De Balinese kust; van droomstrand naar vuilnisbelt
De Zuid-Balinese kuststrook is wereldberoemd en trekt jaarlijks zo’n vijf miljoen toeristen, die er komen zonnen, zwemmen en surfen. Maar als er niet snel wat wordt gedaan aan de enorme hoeveelheid afval op de stranden, zou het doek zomaar eens kunnen vallen voor dit populaire vakantieoord. Trouble in paradise dus …
De oceaan maakt een groot onderdeel uit van het dagelijks leven
(Foto: Reisreporter walterstoffers)
De zes kilometer lange zandstrook aan de zuidkant van Bali is bezaaid met een enorme hoeveelheid aangespoeld afval. Dit zwerfvuil brengt niet alleen schade toe aan het toerisme, maar ook aan het ecosysteem. Het is geen toeval dat er juist in deze regio veel vuil rondzwerft, want Indonesië is een van ’s werelds meest bevolkte én vuilproducerende landen. Er is de regering veel aan gelegen om de normaal zo aanlokkelijke stranden van Jimbaran, Kuta en Seminyak in hun oude staat te herstellen. Dagelijks rapen zo’n zevenhonderd werklieden ruim honderd ton afval van de stranden. Maar tevergeefs; de volgende ochtend ligt het zand er wederom vol met afval.
Schone oceanen
Indonesië heeft zich naar aanleiding van de recente vervuiling aangesloten bij een VN-initiatief dat zich inzet voor schone oceanen. Het doel van Indonesië: in 2025 moet de hoeveelheid zeeafval, die het land produceert, met zeventig procent zijn afgenomen. Daarnaast gaat het Zuidoost-Aziatische land zich richten op recycling, wat in dit deel van de wereld nog niet wordt toegepast.