Dana Wildlife Reserve
Op handen en voeten door natuurpark Dana
Ik word wakker van een bromvlieg die ergens vastzit in de tent. Terwijl ik het deurtje openrits stuit ik op een adembenemend mooi uitzicht over het Dana Nature Reserve. De zon komt op en onze tent staat zo ongeveer aan de rand van de afgrond, wat nu juist een heerlijk gevoel geeft.
Vandaag is de dag dat mijn vriend en ik een vijf uur durende wandeltocht gaan maken door dit immense natuurpark in Jordanie. Samen met gids Achmed gaan we het avontuur aan. Ondanks het feit dat het nu 8.00u 's ochtends is en al behoorlijk warm, is Achmed lekker ingepakt in zijn legerpakje. Met zijn wandelstok geeft hij aan dat we gaan vertrekken.
We lopen direct naar de afgrond en zetten een flinke daling in. Achmed lacht veel, maar is nog niet zo spraakzaam. Ik vraag of hij Engels spreekt en hij antwoordt met: 'little'. Hij gebaart wat en terwijl we verder afdalen, ziet onze gids een roofvogel. In het Arabisch roept hij enthousiast een paar woorden en hij wil duidelijk dat wij hem nazeggen. Dit doen wij dan ook braaf, maar we hebben geen idee wat we zeggen en om welke vogel het gaat.
Vanaf dat moment gaat alles in het Arabisch en met veel handen en voeten werk. Achmed doet kruipend een schaap na, wanneer we uitwerpselen tegenkomen. We beginnen aan elkaar te wennen en 'oke' is ons stopwoordje. Eenmaal beneden aangekomen is het zicht adembenemend! Wanneer ik omhoog kijk, zie ik gigantische rotspartijen en onze tenten zijn slechts zwarte stipjes in de lucht.
Na een uurtje vindt onze Arabische leermeester het tijd voor een pauze. We zijn flink bezweet en de gedachte om af te koelen in de schaduw maakt ons blij. Hij maakt een kampvuur en een lekkere pot Jordaanse thee (meer suiker dan thee). Een andere gids met een Nederlands stel sluit aan. Deze gids lacht naar ons en wijst naar de paar zwarte tanden die hij nog in zijn mond heeft. Snel gooit hij nog een volle hand suiker in zijn kopje.
Het is tijd om verder te trekken. Het is rond de 40 graden en ik besef me dat we dat hele eind dat we afgedaald zijn, ook weer omhoog moeten klimmen! Ik schrik van de gedachte en kijk op mijn horloge. Nog drie uur te gaan, dat gaat nooit goed. Met handen en voeten probeer ik Achmed duidelijk te maken dat ik onze tocht in wil korten. Achmed antwoordt, zoals hij al twee uur doet, met het woordje 'oke'. Ik heb niet het idee dat hij het begrijpt. Ik maak wanhopig nog wat stuurgebaartjes, wijs op mijn horloge, tel met mijn vingers de uren en hoop maar dat er een lichtje bij hem gaat branden.
De uren die volgen zijn zwaar, maar indrukwekkend. Het landschap verandert van mediterranne kernmerken naar Iranese steppen. We krijgen, weliswaar in het Arabisch, uitgebreid les over bijzondere diertjes, overblijfselen of planten die we tegen komen. Erg boeiend om te zien, iets minder om na vier uur nog steeds alles in het Arabisch te herhalen. Althans, we doen een poging tot.
Aan de steile klimmen lijkt geen eind te komen. Telkens als ik denk dat we de top bereikt hebben, dalen we weer af om opnieuw te gaan klimmen. Alles lijkt zo erg op elkaar, dat het voelt alsof ik verdwaald ben. Steeds als ik vraag hoe lang het nog duurt voordat we boven zijn, krijgen we het welbekende 'oke'. Achmed blijft lachen en heeft plezier in zijn tochtje.
Uiteindelijk, vier en een half uur verder, zien we jeep aan het eind van de weg staan.
We maken een vreugdedansje en zijn blij dat Achmed ons veilig terug heeft gebracht!