langs de Jordaan
Salt, Pella, Umm Qais en Irbid
Na een heerlijk ontbijt op het dakterras van Sherina Bed & Breakfast in Amman stappen we in onze auto om het noorden te verkennen. De eerste bestemming van vandaag is Salt.
Salt was tijdens het Ottomaanse tijdperk de hoofdstad van Jordanie, maar staat inmiddels alleen nog bekend om zn mooie oude geveltjes. Volgens de reisgidsen heeft het plaatsje niet veel te bieden en wordt het ook niet bezocht door toeristen....dat wekt uiteraard onze nieuwsgierigheid.
Aangekomen in Salt belanden we weer in een gigantische verkeerschaos. We hebben nog even de neiging om gewoon weer door te rijden als ons oog valt op een parkeerplek. Dus toch, auto aan de kant en aan de wandel.
We lopen door smalle steegjes met kleine huisjes waarin winkeltjes zitten, allen met houten luiken. Sommigen so smal als een voordeur anderen vergelijkbaar met een Nederlandse garagebox. We gaan op een bankje zitten en aanschouwen de taferelen om ons heen. Voor ons wordt Arabisch brood gebakken op een kussen en een hete bakplaat, de buurman brandt koffiebonen en een deur verder zijn levende kippen te koop. Geen een toerist te bekennen, alleen maar locals met de bekende Jordaanse rode omslagdoeken en de vrouwen met een hoofddoek. Op straat staan ze thee te drinken en knikken ze ons toe en heten ons welkom in Jordanie. Dit is waarvoor je in het vliegtuig stapt, genieten van het hedendaagse leven in een compleet ander land, prachtig.
Dan wordt het tijd voor het vervolg van onze autorit door de Jordaanvallei, op weg naar onze meest Noordelijke bestemming Umm Qais. We rijden eerst nog richting Pella. Pella is voor archeologen een behoorlijk interessante plaats, hier zijn opgravingen te vinden van de oude Romeinse decapolis Pella. Voor ons lijkt het vooral een mooie tussenstop, met mooi uitzicht over de Jordaanvallei, tenminste...dat dachten we. In de loop van de ochtend wordt ons zicht steeds slechter. Het lijkt alsof er mist in de lucht hangt maar dan wel zandkleurig. Zodra je buiten adem haalt heb je het gevoel dat je stof hapt. Als we dus na een rit van 3 uur aankomen in Pella blijkt er voor ons dus ook niet veel te beleven. Na een korte stop van 5 minuutjes rijden we verder naar het noorden, naar Umm Qais.
We rijden op een weg die parallel loopt aan de Israelische grens, en dat is niet zo'n pretje! Onderweg komen we 5 militaire checkpoints tegen waarvan we driemaal worden aangehouden. De auto wordt volledig gecontroleerd. Onze niet goed functionerende kofferbak moet steeds weer worden geopend, terwijl al van buiten zichtbaar is dat de kofferbak volledig leeg is. Maar uiteraard moet er ook nog even onder het reservewiel gekeken worden.
De sfeer wordt eenmaal behoorlijk grimmig als een militair beweerd dat Nicole een foto zou hebben gemaakt van de Checkpoint, alsof dat de moeite waard is voor een foto! We moeten de camera overhandigen en even slaat de angst toe dat er beslag wordt gelegd op ons fotomateriaal van de gehele reis. Maar gelukkig leven we in het digitale tijdperk en is zo eenvoudig aan te tonen dat de laatste foto gemaakt is in Salt, we kunnen dus weer verder!
Umm Qais is eveneens een decapolis, en dus zeer interessant voor archeologen. Vanochtend in ons Bed & Breakfast is ons geadviseerd hiernaartoe te komen en op het terras te gaan zitten. Umm Qais ligt behoorlijk hoog, dus dat garandeert een prachtig wijds zicht over de Jordaanvallei. Jammer genoeg heeft de mistbank zich inmiddels zo ver uitgebreid dat we ook in Umm Qais geen hand voor ogen zien. Zonde, want we missen nu de aanblik van Syrie en Israel. Umm Qais is namelijk net als Vaals een drlelandenpunt. Je zou van hieruit het meer van Gallilea kunnen zien en de Golan hoogte.
We besluiten weer zuidelijker af te zakken, richting Irbid. Ditmaal via de snelweg, om verdere checkpoints te omzeilen. Irbid is de tweede stad van Jordanie. er wonen hier ontzettend veel chinezen die allen werken in de textielindustrie die zich hier gevestigd heeft. Van hieruit kunnen ze hun textielproducten tax free verschepen via de haven van Aqaba naar Europa en Amerika. Daarnaast is Irbid de bekendste universiteitsstad van het Midden-Oosten. Irbid is een groot doolhof voor ons Europeanen. We zien slechts een keer een bord met Amman erop vermeld en vanaf dat punt alleen nog maar Arabische bewegwijzering. We rijden en rijden maar komen maar niet terug op de snelweg en komen in een buitenwijk terrecht. Poul besluit hier de weg te gaan vragen en stapt uit ons autootje om vervolgens samen met een man uit Damascus weer in te stappen. De route van hieruit was wat lastig uit te leggen, hij spreekt namelijk gen woord Engels. Maar hulpvaardig als ze in dit land zijn willen ze je natuurlijk wel van dienst zijn. Dus...hij gaat op onze achterbank zitten en wijst ons met zn vingertje de weg. Hilarisch. Hij zit bijna een half uur zo bij ons in de auto, we zijn dus echt goed verdwaald! Ineens roept hij STOP! en stapt uit, voor ons zien we de weg naar Amman.
Zo komen we een klein uurtje later in de avondspits terrecht op de ring van Amman, chaos. Maar gelukkig is Poul inmiddels al goed gewend aan de Jordaanse rijstijl. Je trekt je niks aan van de belijning, drie banen betekent dat je gemakkelijk met zn vijven naast elkaar kunt rijden. Je houdt daarbij je rechterhand op de claxon voor het geval je voorganger het niet goed snapt. Je linkerarm hangt alvast uit het raam om richting aan te gven, knipperlicht is dus volkomen overbodig.
Zo komen we uiteindelijk zonder kleerscheuren terug in Amman en besluiten we dat we de daarop morgen wel een rustdagje verdiend hebben, dus morgen lekker naar het vijfsterren dagstrand aan de Dode Zee, met een fantastisch zwembad.