Cultuur en natuur in Iran
Cultuur en natuur in Iran
Tijdens de autotocht over de multigebaande snelwegen van Teheran naar het noordwesten van Iran, gaat het landschap langzaam over in dichtbegroeide bergen. Het aantal auto's neemt af, de stilte toe. Mijn Iraanse vriend waarschuwt me om hier vooral niet 's nachts zonder geweer te verblijven, gezien de hyena's en wolven. In de hoogste gebieden hier, komen sporadisch beren en tijgers voor, lees ik later op Wikipedia. Na enkele picknicks met thee, Iraans Nan/nun (brood), dat we dichtvouwen om de roomkaas en honing en afmaken met veel fruit, rijden we langs prikkeldraad dat hier en daar beschermd wordt door een soldaat. We kijken zo het uitgestrekte groene bergland van Armenië in. Na een halfuurtje rijden, zien we geen soldaten meer. De temperatuur is aardig wat gedaald, helemaal vergeleken bij de dagelijkse 30+ graden die een constante waren in Teheran. Tegen een uur of vijf arriveren we in Sarein, een stadje dat vol is gebouwd met hotels, overwegend van wit gesteente. Als mijn aanstaande schoonfamilie bij een hotel informeert naar een plekje, word ik, zittend in de auto, door een hotelwacht, die blijkbaar ook politiegezag heeft, erop gewezen, dat ik mijn armen weer moet bedekken. Zuchtend van de hitte en frustratie, trek ik een jasje over mijn shirt en trek mijn sjaal wat verder over mijn hoofd. Nu dan, op weg naar een ander hotel, waar we hartelijk worden ontvangen en zonder moeite een kamer voor mijn vriend en mij, zijn zus, man en zoon en 'modar' (mama) toegewezen krijgen.
Dan worden we meteen in het toeristische leven gestort: we gaan zwemmen in een zwembad dat gevoed wordt door fosforrijk flink warm water, dat volgens de bevolking, goed is voor botten en gewrichten. Vrouwen en mannen hebben hun eigen ingang, en, wat blijkt, een eigen zwembad...
De volgende dag is het tijd voor de ultieme ervaring: de warmwaterbronnen. Ik loop met de vrouwelijke leden van de familie naar de ingang en kom in een zwembadachtige kastjesomgeving. Sommige vrouwen lopen vrolijk in hun volle Perzische blote borsten rond en kleden zich er om. In hun bikini verdwijnen ze naar de grote bron. De douches, eveneens bevolkt door (lokale en toeristen-) vrouwen, stromen gratis hun warme water uit, zolang we maar willen. Ik zet mijn eerste stapjes op de trap het water in en ben verrast door de hitte. Ghadidjeh neemt me mee naar het midden van het bassin, maar ik moet ook nog omschakelen van het Nederlandse klimaat naar het Iraanse, dus deze overgang is me echt te warm. Ik nestel me lekker op een trapje en geniet van de lome warmte om mijn benen. Een lieflijke dorpsbewoonster vraagt met handen en voeten waar ik vandaan kom, en maakt me duidelijk dat ik zoveel dunner ben dan de Perzische vrouwen. Dan schenkt ze me met een 'Gosh-omadie' (welkom!) een tijdje het geneeskrachtige water over mijn schouders met een kommetje. In mijn hart prijs ik ontroerd haar gastvrijheid.
's Middags wacht ik op mijn geliefde, die op de mannentijden gebruik maakt van deze bron. Er zijn meerdere bronnen op andere tijden open, zoals die met natuurlijke cafeïne, zodat je ook tegelijk kunt baden en een ander dagdeel gezamenlijk door kan brengen. Zo vertrekken we de volgende ochtend vanuit Sarein de bergen in.
Het blijkt dat we sowieso al op een behoorlijke hoogte zitten, want na een half uurtje door bergdorpjes, bereiken we sneeuw! Eventueel zouden we hier een kabelbaan kunnen nemen, maar het is nogal mistig. We nemen een weg terug en wachten voor een kudde schapen en groeten de vriendelijke jonge de herder terug. Een nieuwe generatie? Op een kleine vlakte, ingesleten in de bergen bespeuren we een groepje kamelen. Twee mannen komen uit een klein schuurtje en begroeten ons. Mijn vriend, die de eerste jaren van zijn jeugd Turks sprak , als Iraanse Turk, gaat in die taal een gesprekje aan. Dan mag ik en een neefje van hem, gratis een ritje op de kameel maken. De ene man loopt met zijn Turks uitziende postuur en brede ontblote armen naar de kamelen, hij schijnt van de bergkoude niets te merken. Met een trapje klim ik naar de bulten en laat me een eindje meewiegen op het bergpad. Ze willen geen geld... Natuurlijk stoppen we hem wat toe. De dag vordert en het wordt tijd om terug te gaan naar Sarein, voor onze 'ob-gusht', een soort kikkererwtensoep, vol schapenvlees, dat met het bekende witte platte brood wordt gegeten. We rijden de bergtoppen af. Onderweg schiet ik nog een plaatje van een kleurige Azerbaijaanse vrouw, die in haar zwierige fucsiaroze rok een mand op haar rug naar beneden draagt. Opnieuw wachten we voor de schapen en stoppen uiteraard bij het kleine winkeltje vol bergkruiden, gedroogde melkbrokken en verse honing. Natuurlijk maak ik meer foto's. Terwijl we verder rijden, zie ik een klein bijna vierkant hutje - het zal een schuilplaats zijn voor de herders - en begrijp niet dat de anderen gewoon door rijden. Ik maak de foto vanuit het autoraam, en lijst de kleine hut onder de mistige wolk in mijn geheugen.