Langs de Mekong naar beneden in Laos
Langs de Mekong naar beneden in Laos
Good trip, bad trip, good trip, bad trip.
Luang Prabang, een schitterende plaatsje waar ik al rondfietsend, volop van geniet. Echter na een gezellige avond waan ik me weer even in Nederland, de tocht naar huis gaat langer duren dan ik verwacht had. Niet door het alcoholpercentage, maar doordat mijn fiets gestolen is. Later blijkt dat dit vaker gebeurd en is het een opgezet handeltje zodat ze geld uit de toeristen halen. Helaas is dat gouden randje om Luang Prabang zilver geworden.
Ik besluit om naar het noorden te gaan en de relaxte sfeer waar ik me in bevind nog even voort te zetten. Het dorpje Nong Khiaw (enkel wat bungalows aan het water en bestaat door toedoen van toeristen) is alleen per boot te bereiken en staat bekend om het lekker in-je-hangmat-liggen. Daar ik hier ook goed in ben heb ik de juiste keuze gemaakt en verstrijken er twee volle dagen met deze zware bezigheid, voor ik weer op weg wil gaan. Met de lokale nachtbus zal ik richting mijn volgende bestemming gaan. Busreizen in Laos kunnen lang duren vanwege de weg-, bus-, en chauffeur condities. Samen met drie andere reizigers wachten we op de bus die tussen acht en twaalf kan arriveren, als hij al komt. De moed is ons bijna in de schoenen gezakt als dan om kwart voor twaalf de bus al toeterend de brug oversteekt. De bus is warm, klein en volgepropt met mensen en bagage. Oncomfortabel doch blij dat de bus er is, doe ik meteen mijn ogen dicht om te gaan slapen. Mijn wens wordt een grote illusie, de lichten blijven aan in de bus en de muziek wordt een tandje harder gezet om de chauffeur wakker te houden. De wegen in het noorden zijn door de heuvels en al slingerend rijden we met 20 kilometer per uur verder. Aangezien de helft van de mensen niet tegen slingerende wegen kan en vanwege de duisternis niet naar buiten kan kijken, beginnen personen her en der hun plastic zakjes met hun maaginhoud te vullen. Het geluid is prima maar de geur die vrijkomt laat mijn haren overeind staan. Om de zoveel tijd stopt de bus om de zieke mensen wat frisse lucht te geven. Daarna hobbelen we weer verkrampt en vrolijk kotsend in ons koekblik verder door de heuvels van Laos. Al met al doe ik uiteindelijk geen oog dicht en duurt de rit in totaal veertien uur. Dit was de op een na slechtste busrit in mijn leven (dodemansrit in Nepal nog steeds 1), maar dat hoort bij reizen.
Phonsavan staat bekend om zijn velden vol met stenen potten. Deze zijn hier eeuwen geleden neergezet en de precieze achtergrond weten ze nog steeds niet maar aangenomen wordt dat ze gebruikt werden als urnen. Verder staat Phonsavan bekend doordat het zwaar gebombardeerd is in de Secret War. Echter is 35% van de clusterbommen niet ontploft en liggen deze nog klaar om af te gaan, in de grond en op agrarische gebieden. Helaas loopt het slachtoffergehalte nog steeds op en mag je alleen lopen waar de opruimingsdienst al is geweest. Creatief als men is gebruiken ze de onschadelijke bommen voor het maken lampen, bommen als hekwerk, lepels zelfs bbq’s.
Aangezien Laos een Franse kolonie is geweest hebben ze wat Franse invloeden, zo wordt er nog Frans gesproken in enkele gebieden, zijn er baguettes en wordt er Jeu de Boules gespeeld. In het park wordt ik door een paar mannen uitgedaagd en krijg een setje in mijn hand geduwd. Na een paar welgemikte ballen beslis ik het spel met winst en met een applaus en goed gevoel verlaat ik het park om ze nog maar wat harder te laten oefenen.
Het Nieuwjaars festival van de Hmongs, een grote minderheid die in Laos leeft, aan de gang. Het duurt een aantal dagen en men kleedt zich in hun specifieke klederdracht. Zang, dans en het overgooien van een tennisbal naar elkaar zijn een aantal hoogtepunten van het feest. De gedachte erachter is als je iemand leuk vindt ga je met elkaar een bal overgooien (wat ze de hele dag door volhouden). En als de bal vaak valt brengt dat weer ongeluk en moet men een liedje zingen. Dus rustig overgooien is een teken van liefde. Blijkt dat je haar of hem toch niet leuk vind dan gooi je de bal toch gewoon wat harder terug!!
Vang Vieng een dorp aan de rand van een klein riviertje. Hoofdattractie is Tubing! Men neme: een stromend riviertje, aan de zijkanten volgebouwd met barretjes en dansplateau’s vol met tokkel- en glijbanen, emmertjes met drank en een grote binnenband. Al dobberend ga je de rivier, om je heen schieten er feestende met graffiti beschilderde mensen in het water. Naarmate men verder de rivier afdrijft wordt het alcoholpercentage in het bloed hoger waardoor juist het rationele veiligheidsbesef naar beneden gaat. Hierdoor zijn ongelukken onvermijdelijk en wordt er regelmatig wat gebroken en zijn er enkelen die door de sterke stroming van de rivier verdrinken. Desalniettemin vermaak ik me prima en om de afkeurende reacties voor te zijn, volgens mij noemen we dat in Nederland Carnaval en doet meer dan de helft niet veel anders.
Op mijn lijst van dingen te doen in Laos staat ook een grot: Tham Kong Lo. Een 7,5 kilometer lange grot die je per boot ervaart. Bewapend met een hoofdlamp en reddingsvest stappen we in de kleine houten boot die ons de grot in zal brengen. Al snel verdwijnt het laatste streepje natuurlijke licht om ons heen en bevind ik me in grote hoge uitgesleten kamers met de muffe motachtige geur van kerkers en diepe wijnkelders. Op het gepruttel van de motor na lijkt het alsof ik me in grote verlaten kathedralen bevind met de holle naklanken van een prekende priester. Al zigzaggend varen we langs rotspunten en stalactieten heen. Wederom is het Fata Morgana gehalte hoog aanwezig en waan ik me in een onbekende aparte maar sprookjesachtige wereld en geniet.