Tamil Nadu

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Tamil Nadu image

India: een introductie

Tamil Nadu
India
Kokkeeri

India: een introductie

Het felle geluid van de claxon doet me opnieuw schrikken. “Rikshaw, sir. Very goodprice, sir. Where are you going, sir. Sir, rikshaw. Sir. Siiir….?” Ik zou er nu wel aan gewend moeten zijn. We staan nu al 45 minuten in deze chaos. Ergens tussen Mamallapuram en Thiruvannaamalai. Geen idee hoe dit ‘shithole’ heet. Interesseert me nu ook even niet. Het enige dat ik op dit moment wil weten, is welke bus ons hier weg gaat halen!

De week begon goed. Ons idee om bij aankomst te gaan ‘acclimatiseren’ in het historische kustplaatsje Mamallapuram was prima bevallen. Dit dorpje gaf ons de gelegenheid om langzaam te aan India te wennen. Het hotelletje was prima. Aardige mensen, prima eten. We kregen al snel het gevoel India aan te kunnen. Alhoewel, het begin viel niet mee….

Op onze eerste ochtend liepen we door de tuin van het hotel naar het strand. Rechts van ons de beroemde Shore-tempel, links kilometers strand, bezaaid met felgekleurde vissersbootjes. Een uitzicht als een ansichtkaart! Recht voor ons liep een oudere man. Stok in hand, lange baard en gekleed in hemd en lunghi (een soort ‘mannenrok’). Hij hurkte langzaam bij een poel van achtergebleven zeewater. “Hij zal wel krabbetjes zoeken” kon ik, met de naïviteit van een India-novice’, nog net uitbrengen, voordat ik vol zicht kreeg op een dosis ‘echt India’.... Krabbetjes zoeken, doh!!!

Het duurde even voordat we weer het strand op durfden. Maar na een heerlijke en weldadige maaltijd was het wel lekker om even een stukje te lopen. Het duurde niet lang voordat 2 dames in sari ons hadden gespot op het verlaten strand. Of we iets wilden kopen……In hun armen meters kleden en shawls. Ik keek snel mijn vriendin aan. Zij begreep direct de blik in mijn ogen; ‘Nee, ik koop niets, want we moeten nog 6 maanden en in Guatemala heb ik inderdaad een vloerkleed van 3m2 gekocht dat we 8 maanden in de rugzak hebben meegesjouwd en thuis ongebruikt in de kast ligt’ fluisterde ze me, met cynische ondertoon, toe. Ik kon de dames en mijn vriendin overtuigen dat we nu misschien later iets willen kopen. Ondertussen kregen we gezelschap van 2 mannen. Een sandalen verkoper en een chai-wallah met een vriendelijke glimlach onder een grote snor. “Chai, sir?” vroeg hij voorzichtig.

Alle waarschuwingen over het kopen van eten op straat negerend, kochten we voor iedereen een bekertje chai. Zo dronken we, zittend op een oude boot, in gezelschap van de verkopers en de chai-wallah onze chai!

Na 5 dagen Mamallapuram was het tijd om het ‘echte’ India in te gaan. We namen plaats in onze eerste Indiase bus. Geen ramen, geen vering maar wel een goed werkende claxon. En heel veel passagiers. Na ruim 30 minuten hobbelen moeten we al weer uit. Overstappen. Ik vraag nog naar de volgende bus, maar het enige wat ik terugkrijg is een flauwe headwiggle. Maar wat dat precies betekent....?????. We zijn nog maar net in India.

Daar staan we dan. Even niet wetend wat te doen. Al snel stopt een rikshaw voor onze neus. “Where you going sir?” klinkt er vanuit de cabine. “Busstation?” is mijn aarzelende antwoord. “Ok, not far!” “How much?” is mijn logische volgende vraag. “50 roepee” volgt direct. Dat lijkt me veel, dus ik probeer “25! It is not far!”. De bestuurder gooit er een headwiggle uit. “30! You just said it is not far!” probeer ik maar weer. Opnieuw die headwiggle. Maar ik heb geen idee wat dit betekent. Zo’n headwiggle lijkt op nee schudden, maar er zit ook iets van ja in….
Ik doe mijn laatste bod. “40!!! No more!”. Wederom de headwiggle, nu met grote lach en een gebaar richting achterbank. We klimmen naar binnen. 3 minuten later stoppen we bij een chaotisch busstation. Ik geef hem de roepies, die hij met een enorme glimlach in ontvangst neemt.

Dagen later begrijp ik iets meer van de headwiggle en realiseer me dat hij al akkoord was met mijn eerste bod van R.25. Zou ik de eerste toerist zijn die de prijs omhoog heeft afgedongen….

Op zoek naar de juiste bus. Er staan honderden bussen, maar geen enkele gaat naar Tiruvannaamalai. Na veel vragen en zoeken verwijst iemand ons terug naar de weg. Daar moeten we wachten op bus 248. Terug bij af.
We hebben geluk. Een bus met het getal 248 op de voorruit nadert met hoge snelheid. Zwaaiend probeer ik duidelijk te maken dat we mee willen. Geen enkele reactie van de chauffeur. Bus 248 raast voorbij. Net als honderden andere voertuigen. Bussen, vrachtwagens en rikshaws passeren ons in een voortdurende stroom van motorgeronk, claxon-gepiep en uitlaatgassen. En ergens tussen dit geweld zoek ik het magische nummer 248.

Ruim 45 minuten gaan voorbij. Heilige koeien, ratten, geiten, schapen zorgen voor afleiding. Rickshaw-drivers toeteren voortdurend om aandacht. En bij elke bus springen we op in de hoop nummer 248 te ontdekken. Tevergeefs. Nummer 56 komt wel 100x voorbij, maar 248…..

Dan opeens, in de verte zien we hem aankomen. Een mooie geschilderde 248 op de voorkant. Ik loop naar het midden van de weg om de bus tegen te houden. Het lukt. ‘Thiruvannaamali?’ roep ik naar de chauffeur. Hij gooit er een headwiggle uit, die mij opnieuw in verwarring achterlaat. Maar een van de passagiers bevestigt onze bestemming. Mijn vriendin is al binnen. Ik geef snel haar rugzak aan. Op dat moment stapt nog iemand snel uit. Beleefd als ik ben, maak ik ruimte. Stom! De bus trekt op. Even ben ik uit het veld geslagen. Dat duurt niet lang. Ik laat bus 248 niet gaan. Met een korte sprint bereik ik de deuropening (gelukkig geen deuren)en spring de bus in. Tenminste dat is de bedoeling. Ik bereik alleen een handvat. Mijn benen spartelen in de lucht. Met moeite werk ik mijzelf naar binnen. Opgelucht kijk ik in het gezicht van de grijnzende conducteur. ‘please, hurry’ zegt hij. Een afkeurende headwiggle volgt!