Kuala Lumpur: stad vol contrasten
Kuala Lumpur
Maleisië
Lsteentjes
Kuala Lumpur: stad vol contrasten
Begin 2010 krijg ik een leuk bericht: ik heb een ticket naar Kuala Lumpur gewonnen met een prijsvraag van Malaysian Airlines! We hebben snel een ticket voor mijn vriend erbij gekocht en eind mei zijn we vertrokken naar dit mooie land. Aangezien we het vaste land van Maleisië al eerder verkend hebben, besluiten we om slechts een paar dagen in Kuala Lumpur te blijven en daarna af te reizen naar Borneo.
Na een vlucht van twaalf uur nemen we de airporttaxi naar ons hotel The Royal Bintang, midden in het centrum van de stad. Vanaf hier zijn alle bezienswaardigheden te bewandelen, maar vanwege het hete, vochtige klimaat nemen we toch ook regelmatig een taxi. Deze zijn in Maleisië goedkoop en veilig.
Kuala Lumpur is in 150 jaar uitgegroeid van een vindplaats van tin in de jungle tot één van de modernste metropolen van de wereld. De rivier de Gombak en de Klang komen hier samen en de naam betekent dan ook letterlijk “modderige samenloop van rivieren” .
Inmiddels is het een multiculturele stad met wijken als Chinatown en Little India en staan futuristische wolkenkrabbers naast de oude gebouwen uit de koloniale periode.
Wij bezoeken als eerste de beroemde Petronas Towers, de – tot 2003 – hoogste tweelingtorens ter wereld met een hoogte van 452 meter. Tussen de torens bevindt zich op 170 meter een glazen brug die open is voor het publiek. Gezien de enorme rij, zijn wij hier niet op geweest, maar hebben we wel de torens van binnen verkend. Hier bevindt zich een shoppingcenter met veel luxe winkels.
Om toch de stad vanuit de lucht te zien, zijn we naar boven gegaan bij de KL-Tower en hebben we daar genoten van het fantastische uitzicht over de stad met al haar bijzondere gebouwen. Bij deze toren is ook het laatste restje jungle in de stad te vinden; het Bukit Nanas Forest Reserve. Hier kan gewandeld worden, al dan niet begeleid door een gids, die veel vertelt over het oude woud en zijn bewoners.
Een ander oud gedeelte is het Merdeka Plein, waar op 30 augustus 1957 tijdens de onafhankelijkheid voor het eerst de Maleische vlag werd gehesen. De gebouwen stammen nog uit de Brits koloniale tijd en het contrast met de hoge wolkenkrabbers erachter is fascinerend.
’s Avonds zijn we naar Jalan Petaling in het hart van de Chinese wijk gegaan, om te genieten van de bedrijvige markt, waar werkelijk alles wordt verkocht. En natuurlijk om heerlijk te eten bij één van de vele stalletjes. Maleisië is één van de weinige landen in Azië waar je veilig op straat kunt eten en het is dan ook echt een aanrader. Het eten is bijzonder lekker en spotgoedkoop.
Maar na twee dagen genieten in deze levendige stad, vinden we het tijd worden voor de jungle van Borneo…..
Foto's
