Koppensnellers en koude voeten in Nagaland
Koppensnellers en koude voeten in Nagaland
Wia woelt en draait in het bed dan hoor ik, Jelle! ik heb koude voeten. Ja lieverd ik ook en het bed stinkt ook. We liggen op een matras gevuld met stro, het rukt muf en ondanks onze eigen kussen en slaapzak voelt het smerig om in zo'n bed te slapen. Bovendien is het erg koud, dit hadden wij niet verwacht, India is toch warm?
We zijn in Nagaland waar de wegen ontzettend slecht zijn, we kwamen eergisteren laat in de middag aan in Mon, toen we bij het hotel aankwamen bleek er geen slaapplaats voor ons te zijn. We zijn blij toe want het krot is vies en ongezellig. Na een beetje eten gaan we weer op pad met onze jeep en na twee uur rijden komen we bij een paar lodges, wat hoger in de bergen gelegen. Wezijn moe en gaan direct slapen. De volgende ochtend wacht ons een een verrassing, we hebben een prachtig huisje met een geweldig uitzicht. Helemaal traditioneel gebouwd van bamboe. Ook een geweldige badkamer, met een emmer koud water. Maar we kunnen een emmer heet water uit de keuken halen. De eigenarese is een leuke gezette vrouw. We krijgen een heerlijk ontbijt, nou zeg na al die ontbering is dit wel heel erg lekker.
We gaan vroeg op pad, om de Konyak Naga's te ontmoeten. Deze voormalige koppensnellers hebben gezichtstatoeages . De mannen dragen grote hoorns in hun oren . We bezoeken verschillende dorpen, maar waar blijven nu die Konyak mannen? Allemaal verstopt in hun huizen waarschijnlijk. Ook onze afspraak met het dorpshoofd gaat niet door, zoals in veel traditionele dorpen is alcohol een groot probleem. Ook deze dorpshoofd is dronken en niet aanspreekbaar.
Teleurgesteld stappen we weer in de auto en gaan nog hoger de bergen in, wegen zijn er al lang niet meer en hobbelend rijden we naar het Konyak dorp Longwa, gelegen boven op een berg. We worden onthaald met een hoop gejoel van een grote kinderschare. Mooi om te zien zijn de vrouwen in het dorp, zij hebben prachtige kettingen om welke zijn verbonden met grote oorringen door hun oren.
Plotseling staan we oog en oog met de Konyak mannen en zij hebben gezichtstatoeages en de horens door hun oren. Een van hen is trots op zijn verleden als koppensneller en laat zijn tatoeages zien, die hij heeft voor het doden van vier tegenstanders. We vinden het wel een beetje luguber, maar het was doden of gedood worden. Hier kwamen wij voor om deze bijzondere mensen te ontmoeten en wat zijn wij toch bevoorrechte mensen om dit mogen aanschouwen. We gaan terug naar ons paleisje, waar er een paar kippen zijn geslacht. Na twee weken is dit ons eerste stuk vlees en OOOHH! wat smaakt dat lekker. Het kippenhok ziet wel wat leeg zonder de kippetjes, die wij hebben verorbert!
Vanochtend zijn wij aangekomen in een dorpje in de bergen, ons hotel in Kohima was overboekt door de aanwezigheid van veel hoge functionarissen die voor het Horn-bill festival zijn aangekomen. Het onderkomen is sober en de bedden verre van confortabel. Gelukkig hebben we wel heet water, daarom stap ik uit mijn bed, pak een waterfles en laat deze vol lopen met heet water, een plastic zak er om heen en in een handdoek. Dit leg ik bij Wia aan haar voeten in bed. Als ik weer in bed lig hoor ik: ik hou van je, jaja! vrouwen en warme voeten, deze man weet er alles van. Morgen gaan we naar het feest der feesten. Het Horn-bill festival.
D