Kuantan
Jalan, jalan in Kuantan
Jalan, jalan... Oftewel, lopen, wandelen, de vrijheid hebben om te gaan en te staan waar je wilt. De Maleiers gebruiken deze term ontzettend vaak.
Aangekomen in Kuantan was ik verbaasd. Er werd gezegd dat de oostkust van Maleisië nog authentiek was en ik had ook verwacht dat ik daar alleen met lange mouwen over straat moest. Het tegendeel bleek waar: deze stad was meer westers dan heel Kuala Lumpur. Waar ik in Kuala Lumpur werd bekeken alsof ik met een stuk wc-papier uit mijn broek liep, kon ik in Kuantan gewoon over straat. Er waren hier ook minder gesluierde vrouwen dan op de andere plekken.
Aangezien het Riverside Boutique Guesthouse zo mooi was en de stad meer leek te bieden dan we dachten, hebben we meteen een nacht extra geboekt. Hup, de straat op, op zoek naar iets te eten en een drankje. Na een paar straatjes kwamen we in The Library Bar terecht. Ze hadden barkrukken, dus Jen had al snel bepaald dat dit the place to be was. Een 'bucket of beer' besteld (5 Tigerbiertjes in een emmer) en lekker relaxen.
Inmiddels was de eerste bucket leeg en waren we in twijfel of we een tweede bucket zouden nemen. We keken even naar de overkant (daar zat een Chinese foodcourt), maar we konden alleen de prijs lezen van de gerechten, maar de gerechten zelf stonden in Chinese tekens. Hmmm, twijfelgeval...onze Buitenlandverzekering op "aan" zetten en hopen op iets wat je lust, of toch bij de buckets of beer blijven. Het werd het laatste.
Na het eten waren we bijna door de derde bucket heen en zat de dienst van Sandesh (onze persoonlijke ober) erop. Hij vroeg of we nog twee buckets bij hem wilden bestellen, want dan zou hij een bonus krijgen. Pffff, nou vooruit, omdat we hem zo graag die bonus gunden. Een grote lach op zijn gezicht, daar waren we blij om. Met de voorraad bier iets minder, aargh....
Na vijf buckets en redelijk voedsel toch maar "jalan, jalan" naar het guesthouse.
Na een goede nachtrust en een superontbijt richting de grote blauwe moskee. Ik wilde een moskee toch wel graag van binnen zien. Dus netjes en gepast gekleed, schoentjes uit voor de deur en een moskeeganger vertelde dat ik buitenom naar het kantoor moest om een hoofddoek te halen. We komen aan bij het kantoor en die blijkt dicht. Waarop een moslim iets in het Arabisch roept en ik er echt niks van begreep. Dus ik met handen en voeten proberen uit te leggen dat ik een hoofddoek wil, maar hij bleef maar schreeuwen en met zijn handje wuiven. Toen ik het nog niet begreep, wuifde hij dat ik bij hem moest komen, maar 1 stap richting hem werd hij nog bozer en wilde hij me bijna aanvallen.... pfff, de eerste onaardige Maleier ontmoet! Dus snel voor het zingen de kerk uit (in dit geval de moskee) en nog niks van binnen kunnen zien.
Dus maar "jalan, jalan" langs de rivier, waar we de zwervers in afgebroken huizen zagen wonen. Een eettentje opgezocht en de kokkin laten kiezen voor ons. Je hoefde alleen te zeggen of je manis (zoet) of pedas (pittig) wil. Heerlijk! Wat kunnen de locals super koken! In dit tentje hadden ze tevens kroepoek lekor, een speciale kroepoek dat veel langs de wegen verkocht wordt. Dat wilde ik proberen natuurlijk :-) Het was een beetje apart: had de structuur van een brok tofoe, maar de smaak van kroepoek. En direct eten als het uit de frituur komt, anders is het heel taai. Apart, maar lekker, dat wel.
Vanwege de regen en het onweer konden we geen boottrip over de rivier doen, dus dan maar weer de bar in. Gelukkig was Sandesh weer onze ober en hij was blij ons te zien. Sandesh vertelde dat hij nu vier maanden in Maleisië werkt en dat hij hier drie jaar blijft om geld te verdienen. Hij heeft zijn vrouw en zoontje verlaten (nu zes maanden oud) en ziet hen pas over drie jaar weer terug... Hartverscheurend! Hij kan zijn vrouw maar 1x per maand bellen en ik vind het zo erg dat hij zijn zoontje drie jaar niet kan zien. Twee andere obers uit Nepal deden precies hetzelfde. Voor drie jaar vertrekken om geld te verdienen. Ik begrijp het wel, maar mijn gevoel is er heel dubbel bij.
Om tien uur zat de dienst van Sandesh erop en vroegen we of hij een biertje met ons wilde drinken. Wat was hij gevleid! Met een grote lach op zijn gezicht liet hij zich bedienen door zijn Nepalese vrienden, die daar ook weer ontzettend van genoten. Wat een leuke avond! Aan het eind van de avond alle Nepalese jongens nog wat geld toegestoken (wij zijn daarentegen uitgenodigd om over drie jaar in Nepal langs te komen) en Sandesh beloofd dat we de volgende ochtend koffie komen drinken en afscheid van hem nemen. Het afscheid nemen viel hem (en mij) best zwaar.