Bali

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Bali image

Nusa Penida, vol.2

Bali
Indonesië
Hulst243

Nusa Penida, vol.2

Het strand lijkt bezaaid met kleine stukjes koraal. Bij nader inzien blijken zelfs de grotere “zandkorrels” miniscule koraaldeeltjes te zijn. De aanwezigheid van zoveel koraal geeft ons hoop met betrekking tot onze wens om in de wateren rond Nusa Penida te kunnen snorkelen.

Achter ons zwelt een ronkend geluid aan en als we omkijken zien we twee mannen op brommers het strand naderen. Het blijkt Gede te zijn, samen met zijn oom die er opvallend jong uitziet. En natuurlijk heeft onze nieuwe vriend woord gehouden, al is een uurtje anderhalf uur geworden. Maar wie maalt daarom als je op reis bent?
We stellen ons voor aan oom en klimmen vol spanning achterop de brommertjes.

Het wegdek op Nusa Penida blijkt van een onverwacht goede kwaliteit. Auto’s rijden er niet en het enige verkeer dat we zo nu en dan tegenkomen is van hetzelfde gemotoriseerde slag als dat van ons.
De weg slingert als een slang over het bijzonder groene en heuvelachtige eiland. Bocht na bocht, soms omhoog om daarna weer steil omlaag te gaan. Hoe is het mogelijk dat hier geen toeristen komen? De natuur is werkelijk van grote schoonheid. Dicht tropisch bos wordt afgewisseld door kleine akkertjes, waar mensen druk doende zijn hun gewassen voor eigen gebruik te verbouwen. Tussen twee heuvels door zien we de zee in de verte schitteren. Af en toe passeren we een klein dorp. Kinderen staan langs de kant en kijken hun ogen uit. Het moet een vreemd gezicht zijn, die twee grote blanken achterop de brommer. Ze joelen en zwaaien ons na.

Wetend dat er geen accommodatie zou zijn op Nusa Penida hadden we ons voorgenomen om niet te kieskeurig te zijn waar het op slaapgelegenheid zou aankomen. We zagen onszelf bij voorbaat al overnachten onder de sterrenhemel op het strand.
Dus als je dan een uitnodiging krijgt om bij de lokale bevolking in huis te mogen slapen dan is dat een aanbod dat je niet mag afslaan.

Naarmate de rit langer duurt wordt de kwaliteit van het wegdek steeds minder. Na zo’n drie kwartier rijden slaan we af en rijden we over een gravelpad omhoog. Hier zijn de hobbels zowaar nog hoger en de kuilen dieper. Maar het goede nieuws: we rijden weer een klein dorp binnen en na een paar minuten stoppen we voor een huis met pal ernaast een kleine hindoetempel.

We worden voorgesteld aan vader, moeder en een handvol “ooms”. Gede vraagt ons om plaats te nemen op de stoep van het huis. Stoelen zijn er niet, dus is het heel gewoon om met zijn allen op de grond te zitten. De stoep blijkt het sociale ontmoetingspunt van het dorp.
Er wordt gepraat, gelachen en gegeten. Kinderen zoeken één voor één de pater familias op en kruipen bij hem op schoot. Gede vertelt dat zijn vader een heilig man is die in het hindoegeloof een zekere vooraanstaande functie heeft. Het is overduidelijk dat de man alom respect geniet.
Naar aanleiding van onze vraag legt Gede tevens uit dat de vele ooms in biologisch opzicht geen echte ooms zijn, maar dat het normaal is in hun cultuur om mannen met een zekere status “oom” te noemen.
Eén van hen wordt door vader hoog een cocospalm ingestuurd om terug te keren met enkele cocosnoten die vervolgens vakkundig van hun kruin worden ontdaan zodat wij onze dorst kunnen lessen.

’s Avonds laat, als wij in het aardedonker nog steeds buiten zitten, legt Gede uit dat wij in zijn bed kunnen slapen. Maar waar slaapt hij dan zelf, vragen wij. Hij zal bij zijn vader slapen in het woonvertrek van het huis. We voelen ons best een beetje ongemakkelijk, maar Gede staat erop en wie zijn wij om daar dan tegenin te gaan?
Hij wijst ons de weg naar het sanitair, want we willen vast nog wel even douchen?
Dat lijkt ons heerlijk. Maar, een douche, op dit kleine en primitieve eiland? Ons voorgevoel blijkt te kloppen, want we treffen slechts een grote betegelde bak gevuld met regenwater, met op de rand een plastic maatkan. In de vloer een donker gapend gat. Het principe is ons meteen duidelijk en om beurten maken we dankbaar gebruik van het geboden sanitair.

De slaapkamer van Gede is een kleine, wat muffe kamer met tegen de muur een oude krakende twijfelaar.
Meer dan een niet te fris riekende sprei ligt er niet op, maar in deze tropische nacht moet dat qua warmte voldoende zijn. Neus dicht en slapen maar.
We wensen een ieder welterusten en kruipen vervolgens in bed. Overladen met indrukken van een bijzondere dag gaan onze gedachten al verwachtingsvol uit naar de dag die komen gaat.
Tot diep in de nacht horen we Gede nog met zijn vader praten, maar bij ons gaat van vermoeidheid het lichtje uit…

Foto's

3b696.jpg
3b696.jpg
Hulst243
8cb65.jpg
8cb65.jpg
Hulst243
514ba.jpg
514ba.jpg
Hulst243