Ambon, eerste week
Ambon, eerste week
Wat vliegt de tijd, de eerste week stage zit er al weer op!
Waarvan ik 2 dagen op de eerste hulp heb gestaan en 2 weken op een interne afdeling.
Het is even wennen, want het gaat echt heel anders dan in Nederland. Maar dit had ik natuurlijk al verwacht.
Waar je in Nederland enorm veel regels en apparatuur hebt, is dat hier vooral niet.
De deuren naar buiten staan continue open, en als je iets hebt mag je zo naar binnen lopen naar een bed.
Geen hoog-laag bedden zoals in Nederland, dus als je het bed niet in komt krijg je een klein krukje of trappetje.
Heb je pijn in de buik, dan krijg je een kruik. Dan kan je even blijven liggen tot de pijn weer weg is.
Ben je niet verzekerd, heb je geen pasje, krijg je een factuur. Hierop staat geschreven wat je gebruikt hebt en wat het kost. Hiermee loop je dan naar de apotheek in het ziekenhuis.
Hier koop je dan de middelen die je gebruikt hebt, en die lever je weer in op de eerste hulp.
Er staan 3 bedden in de eerste zaal, hier ligt iedereen die binnen komt. Daar achter nog 2 bedden voor de mensen die gehecht moeten worden etc.
Liggen de bedden vol, dan is er bij binnenkomst ook nog 1 bed.
Zodra hier iemand ligt gaat er 1 buiten deur dicht.
Naast de zorg is het personeel erg druk met heel veel papierwerk in te vullen. Ik denk dat de meeste tijd hier in het papierwerk zit.
Verder wordt echt enorm veel gelachen in het ziekenhuis. Niemand die je hier hoort klagen, iedereen is vrolijk!
Het lijkt ook erg normaal dat je na je nachtdienst nog zo ongeveer 2 uur blijft zitten voor de gezelligheid.
Zoals mijn begeleidster zegt: "ik zie het ziekenhuis als mijn 2e thuis, en ben hier erg graag".
Ik wil dan ook Stichting Nusantara bedanken dat zij mij de kans geven om een maand hierheen te laten gaan, en Stichting Sekolah Sepak Bola Belanda (http://sssbb.nl) voor de begeleiding.
Elke student die dit leest, als je de kans krijgt om stage te gaan lopen in het buitenland: Pak deze kans!
Het weekend van 23 en 24 februari ben ik wezen logeren bij een familie in het dorp Waai. Hier zal ik een aparte blog over schrijven.