Sanaa

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Sanaa image

Sanaa

Sanaa
Jemen
Esthervanderham

Kawkaban

kawkaban (01-07-2006)
“Just look down, and don’t smile”. Een ogenblik later gaat het raam open, worden er wat woorden gewisseld en rijden we door. Als ik mijn panorama van de grijze vloerbedekking wil verwisselen voor de eindeloos uitgestrekte bergen die langs ons glijden, kijk ik in de lachende ogen van Mohammed. “You passed the test, you are a yemeni”. Wij zijn net een check point gepasseerd. Bij gebrek aan een toeristenvergunning en om eindeloos gezeur en vragen van de soldaten te voorkomen moest ik even doorgaan voor Yemenitsch. Ondanks mijn lichte huid, hebben mijn donkere ogen en de palto het gewenste effect.
Ik ben samen Mohammed en zijn neef, Arif, op weg naar Kawkaban, een op een op een hoog plateau gelegen dorpje waar we het weekend doorbrengen om even tot rust gaan komen na alle huwelijksperikelen van de afgelopen weken. Ik ben hier vorig jaar ook geweest en verheug me erop om terug te gaan want het is een hele mooie omgeving en omdat het dorp op 3100 meter ligt, is het een stuk koeler dan in Sana’a.

Wanneer we aankomen staat in het hotel de lunch voor ons klaar. We eten samen met de schoonzoon van de imam, de vroegere heerser, van Jemen. Deze vertelt uitgebreid over de tijd van de revolutie toen de imam werd afgezet en hij moest vluchten naar Libië. Hij is zo oud dat hij niet meer bij ons op de grond kan zitten maar vanuit zijn stoel vertelt hij vol trots en met schitterende ogen over zijn dochter die nu in de Verenigde Staten haar PhD aan het halen is. Tegelijkertijd ontleedt Mohammed naast mij een schapenschedel zodat ik even later met mijn vingers de hersenen uit de hersenpan mag eten. Het is niet eens vies.

Als we uitgegeten zijn verkassen we naar een speciaal rusthuis aan de rand van het plateau van 400 jaar oud met Turkse hammam en een prachtig uitzicht over het dal. In een van de kamers kauwen we qat. Terwijl de wolken schaduwen werpen op de weidse aarde onder ons, discussiëren wij over de Islam en de beschamende vertoning van Balkenende II (ook hier zijn ze op de hoogte van de kwestie “Hirsi Ali”). 's Avonds is zoeken wij in het donker, maar begeleid door een overvolle sterrenhemel, het rotsige pad terug naar boven. In het hotel worden we onthaald op thee met melk en de sleutels van de kamers; ik slaap uiteraard apart. Maar niet nadat ik eerst nog stiekem de neven in hun kamer heb opgezocht om samen te dineren.
De volgende ochtend ontbijten we met lever (waarschijnlijk hetzelfde schaap) en dalen wij via een trap in de rots af naar het dorpje, Shibam. De rotswanden hebben alle kleuren van de regenboog en de arenden zweven boven onze hoofden. Af en toe sta ik even stil om mijn ogen uit te kijken. Die middag kauwen we qat in een ander “huis-met-uitzicht” samen met het personeel van het hotel. Mohammed komt hier vaak en kent hier iedereen dus goed. Het is een heel klein dorp en de mensen leven hier een heel sober leven. Als we ’s avonds met een omweg terug wandelen naar het hotel en de stroom uitvalt ben ik blij dat de huilende honden zich aan de andere kant van het dorp bevinden.
De volgende ochtend doen we nog een vergeefse poging om op tijd op te staan voor de zonsopkomst, is er gelukkig gebakken ei als ontbijt en hijs ik me weer in mijn zwarte jurk om de controle posten te misleiden. Ik geniet lekker van mijn vakantie