'Ik overleefde ternauwernood een schipbreuk in Indonesië'
Van droomvakantie tot nachtmerrie. We spraken Wilbert van Haneghem over zijn recent verschenen boek ‘Schipbreuk in het Paradijs’, een ijzingwekkend, waargebeurd verhaal.
Auteur Wilbert en zijn vriendin op het eiland
Gili Air (Foto: Wilbert van Haneghem)
In augustus 2014 slaat het noodlot toe voor Wilbert en zijn vriendin Marjan van Minnen. Het schip dat hen van Lombok naar Flores moet brengen lijdt schipbreuk. De boot maakt water en zinkt op dag twee van hun tocht. Voor het stel, achttien medereizigers en zeven crewleden het startschot van een veertig uur durende nachtmerrie. Denk dan niet dat ze op een stevige reddingsboot aan het dobberen waren met een flinke voorraad aan water en voedsel. Ze moesten het doen met een gammele, houten sloep. Zónder water, voedsel en reddingslichten.
Wilbert is steward bij KLM en weet om te gaan met noodsituaties. De bemanning van de boot niet, zij trokken zich terug. Daarom nam hij de leiding. ‘We zaten op open zee en zagen heel in de verte een eiland. Dus probeerden we erheen te zwemmen. Ondanks dat we het eiland nooit hebben bereikt, heeft dat wel ons leven gered. Bijna twee volle dagen later kwamen bij toeval twee vissersboten langs die ons hebben gered,’ zegt Wilbert. Twee opvarenden raakten vermist tussen de hoge, ruige golven en overleefden de ramp niet.
De omslag van het boek (Foto: Wilbert van
Haneghem)
Hoe is het schrijven van Schipbreuk in het Paradijs tot stand gekomen?
‘Toen we net terugkwamen, zaten we eigenlijk in een rouwproces. We zijn immers aan de dood ontsnapt. Een boek schrijven was nog totaal niet aan de orde, maar het idee speelde al wel in mijn hoofd. Op zee dacht ik er zelfs al aan. Mijn woede naar de bemanning, hoe zij zo verkeerd gehandeld kunnen hebben, daar moest ik wat mee. Dus ik heb een brief opgesteld om het van mij af te schrijven. Ik heb het zelfs naar het Engels vertaald en opgestuurd naar hen, maar nooit antwoord gehad. Ik dacht wel van: ‘Hé, dit doet wat. Het schrijven helpt.’ Na twee maanden ben ik dus begonnen met het schrijven en het ging als een tierelier. Samen met Marjan vulden we samen de gaten in, gingen we erover praten. De andere opvarenden hebben ook hun steentje bijgedragen.’
Het schip waar ze op zaten, inclusief de kleine sloep (Foto:
Ben Quinn)
Wilbert was druk bezig met het schrijven van het boek terwijl de andere opvarenden doorgingen met hun leven. 'Ik merkte dat hoe meer vragen ik ze ging stellen, hoe terughoudender de ze werden. Iedereen ging verder, maar ik stond stil. Ik heb nog steeds het idee dat ik er middenin zit, maar nu gaat het meer over het boek en niet over de gebeurtenis zelf. Als ik die stap verder kan maken door over het boek te praten in plaats van de gebeurtenis, dan wordt het behapbaar. Zo geef ik het een plek, het is een onderdeel van mij geworden. Mijn eerste uitgangspunt was: ik wil een boek schrijven, en nu heb ik een mooi verhaal. Het boek is ook een beetje uitleg geven. Dít is er echt gebeurd. Daarnaast vind ik het belangrijk dat dit verhaal verteld wordt. Mensen moeten enigszins gewaarschuwd worden.’
Met de kleine sloep terug naar het zinkende schip, op de
voorgrond te zien, om de rest van de passagiers op te halen. Marjan
zit rechtsvoor (Foto: Bertrand Homassel)
Wilbert hangend aan de houten sloep (Foto: Bertrand
Hommasel)
In wat voor opzicht moeten andere reizigers hiervoor gewaarschuwd worden?
‘Als mensen mij nu om advies vragen wat te doen dan zeg ik: ‘Misschien kan je beter het vliegtuig nemen naar Flores en daar een boottochtje doen. Ik heb zeker niet het gevoel dat ik met mijn boek de scheepvaartindustrie in Indonesië kan veranderen. 17.000 eilanden en zo’n grote bevolking die afhankelijk is van het water. En toerisme. Wat kan ik dan doen? Ik kan hooguit op Tripadvisor of in interviews advies geven. En mijn advies zou zijn: Ga vliegen. Maar ik zeg zeker niet dat je nooit meer met de boot moet gaan, ik maak ook nog steeds boottochten. Lekker blijven reizen, misschien een klein beetje oppassen... en je goed inlezen.'
In het ziekenhuis in Sape Soembawa (Foto: Hollandse
Hoogte)
Stel: mensen komen in zo’n zelfde soort situatie terecht. Wat voor tip zou je mee willen geven?
‘Maak je eigen beslissingen en kies voor jezelf. Maar maak ook gebruik van andermans kwaliteiten. Het enige wat ik wilde was overleven, doorgaan tot het eind. Zoek een gelijkgestemde met die gedachte. Door mijn werk als steward weet ik hoe ik in noodsituaties moet handelen, een reden waarom ik de leiding op me heb genomen. Daarom een andere tip: Kijk om je heen, wie hebben er ook ervaring? Wie zijn voorbereid op dit soort situaties? Werk met hen samen en maak gebruik van elkaars taalkennis, of praktische zaken zoals een horloge.’
Het boek levert veel reacties op, merkt Wilbert. Een opmerking die hij vaak te horen krijgt is dat mensen niet wisten dat het zo heftig was. ‘Mensen vragen of ik echt de dood in de ogen heb gekeken. Ja, veertig uur lang. Op het water had ik veel twijfels of ik sommige dingen niet beter had aan kunnen pakken. Maar ik heb mijn best gedaan en we hebben het gelukkig gered. Veel mensen zeggen: ‘Je bent een held!’ Mijn standaard antwoord is dan altijd: ‘Nee, er zijn 25 helden.’
Schipbreuk in het Paradijs is te koop bij de betere boekhandel en online, onder andere bij bol.com.