Ten noordwesten van het meer, vlakbij Tokmok ligt Burana, een gebied met de Burana minaret, ruïnes en een veld met stenen petrogliefen in de Chuy Vallei. Dit is wat er nu over is van Balasagun, een stad gesticht door de Soghdians, een Iraans volk, in de 9de eeuw. Het was de hoofdstad van het Kara-Khanid Kanaat tot het in 1218 door de Mongolen werd veroverd. Een begraafplaats werd nog tot in de 14de eeuw gebruikt en in de 15de eeuw is het helemaal vervallen. De 24 meter hoge minaret, oorspronkelijk 46 meter, heeft door de eeuwen heen en verschillende aardbevingen veel schade opgelopen, is voor het laatst helemaal gerenoveerd in de jaren ’70 van de vorige eeuw. De oude stenen sculpturen worden Balbals genoemd. Balbal is afgeleid van het Turks en betekent “grootvader”, en ook afgeleid van het Mongoolse woord “barimal”, wat handgemaakt standbeeld betekent. Dit is de enige plek in Centraal Azië waar ze heel bekend zijn. Er wordt gedacht dat het memorial beelden zijn om de doden te eren, ze gaan terug tot de 6de eeuw.