Een keer naar de Malediven gaan was gewoon een droom, zoals voor velen. De eerste keer was ik er na een verblijf van een maand in Australië. Ik had echt zin om in mijn eentje een week lang op een tropische eiland door te brengen. En zo geschiedde het. Wit zand, palmbomen, een prachtige tropische zee, een luxe resort en heel veel stewardessen van Singapore Airlines die daar ook een paar dagen verbleven.

Het begon me toch wat te vervelen na twee dagen al. Het eilandje was ik binnen een kwartier rond en na heel veel keren wist ik niet zo goed meer met wat ik met mijn tijd moest. Er was een duikschool en toen ben ik maar gaan duiken. Daar heb ik dan ook mijn open water brevet gehaald (van NAUI).

Inmiddels ben ik al 3.000 duiken verder en leid ik zelf duikers op in mijn vrije tijd. Maar ik ben onlangs nog eens terug geweest voor twee weken. En de archipel van 1.200 eilanden voelde nog even paradijselijk aan als de eerste keer.

Dat er veel stewardessen op het eiland zaten had nog een bijkomend voordeel. Ik had er erg veel contact mee gehad dus toen ik met Singapore Airlines terugvloog van Malé naar Europa, zat ik dankzij de dames ineens als enige passagier in de Royal Class. Ik heb toen ook een paar uur in de cockpit gezeten met de gezagvoerder. Dat was een Fransman die het leuk vond om eindelijk weer een tijdje Frans te kunnen praten. Terwijl we over het Midden-Oosten heen vlogen legde hij me van alles uit over het vliegen. Wat jaren later ben ik zelf toen ook maar vlieger geworden.

Wat die Malediven al niet met je doen :)