"Here you take picture!"
"Here you take picture!"
Kaartlezen is een vak apart. Eigenlijk wist ik dat wel, maar nu krijg ik ook de bevestiging dat ik er niet zo goed in ben. Even navragen bij een chai-wallah leert me dat ik nog ruim 5 kilometer moet lopen. En ik heb er al 5 op zitten. Op mijn slippers. In de brandende zon.
En omdat ik net zo eigenwijs ben als dat ik niet kan kaartlezen, besluit ik dan ook het resterende stuk lopend af te leggen. Ik neem de laatste slok van mijn zoete chai, schud de hand van chai-wallah en begin weer dapper door te stappen. Natuurlijk blijf ik de vragende ogen van de fietsriksja-wallahs negeren. Op mijn slippers. In de brandende zon. Op weg naar de Bara Imambara; een van de bezienswaardigheden in Lucknow. Een plek waar ze niet echt gewend zijn aan toeristen. Zeker niet het type dat op het heetst van de dag over straat loopt.
Ruim een uur later sta ik dan eindelijk voor de poort van het 18e eeuws paleizen complex. Ik vergeet mijn vermoeidheid en de beginnende blaren direct. Het ziet er allemaal prachtig uit. Verschillende oude moskeeën, een stadspoort en dan de enorme façade van het hoofdgebouw.
Ik ben er even zelfs even stil van. Navraag over Lucknow bij vrienden leverde niet veel meer op ‘shithole’, ‘nothing special’ en het veelzeggende ‘why?’ Dus komt de schitterende grote tuin met kleurrijke bloemen, omringd met indrukwekkende gebouwen, hoge middeleeuwse muren en minaretten in alle hoeken, eigenlijk wel onverwacht. Er is zoveel moois dat ik even niet weet waar ik moet beginnen met mijn ontdekkingstocht. Dat de bordjes zijn allemaal in het Hindi zijn, helpt niet echt. Mijn reisgids biedt uitkomst; een Bawli en een Labyrinth moeten de hoogtepunten zijn.
Omdat de Bawli het dichtst blijkt te zijn, begin ik daar. Bij de ingang van deze getrapte waterput zitten 3 mannen op de grond. Een van hen staat zuchtend en kreunend op en wijst vermoeid naar een klein loket in de muur. Blijkbaar moet ik nog een keer toegang betalen. Dat lijkt me vreemd, dus negeer ik hem en loop door. Dat gaat natuurlijk niet. Na wat onduidelijk heen en weer gepraat, begrijp ik dat het gaat om een vrijwillige verplichte bijdrage voor de net zo vrijwillig verplichte gids… . Kansloos geef ik toe aan deze truc.
Uiteraard blijkt een van de andere mannen mijn gids te zijn. Hij start direct met een stortvloed van jaartallen en namen, allemaal gerelateerd aan deze waterput. Het meeste vergeet ik direct weer. Ik luister met een half oor naar de geschiedenis van deze plek, terwijl ik zoek naar de beste posities om mooie foto’s te maken. Onverwacht krijg ik hulp. ‘Sir, here you take picture!’, klinkt het dwingend. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Tegen beter weten in (dit is niet mijn eerste keer in India…) vraag ik hem waarom ik dan precies op deze plek een foto zou moeten nemen. Nu is het zijn beurt om onbegrijpend te kijken. Hij komt nier verder dan opnieuw ‘Here you take picture!’ Om verdere discussie te voorkomen, besluit ik maar een foto te maken. Tevreden vervolgt de gids zijn rondleiding. We kunnen nu via de trappen en galerijen de afdaling in de put gaan maken.
De gids gelooft duidelijk in de kracht van herhaling. Niet veel later klinkt opnieuw een dwingend ‘Sir, here you take picture!’ Hij wijst op een soort doorkijkje, met uitzicht op een torentje in de verte. In theorie kan dit inderdaad een mooi plaatje opleveren. Maar de theorie komt natuurlijk niet overeen met de Indiase praktijk. Het torentje staat helemaal in de steigers. Waarschijnlijk is dat voor de meeste toeristen geen probleem, want hij dringt er nog maar eens op aan de foto te maken. ‘Here you take picture!’, probeert hij ongeduldig. Hij pakt me zelf bij de arm om mij in de juiste richting te draaien.
Ik zie er geen brood in en maak aanstalten om door te lopen. Mijn beslissing om geen foto te nemen, heeft invloed op het humeur van mijn gids. Een beetje bozig loopt hij door.
In een behoorlijk tempo ratelt hij weer een verhaal af met veel jaartallen. Ik merk dat ik al niet meer luister. Bovendien heb ik een interessante invalshoek gevonden om een mooie foto te maken. Dat staat niet op zijn programma. De gids is al weer doorgelopen en wenkt fanatiek dat ik moet opschieten. Ik dribbel maar weer achter hem aan. We dalen verder de waterput in. Opnieuw vliegen jaartallen en namen voorbij. Het tempo waarin de gids alles uitspuwt, maakt dat mijn interesse per verdieping verder afneemt. Dan opeens weer: ‘Here you take picture!’ De gids wijst op een iets afwijkende pilaar. Op zich niks mis mee, maar ook niet heel bijzonder. Het gebrek aan licht werkt niet echt mee, dus negeer ik de opdracht weer. Dit leidt tot nog meer sacherijn bij de gids. Het humeur van de gids lijkt op dit moment, net als deze Bawli, het dieptepunt te hebben bereikt.
Het komt ook niet meer goed. Op plekken waar hij snel voorbij loopt, wil ik foto’s maken. En waar hij beveelt ‘Here you take picture!’ zie ik niks bijzonders. We zijn inmiddels weer boven aangekomen. De gids heeft nu zijn grootste glimlach weer tevoorschijn getoverd. Hij denkt nog een fooi binnen te slepen. Ik denk daar iets anders over. Daarnaast is mij allemaal veel te snel gegaan. Ik wil op mijn gemak nog wat foto’s maken op zelfgekozen plekken.
Hij heeft de boodschap begrepen. Zijn glimlach is verdwenen als hij door de poort naar buiten loopt. Opgelucht wandel ik nu rustig rond. Even geen jaartallen meer. Even geen verplichte ‘Kodak-momenten’. Nu zie ik pas hoe bijzonder deze plek is.
Terwijl ik op mijn gemak in eigen tempo nog wat foto’s maak, hoor ik achter me ‘Here you take picture!’. Het zal toch niet?
Geïrriteerd draai ik me om. Ik zie een Indiase toerist een foto maken van het doorkijkje. De gids kijkt me triomfantelijk aan!