Rajasthan
Indiase Haveli’s en een rattentempel, koeienkadavers op de weg: welkom in Rajasthan
Na een uitstekend ontbijt vertrokken we naar Nawalgarh, een van de dorpen in de Shekhawati streek. Dit dorp heeft nog een authentiek middeleeuwse sfeer met nauwe kronkelige steegjes en de best bewaard gebleven haveli’s (koopmanshuizen). Van boven tot onder, van binnen en van buiten werden deze huizen verfraaid met fresco`s. In andere, meer vervallen (eigenlijk onbewoonbare) haveli’s wonen vaak meerdere families.
We hebben de best gerestaureerde haveli van de hele streek bezocht: de Anandilal Poddar Haveli. Dit huis, gebouwd in de twintiger jaren van de vorige eeuw, heeft over de 700 fresco’s. De onderste verdieping is te bezichtigen en dient deels ook als museum met kostuums, Rajasthaanse sieraden en muziekinstrumenten. De kamers zijn prachtig en de onderwerpen van de fresco’s heel divers.
De bovenverdieping wordt nog steeds gebruikt als school.
Hoewel het zondag is, wordt er toch nog les gegeven. We worden uitgenodigd om binnen te komen en stappen in een donker leslokaal waar zo’n 80 jongens Engelse les krijgen. De tweezitbanken zijn hier driezitters en de leerlingen gedragen zich voorbeeldig. Dat kun je je bij ons niet voorstellen.
Engels en wiskunde zijn vakken die hier als extra lessen gegeven worden en daar komen ze graag in het weekend voor terug!
Hierna op weg naar Bikaner. Dit is een grote ommuurde stad met het prachtige Junagarh fort en paleizen, opgetrokken in rozenrode zandsteen.
We verbazen ons er steeds weer over dat er ook zoveel Indiërs hun bezienswaardigheden bezoeken. Het is ontzettend druk en we krijgen een rondleiding in een groep met zeker zo’n 40 Indiërs, waarvan de vrouwen echt op hun zondags gekleed gaan. De gids doet enorm zijn best, iedere keer als hij wat uitgelegd heeft komt hij naar ons toe om het in het Engels te herhalen.
De afmetingen van dit fort zijn enorm. De bouw begon in 1588 en in de volgende drie eeuwen werden er paleizen aan toegevoegd. De paleizen hebben prachtige balkons, paviljoens en verfijnde bewerkte jali-vensters. De interieurs zijn rijk bewerkt met o.a. houtsnijwerkplafonds en beschilderde muren, ingelegd met schelpen en gekleurd glas. Er is zelfs een echt delftsblauw betegelde erker. Er blinkt veel bladgoud en er zijn nog veel oorspronkelijke rijk bewerkte meubels zodat je een goed beeld krijgt van de vroegere pracht en praal.
Behalve het fort blijk ik ook een bezienswaardigheid. Het is me niet helemaal duidelijk waarom. Maar goed ik kan mijn ogen ook moeilijk afhouden van de vrouwen in hun kleurrijke kleding. De mensen zijn erg aardig en willen zelfs wel voor me poseren.
Later bezoeken we nog het Lalgarh Palace. Eigenlijk is dat een enorm parkachtig terrein met meerdere paleizen, allen even overdadig bewerkt, die nu vaak in gebruik zijn als hotel.
Het is zo raar om deze pracht en praal te zien en aan de andere kant de geuren op te snuiven van een ernstig vervuilde stad. Bikaner is geen uitzondering. Overal waar we tot nu toe geweest zijn de straten ontzettend stoffig, overal ligt vuilnis, mensen vegen, maar je snapt niet waarom, ze verplaatsen alleen vuil en zand, het lijkt zinloos.
Overal zie je koeien en drommen straathonden, hier en daar een varken. De chaos is ongelooflijk: brommers, motorriksja’s, ezelkarren, auto’s, koeien, honden, bussen, en zwaar overbelaste door dromedarissen getrokken karren krioelen door elkaar. Daartussen door proberen voetgangers nog een weg te vinden.
En dan te midden van die chaos vind je de serene pracht en praal van de forten en paleizen die getuigen van een ontzettend rijke en geciviliseerde cultuur.
De honden en koeien slapen ook vaak in groepen bij elkaar midden op de weg tussen het verkeer. Verbaas me nog dat het aantal doodgereden dieren niet hoger is.
We hebben er al wel verschillende gezien. Ook een dode koe die gewoon tussen mensen op straat ligt en waaraan drie honden zicht tegoed doen. Aangereden dieren laat men gewoon terplekke liggen. Ze worden niet aan de kant gelegd, laat staan opgeruimd.
Op zondag 5 december hebben we ’s ochtends de rattentempel van Deshnoke bezocht. Voor de ratten is deze en elke andere dag een feestdag.
Overal waar je maar kunt kijken genieten duizenden ratten van hun feestmaal.
De Indiërs die deze tempel bezoeken brengen rijke offers. Overal staan grote schalen vol melk, water of voedsel. De ratten drinken de melk, maar wassen zich er ook mee.
Ze zijn snoezig om te zien, weldoorvoed en speels, gezellig naast elkaar etend of drinkend. Het is één groot speelpaleis, ze klimmen op de hekken, de kandelaars en elkaar.
Heb met weemoed aan onze Sinterklaastraktatie gedacht, de kruidnoten die in mijn nog steeds afwezige koffer zitten. Die waren wel lekker geweest op de lange rit naar Jaisalmer, 335 km verderop, dicht tegen de Pakistaanse grens!
Ondanks de in goede conditie verkerende weg, toch nog zo’n 7 uur durende rit. Ashok, onze chauffeur is erg zuinig op ons en zijn auto. Hij rijdt niet harder dan zo’n 70 à 80 kilometer per uur, ook al is er geen kip op de weg te zien.
Maar gelukkig kwamen we nog op tijd aan om de indrukwekkende vesting te zien in het licht van de ondergaande zon.
wordt vervolgd