblijven. Het was er geweldig, net een kamphuis. We hebben in twee dagen 6x gesnorkeld op even zoveel verschillende plekken rondom Mabul en Kapalai. We zagen meer dan tien schildpadden, lionfish, vele vissen, lobster, slangen, roggen, zeesterren, clownfish. Het is een van ’s werelds beste onderwaterspots. We krijgen er geen genoeg van! Hoewel onze overheid het op dit moment niet veilig vindt om hiernaar toe te reizen (i.v.m. ontvoeringen/piraterij) schatten wij in dat het wel kon en 60 avonturiers met ons. De marine voer heen en weer en we sliepen naast een legerbasis. Overdag veel onder water gezien, tussendoor thee met kleurencake en een overheerlijke lunch in het restaurant. We kregen zelfs een ‘noodkit malaria’ van een Nederlands stel voor onze verdere reis, heel aardig. We sliepen in een ‘dorm’ met 8 anderen met deuren en ramen open. Iedereen had een ventilator bij z’n bed staan om enigszins af te koelen. Het was een fantastisch avontuur dat we niet hadden willen missen. Vooral niet omdat we ons tussen de lokale bevolking begaven die op het water woont. Heel bijzonder en een groot contrast om te zien. Toch wordt de bevolking bij goede projecten betrokken met de duikschool, zoals het opruimen van plastic op het strand en ze krijgen geld als ze schildpadeieren vinden en inleveren.
Volgende keer meer over onze reis in Indonesië.
Mr. & mrs. GoPro