Java pur sang
Java pur sang
Java pur sang
Denkend aan Java zie ik kabbelende beekjes door een tropisch paradijs vloeien.
In het Nederlands word ik vanochtend welkom geheten door mevrouw Harnik. De kleindochter van de Nederlandse stichter van de plantage in Kalibaru die ik zo direct ga bezoeken. Op de plantage worden rijst, koffie en palmbomen verbouwd. Er is ook een kruidentuin waar vanille, gember, peper, kaneel, nootmuskaat en cacao verbouwd wordt.
We beginnen de rondleiding met een bezoek aan een klein stukje grond waar drakenfruit wordt verbouwd. Hmm, toevallig vanochtend nog bij het ontbijt gegeten. Daarna gaan we naar een schuur waar we een demonstratie krijgen van de bereiding van gula djawa, Javaanse bruine suiker. Ingekookt sap van de palmbomen van de plantage.
We lopen een prachtige tuin in en vallen van de ene verbazing in de andere. Tropische bloemen zoals hibiscus, heliconia en pagoda bloemen maken de tuin betoverend.
In de tuin staan specerijen en gewassen, waar we uitleg over krijgen. We mogen alles voelen, ruiken en soms proeven. Cacao, vanille, nootmuskaat, peper, koffie en kaneel.
Een erg leuke manier om het Java beschreven in de boeken uit koloniale tijden nu te herkennen. Een charmante tour in een paradijselijke omgeving.