moeilijke tocht naar vrouwen met neuspluggen en mannen met knotje
moeilijke tocht naar vrouwen met neuspluggen en mannen met knotje
Plots stopt de jeep, waarom?? het is pikkedonker we zien niets voor ons. Maar dan in het licht van de felle koplampen zien we dat er geen straat meer is, weggespoeld door de regen. Voor ons een niveau verschil van ongeveer twee meter. Wat moeten we nu, terug gaan is geen optie, we zijn al negen uur onderweg. Overnachten in de auto, liever niet het is koud, want we zitten behoorlijk hoog en we zijn zo moe na de lange reis. Dan zien we van de andere kant een jeep aan komen rijden en in het licht zien we ook dat aan de rechterkant van de weg planken zijn neergelegd, waar we met onze auto naar beneden kunnen rijden, het ziet er niet erg stevig uit, maar onze chauffeur neemt toch deze hobbel. Wij zijn natuurlijk wel even uitgestapt en hobbelend en slingerend gaat de jeep naar beneden. Applaus voor de chauffeur en wij zijn blij dat we niet in de auto hoeven te slapen.
Vanochtend om acht uur zijn we vertrokken uit Tezpur een vriendelijk stadje in Assam en hebben genoten van het beeld wat aan ons voorbij trok. Tientallen kilometers reden we langs de wereldberoemde theetuinen van Assam. Prachtig om te zien hoe de theepluksters in kleurige kleding met manden op hun hoofd, tussen de struiken staan te plukken. We stappen zo nu en dan eens uit om een foto te maken, maar jammer genoeg hebben we alleen maar tegenlicht, maar dat maakt het genieten niet minder.
Om 2 uur rijden we naar de grens van Arunachal Pradesh. Onze permits worden nauwkeurig gecontroleerd en we mogen doorrijden. We rijden een kloof door en dan WOW!! wat een prachtige wereld, we zitten gelijk in een prachtig oerwoud. Een heel andere wereld dan de andere zuster Assam. Klimmend en dalen vervolgen wij onze weg. We rijden langs een rivier en het uitzicht is soms adembenemend, stil zitten we te genieten en hebben ogen tekort. Je ziet geen mens en de dorpen liggen verscholen in het groen, maar één keer stoppen wij om mandarijnen te kopen bij een kraam. Om kwart over vier zakt de zon achter de bergen en wordt het donker en gelijk een stuk kouder. Onze chauffeur zit al uren achter het stuur, wij laten daarom het raam maar open, zodat hij niet in slap zal vallen. Met onze muts op kruipen we dicht tegen elkaar aan, dit is toch India en het is hier toch altijd warm? Niet dus en dan valt er ook nog natte sneeuw. We doen toch maar de ramen dicht. De chauffeur blijft wel fit zegt hij, door een snoepgoed gemaakt van betelnoot. Zo tuffen we verder over een weg, wat die naam niet verdiend, het ene stuk zand en dan weer blubber tot we uren later plotseling stil staan, omdat de straat is weggespoeld.
We stappen weer in de jeep en zijn dan snel in Ziro, we eten snel iets want we willen slapen. Het is een eenvoudig hotel, maar we hebben gelukkig wel een warme douche, waar we dankbaar gebruik van, wat is het koud hier en even later lig ik trillend van de kou en vermoeidheid in bed. Ik heb een dikke stapel dekens over maar kan maar niet warm worden. Beneden hoor ik een stel honden vechten. We zijn nu ongeveer 30 uur onderweg en hebben bijna geen slaap gehad. Toch kan ik de slaap niet vatten en denk ik bij mezelf: waarom moeten we zo nodig weer zo'n primitieve reis maken, voor het geld wat we nu hebben uitgegeven, hadden we ook een luxe vakantie op een tropisch eiland kunnen maken, ik zeg het maar niet tegen Wia, want dan lacht ze me toch uit, ze weet wel hoe ik ben na 40 jaar kent ze me wel zo'n beetje. Dan val ik en slaap.
De volgende ochtend kijken we uit over heuvels rond Ziro, deze zijn bedekt met rijstterrassen en ondoordringbaar oerwoud. Weelderig groen, het is dan ook het natste gebied van de wereld. Na het ontbijt gaan we een stukje met de auto en worden we afgezet bij een dorp van de Apatani en kijken we onze ogen uit. Prachtige huizen van bamboe, met terrassen vrouwen met neuspluggen in hun neus zitten te werken. En de oudere mannen hebben een haarknot op hun voor hoofd met een lange houten pen erdoor. Vriendelijk worden we uitgenodigd om binnen te komen om huis aan de binnenkant te bekijken. We wandelen door het veld en de straten van Hong, Bula,Hari en Duta en overal hetzelfde beeld en de warme vriendelijkheid van de Apatani's.
Terug in het hotel weet ik het zeker, voor ons geen tropisch eiland, maar dit pure reizen, dat is genieten en de slechte wegen, de kou en ontbering nemen we op de koop toe. Die nadelen ben je zo weer vergeten, maar die prachtige mensen die we hebben ontmoet vergeten wij nooit meer.